‘BO Akkerbouw houdt vast aan eigen doelstelling’
Na recente politieke discussies ligt er momenteel feitelijk in Brussel geen wet meer die reductie in gewasbeschermingsmiddelen in 2030 verplicht. ‘Maar dat betekent niet dat de champagnekurken hier geknald hebben’, zegt directeur BO Akkerbouw André Hoogendijk. ‘We houden vast aan onze eigen doelstellingen van een gewasbeschermingsreductie van vijftig procent in 2030. We gaan niet wachten op Den Haag of Brussel.’ De toekomst van de Nederlandse landbouw is één van de gespreksthema’s tijdens Future Farming & Food Experience, 30 mei, Boerderij van de Toekomst.
Doelen zijn haalbaar
BO Akkerbouw is standvastiger dan de Europese en landelijke politiek. Al in 2018 formuleerde BO Akkerbouw de doelstelling om koploper te zijn in (wat we nu noemen) weerbare teeltsystemen. Vijftig procent reductie in milieubelasting in 2030 is daarbinnen een doel. ‘En haalbaar’, zegt Hoogendijk. ‘Brussel heeft dan de doelen voor 2030 recentelijk in de ijskast gezet, dat betekende niet dat hier de champagnekurken knalden na het Brusselse uitstel. Zo van: joepie, we hoeven de doelen niet te halen. Wij houden ons als sector vast aan onze eigen doelen: vijftig procent minder milieubelasting in 2030. ’
‘Den Haag moet been bijtrekken’
In een recente column schreef u: Den Haag (de politiek) loop sowieso altijd vijf jaar achter op de sector. Dat geldt ook hiervoor?
‘Zeker. Den Haag mag nog wel een been bijtrekken qua wet- en regelgeving. Voorbeeld: op het etiket van gewasbeschermingsmiddelen staat bijvoorbeeld: maximaal twee keer per jaar toedienen. Met spotspraying kun je met veel minder middel af, maar moet je misschien een keer vaker doseren. Mag dat of krijg ik dan een boete? Met spotspraying is het milieu toch echt beter af dan met volvelds spuiten.’
Gaan Serenade en FLiPPER bijvoorbeeld glyfosaat en andere middelen vervangen voor 2030?
‘Niet volledig. We zullen chemische middelen nodig blijven hebben. De natuur verrast ons altijd weer. We hebben ook duidelijk die vijftig procent reductie als doel geformuleerd. De Nederlandse overheid lijkt daar nu ook voorstander van. En niet naar nul in 2030. Het gaat om een goede combinatie. Zorgen voor een goede opbrengst in combinatie met de middelen die nodig zijn. Liefst groen, maar synthetisch kan ook duurzaam zijn. Maar zorg er wel voor dat de milieu-impact zo gering mogelijk is. Voorkom bijvoorbeeld emissie naar oppervlaktewater. Als sector willen we vooroplopen en dat doen we ook. Of Den Haag dat ziet? Dat denk ik wel. Ik ben daar best optimistisch over. Vergeet ook niet dat we er als BO Akkerbouw ook zijn voor de biologische sector. Als hele sector willen we het goed doen.’
Heeft de akkerbouw het wat dat betreft makkelijker dan de veeteelt die nog veel meer onder een vergrootglas lijkt te liggen?
‘Mijn inschatting is dat dat wel klopt. De discussies in de akkerbouw zijn minder heftig, omdat we als sector ook steeds proberen de discussie voor te blijven. We doen veel onderzoek en hebben dus ook eigen doelen waar we aan vasthouden. Dat ziet Den Haag echt wel. En anders laten we het zien. Op 30 mei is het Internationale Aardappeldag en hebben we in Nieuwspoort in Den Haag een aardappelquiz georganiseerd voor Kamerleden om ze “met een knipoog” op die manier wat meer over onze sector te leren.’
‘Aangepaste wetgeving voor drones hebben we echt nodig’
Maar “as we speak” mag een lelieteler geen gewasbeschermingsmiddelen meer gebruiken van de rechter die daarmee op de stoel van de politiek lijkt te gaan zitten.
‘Chemische middelen blijven de achilleshiel van onze sector. Ik snap ook wel dat als je een grote veldspuit ziet rijden, de buurtbewoners vragen hebben. Dus moeten we aan de maatschappij ook transparant en eerlijk vertellen wat we doen. Ik geloof echt dat techniek ons daarbij gaat helpen. Als ik nu zie welke mogelijkheden precisielandbouw biedt, gaan we grote stappen zetten. Niet alleen minder middelen, maar door minder gebruik van chemie, krijgen gewassen ook geen tik meer en zijn daardoor de opbrengsten hoger. Kijk ook naar het gebruik van drones bij zaaien (en mogelijk straks spuiten). Minder verdichting van bodems en ook bruikbaar als het land nat is. Maar ook hier lopen de wetgever en politiek achter op de ontwikkelingen. Aangepaste wetgeving voor drones hebben we echt nodig.’
Ondanks dat de druk van Brussel een beetje van de ketel is, wat is je grootste zorg als BO Akkerbouw?
‘Doelen halen is niet zo heel spannend. Ik maak me meer zorgen over fabrikanten die opeens middelen uit hun aanbod halen. Zeker bij teelten die minder groot zijn, en daar hebben we er in Nederland nog wel wat van, is het een groot gevaar als je opeens geen keuze meer hebt in middelen. Met nog maar één middel voor een bepaalde ziekte loop je als teler een groot probleem. Bij tarwe zal dat wel loslopen maar het speelt al wel bij aardappelen. Aardappelteelt is in Nederland groot, maar wereldwijd te klein voor het ontwikkelen van gewasbeschermingsmiddelen. Brengen de grote fabrikanten minder middelen op de markt, zullen de consequenties groot kunnen zijn. Dus is het belangrijk dat we als BO Akkerbouw onderzoek blijven doen naar alternatieve oplossingen. Vergelijk onze sector maar met de energiesector. In beide gevallen is er sprake van een transitie. Wij weten welke kant we op willen. Dus blijven we ook werken aan de doelen die we hebben gesteld.’ En pas als dat is gelukt, kunnen de champagnekurken knallen….
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.