Ambitieus en kritisch tegenover precisielandbouwtechnieken
De jonge vennoot Stan te Selle kijkt ambitieus én kritisch naar precisielandbouwtechnieken. Kwalitatief nog beter pootgoed is zijn doel.
De kennis en data digitaliseren die zijn vader in het hoofd heeft, is voor Stan te Selle (22) uit Ens (Fl.) een van de belangrijkste redenen om zich aan te melden voor NPPL. Vooral voor de belangrijkste teelt op het bedrijf, waar Stan sinds mei 2018 samen met zijn vader in maatschap zit: hoogwaardig pootgoed.
Ik denk dat het haast noodzakelijk zal zijn om met precisielandbouw aan de slag te gaan
Stan: “Wij doen mee aan het project omdat we verder willen komen. Op dit moment doen we eigenlijk nog niets aan precisielandbouw. Ik wil dat we ons daar veel meer mee bezig gaan houden. Ik zie het als een manier om te digitaliseren en te moderniseren en het bedrijf meer klaar te stomen voor de toekomst. Zodat we als sector een compleet gewasbeschermingsmiddelenpakket kunnen behouden en om de bodem gezond te houden. Ik denk dat het haast noodzakelijk zal zijn om met precisielandbouw aan de slag te gaan. Bovendien verwacht ik dat het onze bedrijfsvoering makkelijker en eenvoudiger zal maken. Het moet zich alleen bewijzen dat het financieel aantrekkelijker wordt om met precisielandbouw aan de gang te gaan.”
Nog geen teeltrassenregistratiesysteem, wel een stuurautomaat
Het 100 hectare grote bedrijfsareaal omvat geen bonte percelen, maar wel verschillende grondsoorten. “Zo hebben we een perceel waarbij door diepploegen zand in de bouwvoor en klei in de ondergrond is terechtgekomen.” Ook ruilen Stan en zijn vader percelen met bollentelers en veehouders voor de teelt van 60 hectare pootgoed in een 1-op-3-rotatie. “Omdat ruilen van percelen goed is voor de bodem en in veel gevallen aantrekkelijk is voor de teelt.”
Hoewel Stan eerder aangaf ‘eigenlijk nog niets aan precisielandbouw te doen’, is er al wel een stuurautomaat aanwezig op het bedrijf. Dat geeft tegelijkertijd aan hoe Stan tegen precisielandbouw aankijkt. “We gebruiken de stuurautomaat voor het aanleggen van spuitsporen, bij het kunstmeststrooien en tijdens het rooien van het pootgoed. En oh ja, dit jaar heb ik tijdens het aanfrezen van de ruggen de verschillende rassen gelogd via de terminal van de stuurautomaat. Dat kan mooi omdat we afgestapt zijn van het land klaarleggen en poten in een werkgang. Die combinatie vonden we toch te zwaar en te belastend voor de bodem.”
Hoewel er nog geen teeltregistratiesysteem in gebruik is – “mijn vader heeft alles in zijn hoofd” – houdt Stan de data van de pootgoedrassen bij in Excel. Daarnaast werkt hij met een iPad op de heftruck in de bewaring om de rassen op basis van een kleurenkaart te lokaliseren.
Efficiënter en duurzamer werken
Stan wil binnen het NPPL-project vooral aan de slag met beregeningsadvies op maat om zodoende efficiënter om te gaan met zijn tijd. “Als je hier moet zijn, dan moet je daar ook zijn en dat kan gewoonweg niet. En doordat we niet bij het bedrijf wonen, is tijd altijd een issue tijdens het beregenen.”
Met behulp van een weerstation in de pootaardappelen hoopt Stan straks precies te weten waar, wanneer en hoeveel er beregend moet worden. “Daarmee kunnen we de kwaliteit van de aardappelen beter houden. We zitten hier op moeilijke grondsoorten met verschillende gradaties van capillaire werking. Een weerstation met bijbehorende bodemvochtsensoren houdt hier rekening mee.”
“Minimale input en maximale output, dat is eigenlijk wel wat ik versta onder duurzaamheid. Zo min mogelijk (kunst)mest en gewasbeschermingsmiddelen inzetten om een kwalitatief zo hoog mogelijke opbrengst te halen. Meer doen met minder.” Wat dat betreft ziet Stan écht voordelen van plaatsspecifiek variabel kunstmest strooien. “Als je tijdens het bemesten een slechte plek ziet, schakel je toch even een versnelling terug om daar iets meer stikstof te geven. Als je dat kunt automatiseren met een taakkaart en de juiste kunstmeststrooier, dan scheelt dat natuurlijk aan alle kanten.”
Een andere toepassing waar hij veel toekomst in ziet, zijn variabele pootafstanden. “Ik denk dat daar veel te behalen is om zo een nog mooiere egale sortering te krijgen van het pootgoed.”
Geen problemen
Op de vraag welke problemen Stan opgelost wil hebben binnen het NPPL-project, zegt hij: “Problemen zie ik niet echt. Ik zie uitdagingen en mogelijkheden om het bedrijf en de bedrijfsvoering te digitaliseren en te moderniseren. Ik hoop dat het project ons een duw in de goede richting gaat geven op het gebied van precisielandbouw. En ik ben tevreden over onze deelname als we over een aantal jaren kunnen zeggen dat precisielandbouw ons verder heeft geholpen bij het (door)ontwikkelen van het bedrijf.”
‘Veel boeren zullen zich in Stans situatie herkennen’
Tijdens een eerste bezoek aan het akkerbouwbedrijf van Stan te Selle en zijn vader raakte expert Koen van Boheemen Wageningen University & Research (WUR) gecharmeerd van de houding van Stan. “Hij staat ten zeerste open voor onafhankelijke en wetenschappelijke beslismodellen, maar hecht ook waarde aan zijn eigen mening en zienswijze. Hij heeft een gezonde kritische houding ten aanzien van precisielandbouw en dat vind ik mooi. Dat maakt van hem een deelnemer waarin veel collega-boeren zich zullen herkennen. Hij wil graag aan de slag met de technieken, concepten en modellen, maar niet ten koste van alles. Het moet financieel wel wat opleveren, en hij wil zijn gezonde boerenverstand blijven inbrengen.”
Helaas werken precisielandbouwmodellen nog niet met kennis die in het hoofd van de boer zit
Voor dit jaar ziet Koen als belangrijk doel om zo veel mogelijk informatie over percelen en partijen te verzamelen. En dit zo goed en slim mogelijk op te slaan omdat Stan en zijn vader alles in hun hoofden hebben. “Precisielandbouw valt of staat met betrouwbare, gedetailleerde invoergegevens. Om in de toekomst op een goede manier met precisielandbouw aan de slag te kunnen, zullen ze eerst voor deze gegevensbasis moeten zorgen. Want helaas werken precisielandbouwmodellen nog niet met kennis die in het hoofd van de boer zit.”
Percelen leren kennen
In overleg bepaalden Koen en Stan welke activiteiten er voor seizoen 2019 het meest logisch en haalbaar zijn. “We willen een perceel(sdeel) intensief in kaart brengen en volgen. Stan wil zijn percelen graag zo goed mogelijk leren kennen en bij huurpercelen levert dat een duidelijke meerwaarde op. Wat kunnen we allemaal meten? Wat kan ik met die gegevens doen? Het gebruik van drone- en satellietbeelden lijkt mij nuttig. En ook een optimale beregeningsstrategie zet, zeker in pootgoed, heel snel zoden aan de dijk. Verder willen we bij verschillende precisielandbouwtoepassingen de adviezen vergelijken met wat Stan en zijn vader zelf zouden doen. Zo hoopt Stan een gevoel te krijgen bij waar precisielandbouw op hun bedrijf écht het verschil kan maken.”
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.