Deelnemers webinar over kansen voor autonome trekkers en veldrobots
Wie neemt het stuur over? De autonome trekker of de veldrobot? Of een combinatie van beide. Deze vraag staat centraal tijdens het webinar over autonoom werkende landbouwvoertuigen. Drie sprekers tijdens het webinar alvast aan het woord. Van ‘grootste kansen voor dubbeldoeltrekker, bemand én autonoom werkend’ (Koen van Boheemen), tot ‘meer technische mogelijkheden, betere business case’ (Stef Ruiter) en ‘teler moet mee-investeren in ontwikkeling robotisering’ (Geert Hermans).
Koen van Boheemen is onderzoeker Precisielandbouw en Smart Farming bij Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) en als zodanig betrokken bij de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL). Hij heeft mede de demotour 2023 en 2024 van de trekker met het iQuus-systeem van GPX Solutions begeleid. Daarnaast zit hij in een samenwerkingsverband van akkerbouwbedrijven in de Noordoostpolder. Als Koen van Boheemen moet inschatten hoe over pakweg vijf jaar in de Nederlandse akkerbouw de vlag er qua robotisering en autonome tractie bij zal hangen, dan ziet hij vooral een positie voor wat je de dubbeldoeltrekker zou kunnen noemen. De autonoom gemaakte standaardtrekker. Bruikbaar in alle gangbare situaties als een normale tractor én in het veld in te zetten als robottrekker. Een die, eenmaal op het perceel weggezet, onbemand een bewerking uitvoert. Bestaande trekkers kunnen met zogenoemde retrofitkits van hardware en software autonoom aan het werk. Naarmate wetgeving rond verantwoordelijkheid rond autonome trekkers en werktuigen duidelijk wordt, ligt het ook voor de hand dat de grote merken ook trekkers af fabriek zullen gaan leveren met de mogelijkheid van autonoom werken. Van Boheemen: ‘En dan zal het waarschijnlijk een vlucht nemen. Eigenlijk bijzonder dat het dat nog niet al heeft gedaan. Ik had hier eigenlijk meer snelheid verwacht.’
Schaalgrootte en logistiek
Van Boheemen: ‘Voor een volledig autonome trekker zonder cabine, zitten naar mijn opvatting twee dingen in de weg. Als je in gebieden met echt grootschalige akkerbouw voldoende percelen hebt van honderden hectares waar je met de schijveneg over moet, dan stel ik me voor dat dat natuurlijk goed gaat. Qua logistiek en qua rendement. Voldoende aaneengesloten hectares voor een trekker van pakweg ruim €200.000 en weinig tussenkomst nodig van een operator. Dat werkt.’ Voor het kleinschaliger de Nederland ligt dat volgens Van Boheemen anders. ‘Als zo’n vol autonome trekker van het ene naar het andere perceel moet, is dat nogal een operatie. Daarvoor moet je dan ook weer ingericht zijn. Een gangbare trekker met autonomie-kit, rijd je naar een perceel. Fiets achterop. Je zet hem aan het werk en fietst terug naar de boerderij. Bovendien blijft zo’n trekker verderop in het jaar voor alle andere werk beschikbaar. Bijvoorbeeld transport.’
Algoritmeplein
Voor wat betreft zelfstandig werkende onkruidrobots, oordeelt Van Boheemen dat deze wel een impuls zouden kunnen krijgen als fabrikanten/leveranciers op het gebied van algoritmes voor plant- en onkruidherkenning veel meer zouden samenwerken. ‘De inzetbaarheid in meerdere gewassen hangt van die algoritmes af. Betere herkenning in meer gewassen betekent meer hectares te doen, dus meer zicht op rendement. Het zijn nu nogal dure machine met een beperkte inzetbaarheid. Je ziet nu in praktijk veel robots gespecialiseerd in/gebouwd voor één taak. Ik hoop/verwacht dat de robots over vijf jaar generieker inzetbaar zullen zijn. Want voor elke taak een losse robot is niet haalbaar. Op elke robot moet een motor/accu, GPS, sensoren enz, dat wordt allemaal veel te duur.’ Hij pleit voor een soort open infrastructuur voor algoritmen voor onkruid- en plantherkenning. ‘Een collectief, iets in de Appstore, een algoritmeplein of hoe je het wilt noemen.’
‘Meer technische mogelijkheden, betere business case’
Bloembollenteler Stef Andijk (N-.H.) ziet goede mogelijkheden voor een verdere automatisering en robotisering de komende jaren. Daarbij doelt hij op meer mogelijkheden, maar ook op verbetering van de business case. Die verbetering loopt langs twee verschillende wegen. Met precisiespuiten kun je alleen raken wat je weg wilt hebben en dat geeft een grote besparing op middelen. Dat vergroot de kans dat middelen toegelaten blijven. Sowieso wordt er de milieubelasting mee verkleind. Een volgende stap, vertelt Ruiter, is ‘onkruid control’. Voor een goed teeltresultaat hoeft niet altijd al het onkruid weg. Ruiter: ‘Met een slimme algoritmes kun je ook een variabiliteit bewerkstelligen. Dat robots straks onkruidjes aanpakken, maar bepaalde ook tolereren. Dat is een positieve ontwikkeling. Voor de komende vijf jaar voorspel ik een snelle ontwikkeling. Waar mogelijk moeten we af van chemísche middelen. Of in elk geval door precisietechniek er optimaal mee omgaan.’ Voor wat betreft vervanging van arbeid ziet Ruiter ook kansen voor robotisering. ‘Ziektes zoeken op blad kan nu al gerobotiseerd. Het is interessant om robotisering te ontwikkelen voor de bloem.’ Stef Ruiter had begin september voor de tweede keer een demotrekker op zijn bedrijf uitgerust het een systeem voor onbemand rijden. ‘Wat je ziet is dat er op basis van ervaringen in de praktijk flinke stappen vooruit zijn gezet.’ Zo’n systeem begint voor zijn bloembollenbedrijf Ruiter-Wever in principe interessant te worden, oordeelt hij na de tweede demo. Er moeten dan nog wel zaken uitgewerkt worden zoals terugkoppeling vanuit aangehangen machines naar de trekker en naar de operator op afstand. ‘Autonome trekkers geven de mogelijkheid het optimale bewerkingsmoment van een toepassing beter te benutten.’
Teler moet mee-investeren in ontwikkeling
Dat robotisering in de akkerbouw en de vollegrondsgroenteteelt een vlucht gaat nemen, is volgens Geert Hermans van Pixelfarmng Robotics onvermijdelijk. Arbeid is schaars en wordt almaar duurder en chemische bestrijdingsmiddelen verdwijnen. ‘Met name het verdwijnen van herbiciden gaat een impuls vormen voor robotisering van de onkruidbestrijding. Maar het kan ook doordat andere middelen gaan verdwijnen. Daar komen wel alternatieven voor, maar als het om bijvoorbeeld dure bacterie- en schimmelpreparaten gaat dan wil je die niet volvelds toedienen, maar heel precies op elk plant een beetje. Tegen de achtergrond van krapte aan arbeid komt dan de robot om te hoek kijken. Het kip-en-ei-vraagstuk. Als je plantgericht wilt bemesten en elke week of om de twee weken mest bij een plant wilt brengen, zodat die de voeding krijgt die hij op dat moment nodig heeft, biedt dat kansen om met minder N uitspoeling te telen. Echter gaat niemand een applicatie bouwen/ontwikkelen op een robotplatform, als er nog weinig robots rondrijden. In mijn ogen kan die impasse doorbroken worden als agro (boeren én tuinders dus), zich meer met de ontwikkeling van machines gaat bemoeien. Technisch en financieel. Tot nu toe zegt de boer tegen de fabrikant: “maak jij maar een machine. Als hij klaar is bepaal ik wel of het wat voor me is. Of ik hem wil aanschaffen”. Nee, voor specialistische robots moet dat anders om dingen in gang te zetten.’ Hermans hoopt dat de adaptatie van robottechnieken in de boerenpraktijk sneller gaat dan dat met de precisielandbouw is gegaan. ‘Dat heeft best lang geduurd en zit nu pas in de fase van doorstart.’
Vermarketen van producten
Hermans verwacht de eerste grote ontwikkelingen in specialistische, hoogsalderende gewassen. ‘Door de veranderingen in duurzamer telen komen ook andere teelten/bedrijfstypen in beeld. Kijk, in suikerbieten kom je bij de onkruidbestrijding al een heel eind zonder chemie, de schoffeltechniek is goed. En ook in dit gewas werken de eerste bedrijven nu met de Farmdroid (zaaien en schoffelen). Anders is het met volvelds of op bedden gezaaide gewassen als spinazie. Of bijvoorbeeld in de teelt van Baby Leaf, een luxe slasoort. Bij groentebedrijf Van den Eijnden in Lierop draait voor onkruidbestrijding een robot met lasertechnologie van Carbon Robotics. Aanschafprijs €1,4 miljoen plus jaarlijks €20.000 aan licentierechten voor de software. Die kosten moeten dan deels terugkomen uit de vermarketing van producten. Dat afnemers aan hun klanten zeggen: wij investeren ook in een duurzaam product. Zo kun je meer situaties bedenken, naarmate de nood hoger wordt. Zoals gezegd, in mijn opvatting vraagt dat ook initiatief en ontwikkelingsinvesteringen van telers.’
Webinar 2 oktober
De Nationale Proeftuin Precisie Landbouw (NPPL) organiseert in samenwerking met Wageningen Universiteit een boeiend en informatief webinar over de opkomst van autonome trekkers en robots in de landbouw. Dit webinar biedt een unieke gelegenheid om in gesprek te gaan met deskundigen, onderzoekers en boeren die al ervaring hebben met deze technologieën.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.