‘Er is niks opgewassen tegen weersextremen’
Goed bodembeheer helpt om verdroging en vernatting te beperken. Dat concluderen de deelnemers aan de Vraag-maar-raaksessie Landbouw 2050 tijdens het Future Farming & Food Experience event. ‘Maar tegen weersextremen is niks opgewassen’, zegt Hilde Coolman van het NAJK en akkerbouwer in Noord-Groningen.
Veel water in korte tijd funest
Op de vraag wat een grootste probleem is in Nederland stemt 55% voor verdroging en 45% voor vernatting. In de Vraag-maar-raaksessie Landbouw 2050 kregen de deelnemers diverse stellingen voorgelegd van een panel met Idse Hoving en Mirjam Hack-ten Broeke van Wageningen University & Research en Hilde Coolman van het NAJK. Coolman vindt vernatting een groter probleem dan verdroging. ‘Bij droogte kun je nog wat doen met peilgestuurde drainage en beregening, maar bij grote plensbuien komen gewassen onder water en daar kun je weinig tegen doen.’ Deelnemer Lotte van Duuren-Hollander van BO Akkerbouw en akkerbouwer in de Hoeksche Waard sluit zich daar volledig bij aan. Hoving stelt dat droogte voor gras en mais erger is. ‘Gras kan goed tegen nattigheid, voor akkerbouwers is veel water in korte tijd funest.’ Of verdroging of vernatting het grootste probleem is, hangt volgens Hack-Ten Broeke sterk af van waar je zit in Nederland. ‘Grondsoort en wel of niet kunnen beregenen bepalen veel.’
Zorgen over verzilting
72% van de deelnemers aan de sessie maakt zich zorgen over verzilting. 28% in het oneens met de stelling ‘Ik maak me zorgen over verzilting’. Voor akkerbouwers in de kustgebieden in Zeeland, Friesland en Groningen is dit een toenemend probleem en steeds meer gebieden in Nederland krijgen er last van. ‘Ook in Flevoland gaat de EC-waarde omhoog’, weet Martine Trip, akkerbouwer in Zeewolde. ‘We moeten in de toekomst meer regenwater gaan opslaan voor beregening.’ Hoving stelt dat verzilting op zich niet het probleem is, maar wel de beschikbaarheid van zoet irrigatiewater. ‘Dat speelt zeker in Zeeland, maar dat neemt ook toe in andere gebieden’, zegt Hoving. Het onderzoeksproject Zoetwaterboeren in Noord-Holland richt zich onder andere op een betere beschikbaarheid van zoet water door vasthouden van regenwater en opslag in zoetwaterbellen. Akkerbouwers kunnen lering trekken uit de ervaringen van dit project.
De luchtfoto van de proefpercelen van de locatie van WUR Open Teelten in Lelystad is illustratief voor de klimaatverandering. Rond de Future Farming & Food Experience kwam het water met bakken uit de hemel en dat is te zien. Voor alle Vraag-maar-raaksessies was er veel belangstelling vanuit het publiek. Met veel interesse werden de verschillende sessies gevolgd.
Meer nodig dan goed bodembeheer
67% van de deelnemers is het eens met de stelling dat goed bodembeheer helpt tegen verdroging en vernatting. 33% is het daarmee oneens, omdat ze vinden dat er bij weersextremen meer voor nodig is. Maar wat is dan goed bodembeheer? Meer organische stof toevoegen, bodemverdichting voorkomen, stro verhakselen, niet-kerende grondbewerking, groenbemesters en niet oogsten onder natte omstandigheden. ‘Dat laatste klinkt mooi, maar afgelopen najaar en voorjaar laten zien dat dit niet altijd lukt. Niet oogsten is dan geen optie, want dan verdien je helemaal niets’, zegt Coolman. ‘Dan neem je de bodemverdichting door de bietenrooier op de koop toe en dat zien we nu ook wel terug.’ Het verlagen van de bandenspanning helpt altijd wel, net als rekening houden met keuze van een gewas of ras op een bepaald perceel. Bijvoorbeeld op de natste percelen geen rooigewas telen. ‘We kunnen niet altijd een rooigewas inwisselen voor een ander gewas, omdat we ook een leverplicht hebben’, zegt Coolman.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.