Daniël Cerfontaine: ‘Vooral eerst veel data verzamelen’
Ooit was een Chinese keizer die tegen zijn tuinman zei dat hij een bepaalde boom in zijn tuin wilde. De tuinman zei: “Weet u wel dat het zeker 1.000 jaar duurt eer volgroeid is?” Waarop de keizer zei: “Wel, dan hebben we geen dag te verliezen.”
Zo kijkt NPPL-deelnemer Daniël Cerfontaine in het Zuid-Limburgse Berg en Terblijt ook naar dataverzameling. Wat de data van teelten en percelen hem gaan opleveren kan hij nog niet zeggen, maar vaststaat voor hem het belang van zo snel mogelijk zoveel mogelijk data. Opbrengstmeting is daarbij voor hem een startpunt.
Hij meet opbrengsten op een hakselaar op twee combines, twee bietenrooiers, aardappelrooier. Trekkers leveren bij ploegen trekkrachtkaarten. “Om betrouwbare analyses te maken zijn veel kaartlagen van een perceel nodig. Niet alle verschillen die je tussen het ene en het andere jaar ziet hebben te maken met verschillen in percelen. Niet alles biedt aanknopingspunten voor verbetering. Daarbij geldt ook dat je met een teelt maar eens in de vier à vijf jaar op hetzelfde perceel terugkomt, dus een betrouwbare dataset per gewas heb je niet zomaar. Al vind ik dat je uit opbrengstkaarten voor maaigewassen, de betrouwbaarste, ook wel wat kunt concluderen voor rooigewassen.” In toenemende mate lukt het om met behulp van Dacom-software gegevens van steeds meer machines goed op te slaan.
Voorkeur voor opbrengstkaarten
Sowieso verkiest Daniël Cerfontaine als het gaat om verzamelen van perceelsinformatie, opbrengstkaarten verre boven bodemscans. “Ik ben op zoek naar mogelijkheden om opbrengsten te verbeteren, niet op zoek naar problemen.” In een project met onder meer de Agrarische Hogeschool in Den Bosch wordt variatie in absolute opbrengsten omgewerkt naar mogelijkheden om opbrengsten te verbeteren. Inmiddels is duidelijk dat de percelen niet erg bont zijn, dus de noodzaak voor plaatsspecifiek werken is niet erg groot.
Overigens geldt voor de analyse van de opbrengstkaarten steeds het aloude: ‘wat te doen met minder presterende stukken, zijn extra teeltmaatregelen daar nodig en rendabel of juist verspilde moeite’. “Vraag je dat vijf mensen, dan krijg je vijf veelal verschillende antwoorden. Daarover moet ik me dan zelf een mening vormen. Of bodemmonsters daarbij helpen? Kan, misschien zit de oorzaak in de bodem. Maar het blijft ingewikkeld, het hangt van ontzettend veel factoren af of een plant het goed doet of niet.”
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.