Bodemscans leveren onverwacht veel info op
Bodemscans van de 2 projectpercelen van Bart van Loon leveren herkenbare maar ook nieuwe informatie op. Bouwplanaanpassing wordt zelfs overwogen.
Precies 10 jaar geleden zette Bart van Loon van Maatschap J.E.B. Punter in Slootdorp (N-.H.) de eerste stappen op het gebied van precisielandbouw. Daarbij ging Van Loon niet over een nacht ijs en maakte hij weloverwogen keuzes. Het kenmerkt de ‘vroege volger’ die doordacht en getimed stappen zet als het gaat om precisielandbouw. Zo stond de toepassing ervan een tijd lang op een lager pitje omdat hij onvoldoende vertrouwen had in wat adviseurs en experts aangaven. Nu hoopt hij met behulp van de experts van Wageningen Research wél stappen te maken.
Bodemkaarten tonen veel variatie
‘Begin bij de basis, begin bij de bodem’ lijkt het devies van de experts en deelnemers betrokken bij het NPPL-project. Zo ook bij Bart van Loon en expert Koen van Boheemen. Daarom liet Van Loon begin maart 2 percelen, huiskavel E35 van 18,0 ha en langjarig pachtperceel E37 van 8,0 ha, scannen door Eddie Loonstra met zijn passieve gammasensor. Deze keuze kenmerkt wederom de aanpak van Van Loon. “Die sensor zie je vrijwel nooit in de media, maar volgens collega’s is dat de enige die overweg kan met de hoge grondwaterstanden en de soms wat siltige bodem hier.”
Voor de bespreking van de resultaten van de bodemscans is het druk aan de keukentafel bij Van Loon en zijn maat Johan Punter. Al snel blijkt de bodemkaart van huiskavel E35 zowel bevestiging als ook verrassingen op te roepen als bodemkundige Loonstra de bodemkaarten toelicht. Van Loon: “Het achterste gedeelte, een derde ongeveer, varieert van zware zavel tot zware klei, is daardoor lastig bewerkbaar en er blijven wel eens aardappelen of uien zitten omdat het te nat is. Dan volgt een smalle dieperliggende strook waar ooit turf is afgegraven.”
De rest van het perceel is siltig en zanderig en heeft een relatief laag lutum-gehalte van 0 – 15%. Ook valt de noordhoek op waar een deel van zo’n 40 bij 40 m een laag pw-getal en zeer weinig kali en magnesium laat zien. Hier wordt minder diep ploegen overwogen. De pH is, op beide percelen, met 7,1 tot 7,5 mooi bestendig. “De bodemkaarten zijn enerzijds een bevestiging van ons eigen beeld, maar ze laten toch ook meer variatie zien dan verwacht”, zegt Van Loon.
Perceel anders indelen met bodemkaarten
Huiskavel E35 is bestemd om te splitsen en achteraan uien te telen en aan de noordzijde, naast de boerderij, witlof. Het perceel wordt in de breedterichting bewerkt. Het gedeelte voor de uien krijgt geitenmest, het andere gedeelte niet. Bij het bekijken van de bodemkaarten geeft Van Loon aan de lagergelegen strook met champost te willen bemesten om het percentage organisch stof en het gehalte magnesium te verhogen. “En misschien moet ik dit perceel toch anders in gaan delen.”
Loonstra en de adviseurs van CAV Agrotheek stellen voor de zware zuidzijde van het perceel beter bewerkbaar te maken door kalk en/of schelpen te gebruiken om de ‘klei te breken’ en zo ook de watervoorziening te verbeteren.
Pachtperceel E37 is veel egaler dan E35, maar laat wel een driedeling zien. Een middelste strook in noord-zuid richting is zanderig en heeft een relatief laag lutumgehalte van 5-10% en een laag percentage organische stof van 1-1,5%.
Variabel bodemherbicide toedienen
Voorafgaand aan de bespreking van de resultaten van de bodemscans probeerde expert Koen van Boheemen alvast een dummy taakkaart aan te maken in Akkerweb. Dat lukte aanvankelijk niet goed omdat de informatie, ondanks het juiste bestandsformaat, op een andere manier was opgeslagen dan benodigd. Een andere ‘beperking’ waar Van Boheemen tegenaan loopt, is dat de VRA Bodemherbicide app geen grotere variatie in dosering toestaat dan -10% en +10%. “Op zich heel logisch, omdat die variatie via drukwisselingen gaat en anders het spuitbeeld te veel beïnvloedt wordt. Er zijn echter nieuwe technieken zoals pulserende doppen waarbij de druk gelijk blijft bij een grotere variatie in dosering.”
Van Loon, Van Boheemen en CAV Agrotheek besluiten om perceel E35 voor de toepassing van bodemherbicide op te delen in 3 zones met elk hun eigen adviesdosering. Ten opzichte daarvan wordt maximaal -10% (zware grond) en +10% (lichtere grond) gevarieerd. Mogelijk wordt dit ‘Akkerweb advies’ op basis van wetenschappelijke modellen vergeleken met een ‘traditioneel’ advies van CAV Agrotheek. Omdat perceel E37 egaler is, komt hiervoor één uniforme adviesdosering.
Vaak geen plug & play
Dan komt het moment om te zien of het gps-systeem de dummy taakkaart van Van Boheemen accepteert. Van Loon zorgde er eerder al voor dat de software voor het gebruik van taakkaarten en voor variabel doseren tegen betaling van de licentiekosten à € 750 per licentie geactiveerd werd. Met de dummy taakkaart op een USB-stick stappen beide mannen in de trekkercabine om er vervolgens al snel weer uit te stappen. “Het systeem accepteert de taakkaart niet,” zegt Van Boheemen. “Het is mij overigens nog nooit gelukt om dat bij een voor mij nieuw systeem in 1 keer voor elkaar te krijgen.”
Na wat gegoogle en een telefoontjes naar de Trimble importeur, blijkt dat de map met de 3 onderdelen van de taakkaart een specifieke naam moet hebben. Van Loon en Van Boheemen rijden naar het perceel en stappen ook nu al snel weer uit: “Nu werkt het.” De volgende stap is het aanmaken van de werkelijke taakkaarten zodat die tijdig beschikbaar zijn voor de toediening van de bodemherbicides.
Reacties gesloten. Geen verdere reacties gevonden.