Enorme stappen gezet in automatisch nesten vinden
Drie jaar geleden zijn bij melkveehouder Gerard Mul de eerste stappen gezet om met een drone automatisch vogelnesten te vinden. Terugkijkend concluderen hij en zijn NPPL-begeleider Herman van Schooten dat grote stappen zijn gezet.
Drie jaar geleden stond het automatisch vinden van vogelnesten voor veehouder Gerard Mul nog in de kinderschoenen. Na enkele jaren van experimenteren is er inmiddels een beter functionerend systeem. Aan de wieg daarvan staat Raymond de Vries van 4D precisienatuurbeheer en eigenaar van de drone.
De drone die hij gebruikt heeft een gesynchroniseerde daglicht- en warmtecamera om vogelnesten (en ander dieren) in beeld te brengen. Tijdens het vliegen worden locaties die mogelijk interessant zijn met sterren gemarkeerd. Van de interessante locaties worden temperatuurgegevens en beelden met de daglichtcamera vastgelegd. De gegevens gaan binnen een paar minuten richting kantoor. Collega Henk Krikke analyseert de gegevens en beoordeelt of een vastgelegde ster een nest is of iets anders. Hij vervangt de ster vervolgens door een icoontje, wat het gevonden object weergeeft, zoals een nest, kuikens of een haas. De perceelskaarten met icoontjes gaan vervolgens direct terug naar de vlieglocatie/boer die dan direct ‘s morgens een maaiplan voor de percelen kan maken.
Op het bedrijf van Mul is in 2021 één keer gevlogen, eind mei op drie percelen. Het slechte voorjaarsweer werkte niet mee en ook het afstemmen van de praktische planningen was moeilijk. Aan de hand van de beelden heeft Mul van één perceel de helft niet gemaaid, zoals later ook heel toevallig op Google Earth-beelden mooi is te zien.
‘Kan er echt wat mee’
Mul zelf is enthousiast over de mogelijkheden en wil er wel mee verder. “Als boer en vogelbeschermer kan ik er echt al wat mee. Ik heb er wel vertrouwen in dat dit snel voor de praktijk inzetbaar is.” Ook de trekker-unit om de kaarten te bekijken tijdens het maaien noemt hij een mooie toepassing. “Vooral als anderen maaien en de percelen niet goed kennen.”
Of en hoe hij ermee doorgaat hangt onder andere van de betaalbaarheid af. Ook moet een systeem snel ingezet kunnen worden, ook bij het in kaart brengen van veel percelen tegelijkertijd. Gezien de snelle ontwikkelingen van de techniek zal dat snel realiteit zijn, verwachten de deskundigen.
Wat betreft de betaalbaarheid hoopt de veehouder dat bijvoorbeeld de provincie Zuid-Holland de meerwaarde ziet en projecten gaat ondersteunen. “Als je dankzij de drone het dubbele aantal nesten vindt, dan weegt een bijdrage aan deze techniek per nest veel meer op dan wat ze nu jaarlijks aan beheersgelden betalen.” Wetende dat dit taaie trajecten zijn, zou Mul graag zien dat NPPL ook de komende jaren een bijdrage blijft leveren in onderzoek en ondersteuning. “Helemaal zelf investeren is voor veehouders lastig, je bespaart er geen kosten mee en doet het voor het algemeen belang.”
Technische verbeteringen
Technisch zijn volgens De Vries flinke verbeteringen doorgevoerd. Zo kan de drone al een half uur in de lucht blijven in plaats van 10 minuten in het begin. De uitrusting van de drone met een computer gaf veel extra mogelijkheden. Het is verder mogelijk om de gemaakte beelden direct na de opname op een dashboard op kantoor te bekijken en te bewerken. Ze worden dan teruggestuurd ter bespreking aan de keukentafel. De data blijft beschikbaar voor nadere analyses.
De beeldkwaliteit is ook verbeterd. “Het is zelfs mogelijk kuikens in hoog gras te vinden, dat hadden we een aantal jaren geleden niet gedacht. Slobeenden verschuilen zich goed en in het veld krijg je die bijna niet te pakken. Dat is een uitdaging die we komend seizoen extra aandacht geven.” Gezien de grote stappen die in twee jaar zijn gezet verwacht hij komend seizoen alweer een verbetering in toepassingsmogelijkheden.
Elkaar versterken
De afgelopen jaren is samengewerkt met vrijwilligers van de agrarische weidevogelvereniging. Als de dronetechniek doorzet, wil dat volgens De Vries niet zeggen dat een keuze gemaakt moet worden. De kracht juist zit in het versterken van elkaar. “Daarom moet de ontwikkeling gebeuren in samenspraak met vrijwilligers van de verenigingen. Je wilt de mensen betrokken houden. Ze hebben een schat aan ervaring en kunnen meehelpen bij het bekijken van foto’s om het nog betrouwbaarder te maken.” Het werkt ook andersom: als meer nesten worden gevonden zullen meer mensen enthousiast worden actief te worden binnen de vogelbescherming. De Vries ziet daaruit een olievlekwerking voor zich met meer waardering voor het agrarisch cultuurlandschap.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.