De Treffler wiedeg is een chemieloze onkruidbestrijder. Het principe van de in Zuid-Duitsland geproduceerde Treffler wiedweg is niet nieuw of baanbrekend. Het is meer de geraffineerde uitvoering die de Treffler wiedweg tot een bijdetijdse machine maakt.

Biologische en gangbare landbouw

Het principe van de in Zuid-Duitsland geproduceerde Treffler wiedweg is niet nieuw of baanbrekend. Verende tanden ontwortelen net kiemende onkruiden (witte draadjes-stadium) en laten de verder ontwikkelde gewasplanten staan. Kwestie van op tijd beginnen, dus zodra de eerste onkruidjes gaan kiemen, en daarna bij droog weer pakweg elke vijf dagen de bewerkingen blijven herhalen om steeds nieuw kiemend onkruid los te werken. Niet baanbrekend dus, maar het is meer de geraffineerde uitvoering die de Treffler wiedweg tot een bijdetijdse machine maakt. Sowieso voor de biologische landbouw, maar met de toenemende druk op chemische onkruidbestrijding en grote werkbreedte ook geschikt voor de gangbare landbouw. De machine werkt over gewassen tot zo’n 40 centimeter hoog. De eg wiedt ook in de rij, maar zonodig kunnen op een bepaald moment tanden boven gewastijden worden opgeklapt.   De robuustheid van het cultuurgewas bepaalt de rijsnelheid. Op de demonstratie Future Farming & Food Experience in Lelystad was het lastig de uiterst klein uitjes niet te beschadigen. Daar was het echt een stuk langzamer dan stapvoets rijden. Het allereerste stadium direct na opkomst is qua wiedeggen lastig in uien. Later kan de snelheid omhoog naar 5à 6 km/u. In tarwe kan wel 12 km/u worden gereden. De Treffler wiedeg is er optioneel met één hydrauliekaansluiting. Die via een cilinder een centraal spanmechanisme kan bedienen; d.w.z. een staaldraad oprollen die de schanierend opgehangen tanden meer of minder stekend laat werken. Meer stekend geeft een wat agressievere werking van de machine dan een meer slepende stand. Los van de stand van de tanden blijft de druk op de grond wel steeds gelijk. De werkdiepte is in te stellen door wielen aan de achterzijde. De tanden zijn onderaan te voorzien voor een vlakstukje widiastaal. Dat  maakt  door zijn hardheid de tanden slijtvast, maar het platte vlakje onderaan zorgt onder meer  ook voor een preciezere dieptegeleiding. Voor het bewerken van graan- en grasland volstaat de standaardveer met een veerdruk tussen 500 en 5.000 gram. Voor jonge en kwetsbare gewassen is de combiveer met een veerdruk van 100 tot 5.000 gram een veiliger optie.