Eerste ervaring: variabele dosering fungiciden kan mooie besparing opleveren

Een variabele dosering van fungiciden levert telers een besparing op, maar er is meer onderzoek nodig om te bepalen welke hoeveelheid fungiciden voor schimmelbestrijding minimaal nodig is voordat er écht grote stappen kunnen worden gemaakt. Dat blijkt uit ervaringen die is  opgedaan in de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL).

Tulpen

NPPL-deelnemer Stef Ruiter bracht afgelopen groeiseizoen op een tulpenperceel van 15 hectare als één van de eersten in Nederland een variabele dosering van fungiciden in de praktijk. Hij gebruikte minder fungiciden op plekken waar minder biomassa is. Over het resultaat ervan is hij voorzichtig enthousiast. Het is volgens Ruiter nog wat lastig beoordelen, omdat er afgelopen groeiseizoen volgens hem weinig ziektedruk was. Toch is hij al met al tevreden.

“We geven al een jaar of zes op proefbasis een variabele dosering om schimmels te bestrijden. In het afgelopen jaar hebben we het voor de eerste keer echt in de praktijk gebracht op een perceel. Het beviel mij op zich goed, maar ik denk dat de tevredenheid over de werking ook afhangt van de beschikbare middelen zelf.”

Niet helemaal betrouwbaar

Ruiter doelt daarmee op wetgeving die ervoor zorgt dat bepaalde schimmelbestrijders niet meer gebruikt mogen worden. “Je kreeg voorheen na behandeling met het middel een betrouwbaar residu van het gewas. Bij systemische middelen, zoals fungiciden dus, zie je dat bij monsters van het perceel een residu niet helemaal betrouwbaar overeenkomt met die van de gehele biomassa.”

Meer onderzoek nodig

Ruiter is tot nu toe te spreken over de resultaten van het variabel doseren, maar hij wijst er wel op dat er meer onderzoek nodig is, om zo beter de benodigde minimumwaardes voor fungiciden te bepalen. Hij begrijpt wel waarom veel collega’s er nog niet mee bezig zijn. “De investeringen die een variabele dosering mogelijk maken, zijn nu eenmaal erg fors.” Met name aan de benodigde spuit die kan fluctueren hangt volgens Ruiter een flink prijskaartje. Dan is er ook nog software nodig om taakkaarten te maken en een GPS-systeem. “Je hebt ook, als het helemaal compleet wil hebben, apparatuur nodig voor bodemscans.” Volgens Ruiter wordt de aanschaf van al die zaken pas rendabel wanneer het ‘hele plaatje van plaatsspecifiek telen’ wordt uitgevoerd.

Als het gaat om variabel toedienen van fungiciden ziet Ruiter uiteindelijk een mooie reductie in de benodigde middelen. “En wanneer je een variabele dosering over je hele bedrijfsplan uitrolt kun je zeker tot 30 procent aan fungiciden besparen. Er is ook een andere belangrijke motivatie: Je minimaliseert met een variabele dosering natuurlijk ook je voetprint voor het milieu en de belasting voor je gewas neemt af.”

Stef Ruiter is tot nu toe te spreken over de resultaten van het variabel doseren met fungiciden.

Te veel variatie op één perceel

NPPL-deelnemer Sjaak Huetink waagt zich voorlopig nog niet aan een variabele dosering fungiciden. Hij voorziet moeilijkheden bij het doseren van zijn leliepercelen. De variatie aan rassen op één perceel is volgens hem te groot. Naast fungiciden doseert hij ook nog middelen tegen luizen. Alleen afgaan op de biomassa bij het doseren is voor hem geen optie. “Bij bijvoorbeeld uien of aardappelen liggen er meer kansen voor variabele dosis fungiciden. Bij lelies heb je soms wel tien rassen op één perceel van vijf hectare staan, die allemaal weer op een andere manier gevoelig zijn voor luizen.”

De grote variatie bij lelies schrikt hem af om met vaste rekenregels te werken. “Dat is eigenlijk gewoon onwerkbaar. Er is sowieso meer onderzoek nodig om het voor mij haalbaar te maken.”

Sjaak Huetink is huiverig om fungiciden variabel te doseren. Hij voorziet moeilijkheden bij het doseren van zijn leliepercelen.

Beslisregels nog niet duidelijk

De wens van Ruiter en Huetink voor meer onderzoek naar variabel doseren van fungiciden is bij onderzoekers bekend. Onderzoeker Corné Kempenaars van Wageningen Universiteit stelt in een reactie dat er nog weinig validatie wordt gedaan aan beslisregels voor ‘specifieke middelen en gewassen’.  “Er is voor slechts een aantal middelen in aardappelen uitgebreid onderzoek gedaan naar beslisregels. Bij veel andere middelen wordt momenteel vooral gewerkt met een oordeel door experts.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.