Bodemvochtsensorentest ook in Dronten van start
De bodemvochtsensorentest van Aeres Hogeschool Dronten en Wageningen University & Research is in volle gang. De negen sensoren zitten in de Wageningse zandgrond al enkele weken in de bodem. Afgelopen dinsdag begon ook de test op de kleigrond in Dronten.
Onderzoekers vergelijken voor de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) de komende maanden negen verschillende bodemvochtsensoren op op twee aardappelpercelen met zandgrond en kleigrond. Aan het onderzoek doen negen leveranciers mee. Het gaat om Dacom, Sensoterra, Agrometius, RMA, Aquafeed, Farm21, Estede, AgroExact en Quantified. Iedere leverancier levert een sensor uit zijn arrangement -in hun ogen- het beste past bij de omstandigheden van de proef.
Nauwkeurigheid sensoren
Bij de proef, die op 3 mei begon en vermoedelijk eind augustus wordt afgerond, bekijken onderzoekers de nauwkeurigheid van verschillende bodemvochtsensoren. Dat gebeurt aan de hand van vochtbepaling op basis van grondmonsters die als referentiewaarde worden ingezet. Zowel het vochtpercentage als de zuigspanning worden gemeten en vergeleken. De bedoeling is om een zo breed mogelijk spectrum aan weersomstandigheden te meten.
Bodemvochtsensoren kunnen het vochtgehalte in de bodem meten. Telers gebruiken die informatie bijvoorbeeld om een inschatting te maken van de vochtigheid van de grond die wordt gebruikt. De data worden ingezet als onderbouwing adviezen voor beregening en zijn daarmee belangrijk voor precisielandbouw.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.