Drone zaaien: het lukt, finetuning nog nodig

Drone zaaien van een vanggewas in mais en granen werkt en heeft potentie. Praktijkproeven bieden voldoende basis om de techniek te perfectioneren. De Nederlandse overheid ziet grote kansen voor een breed scala aan activiteiten, ook in de landbouw.
‘Het werkt’, vertelt WUR onderzoeker precisielandbouw Thierry Stokkermans. ‘Onderzaai van een groenbemester of vanggewas in graan en mais werkt. In de Verenigde Staten waren in 2010 de eerste praktijkervaringen al positief. Vanaf 2017-2018 zijn in Europa dezelfde ervaringen opgedaan. Ook hier in Nederland geldt dat het kan, maar er is nog wel finetuning nodig als het gaat om het precieze moment van zaaien, de hoeveelheid zaad en de keuze van het vanggewas.’ Hetzelfde gold in 2024 voor een praktijkproef op zestien bedrijven in Twente. Na het hakselen kwamen sterke, homogene vanggewassen onder de hakselaar tevoorschijn.
350.000-400.000 hectare
Stokkermans ziet met name goede kansen voor drone onderzaai van een groenbemester/vanggewas in snijmais en granen. Samen zijn deze gewassen in Nederland goed voor 350.000 à 400.000 hectare. In mais is dronezaaien in een groeiend gewas een alternatief voor het zaaien van het vanggewas tegelijk met de mais. Arbeidstechnisch is gelijktijdig zaaien interessant, maar een probleem is dat de ondervrucht droge zomers niet overleeft. Stokkermans wijst naar de periode 2018-2020 toen veel ondervruchten verdroogden. De vochtige zomer 2023 daartegenover was juist weer perfect voor een vroeg gezaaide ondervrucht. Voor dronezaaien heet de periode augustus september geschikt te zijn. Stokkermans: ‘Dat zijn de maanden dat er wat dauw ’s ochtends is, genoeg om de zaden te laten kiemen.’ De verplichting van een vanggewas geldt vanaf 1 oktober. Het vanggewas kan met een conventionele zaaimachine ook ná de maisoogst gezaaid worden. Op voorwaarde natuurlijk dat de mais er dan vóór 1 oktober af is. Vaak is die dan nog onvoldoende rijp.

Graan lukt ook
‘Graan lukt ook’, vertelt Stokkermans. ‘Waarbij er in zaaitijdstip een verschil is tussen biologische en gangbare teelt. In biologisch wintergraan kun je al vanaf februari maart gaan onderzaaien. Dat is voldoende open. In gangbare graan, pas in juli. Vóór die tijd kan de ondervrucht de concurrentie om water, licht en voedingstoffen met het een tientons tarwegewas niet aan. Daar zaai je dan met de drone pas in juli als de tarwe al aan het afrijpen is en het vanggewas geen concurrentie van het graan heeft. Door de drogere omstandigheden bij de graanoogst zal in de regel minder rijschade ontstaan dan bij hakselen van mais. Enigszins tegen de verwachting in blijken bij onderzaai in mais amper zaadjes in de bladoksels van de maisplanten te blijven hangen.
Keuze vanggewas speelt rol
Bij de finetuning van de techniek komt onder meer het soort vanggewas aan de orde. Stokkermans: ‘Neem bijvoorbeeld bladrammenas en Italiaans raaigras, die verdragen berijden heel verschillend. Bladrammenas veel kwetsbaarder. Op het gebied van soorten is nog wel wat te winnen. In Wallonië zijn dertien verschillende vanggewassen beschikbaar. Zes daarvan zijn hier in Nederland onbekend. Daar is wellicht nog wel wat uit te halen.’ Overigens staat er voor Nederland nog niks op stapel. Er zijn wel wat voorstellen gedaan voor onderzoeksprojecten, maar financiering is er niet voor. Eind van de zomer begint in Twente wel weer een praktijkproef met onderzaai in snijmais.
Grote vlucht
Alles bij elkaar genomen verwacht is Stokkermans dat zaaien met drones alleen al in snijmais en granen een grote vlucht kan nemen. ‘Qua kosten valt dronezaaien met €65 per hectare binnen het plaatje van wat de loonwerker met de conventionele rekent. Er zijn dus kansen voor optimalisering en opschaling.’ ABdrone, één van de pakweg zeven landbouwdronebedrijven in Nederland, gaat voor zaaien uit van een basistarief van €70 per hectare, dat naar beneden wordt bijgesteld naarmate meer hectares bij elkaar in de buurt ineens worden aangeboden. Leks Bolderdijk van ABdrone: ‘Onderzaaien (circa 70 euro per ha) is goedkoper dan het meest gebruikte alternatief: het onderwerken van een graanstoppel en dat inzaaien.’ Bolderdijk ziet ook dat onderzaai (nog) niet altijd even goed lukt. ‘We moeten meer ervaring opdoen. Maar de potentie is er absoluut.’ Onderzaaien telt mee als eco-activiteit binnen het GLB. Dat is dus niet alleen mais, maar geldt ook voor gerst en tarwe.
Vliegende robots
Uit het rapport DroneBoost: de landbouw staat onder grote druk om een nieuwe balans te vinden tussen economische activiteit en de impact die het maakt op milieu, natuur, biodiversiteit, klimaat en leefomgeving. Moderne technologie kan bij die broodnodige omslag een sleutelrol vervullen, doordat het gebruik van data, IoT, AI en robotica boeren kunnen helpen om de productiewijze veel meer af te stemmen op plaatsen tijdsspecifieke behoeften (waaronder dronezaai, red.) van bodem en plant: niet meer ‘het perceel’ en ‘het gewas’ als managementeenheid, maar de vierkante meter en de individuele plant. Dit biedt grote mogelijkheden voor drones om bij te dragen in de informatievoorziening met camera’s en andere sensoren, en om in de uitvoering bij te dragen als ‘vliegende’ robots, voor bijvoorbeeld plaatsspecifieke plantbehandeling of als logistiek hulpmiddel voor aan- en afvoer. Voor de veehouderij kan verder nog gedacht worden aan veemonitoring , nestenidentificatie voorafgaand aan maaien, zuringplanten in kaart brengen.
Brede inzet drone, ook in de landbouw
Zaaien op momenten dat dat met conventionele werktuigen lastig of zelfs onmogelijk is, is maar één van de vele werkzaamheden die drones kunnen uitvoeren. Binnen en buiten de landbouw zijn de mogelijkheden enorm. In het rapport DroneBoost in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat worden behalve voor de landbouw droneactiviteiten genoemd in de zorglogistiek, haven- en offshore logistiek, hulpdiensten en defensie. Drones, aldus het rapport, bieden veelbelovende kansen voor onze maatschappij en economie, en daarom vinden wij het van belang dat het drone-ecosysteem een boost krijgt. Alleen al voor de landbouw wordt in het rapport over een breed scala aan drone-activiteiten gesproken.
‘Nieuwe kansen zien’
De brede toepassingsmogelijkheden van drones zijn de reden dat Arjan Jansma van innovatiebedrijf Qlobel bezwaar maakt tegen een kale (prijs)vergelijking van gangbaar zaaien of dronezaaien. Of tegen het idee dat dronezaaien enkel een nat-weer-voorziening zou zijn. ‘Een omslag in denken is nodig. Zie dronezaaien niet enkel als een slechtweervoorziening, maar als een extra mogelijkheid in het streven naar zo min mogelijk bodembelasting. Focus op nieuwe mogelijkheden, nieuwe mechanisatie. Kijk opnieuw naar wat je aan het doen bent. Net zoals gebeurd is toen de landbouw ooit van paardentractie naar gemotoriseerde tractie overging. Op weg naar meer duurzaamheid.’ Jansma is gedreven om de drone een grotere positie in de landbouw te geven. Hij stoort hem daarom dat, ondanks het ambitieuze rapport DroneBoost, vanuit het ministerie van LVVN op dit vlak weinig initiatief komt. ‘We moeten meters maken, data verzamelen, meer rondjes maken. We zien al dat per bodemsoort en grondbelasting er andere zaaimomenten ontstaan.’ Ook in provincies en de aangewezen kartrekker op dit onderwerp Wageningen University & Research, is hij tot op heden wat teleurgesteld. ‘We moeten de nieuwsgierigheid aanwakkeren om oplossingen uit andere richtingen een kans te geven.’ Behalve over dronezaaien van vanggewassen praat Jansma over de verspreiding per drone van biologische bestrijders van bijvoorbeeld wortelvlieg, luizen, spint , trips. Compostthee wordt in de biolandbouw ook al met de drone verdeeld. In principe mogen momenteel alle stoffen (vast en vloeibaar) gestrooid worden, waarvoor géén CTGB-toelating is vereist (zie kader).
Drone spuiten
In aanleg zijn er in de landbouw ook aantrekkelijke mogelijkheden om met drone gewasbeschermingsmiddelen te spuiten. Momenteel mag dat niet. Vliegtuigspuiten mag hier niet en de wetgever ziet een drone als een vliegtuig. ‘Onterecht’, meent WUR-medewerker Tamme van der Wal. ‘Dan zou je een hoovercraft ook een vliegtuig zijn, komt immers ook een stukje van de grond.’ Van der Wal zou op dit punt graag wat meer flexibiliteit zien bij de overheid; meer in lijn met de ambitie neergelegd in het rapport DroneBoost. Hij hoopt dat onderzoek naar de mate van drift het pleit in de richting van dronespuiten een duw in de goede richting kan geven. Naast de heel gerichte inzet van de drone voor de pleksgewijze aanpak van probleemonkruiden als zuring en distels (alternatief voor rugspuit of voor precisiespuit met spotspray-techniek) ziet Van der wal ook kansen voor volveldstoepassingen. ‘Phytophthora spuiten met de drone kan een uitkomst zijn als het in de zomer nat is. Als de ziektedruk hoog is en de mogelijkheden van de veldspuit beperkt. De economie hoeft deze bredere dronetoepassing niet in de weg te zitten. Er is wel een business case van te maken. Ik was een tijdje geleden Brazilië en daar vergeleek een akkerbouwer een veldpuit van €500.000 met de aanschaf van tien drones à €50.000. Die man zag kansen.’
Voordelen drone zaaien
- Beste moment van zaai vanggewas kiezen
- Geen zaaikouter dat kiembedje voor onkruiden maakt
- Geen verdroging ondervrucht in zomer
- Onderzaaien telt mee als eco-activiteit binnen het GLB.

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.