Evaluatie iQuus demotour 2024: kansen voor onbemande trekker als-ie ook achteruit kan
De iQuus Autonomy komt -na evaluatie van de NPPL-Demotour 2024- in 2025 ook beschikbaar met software voor achteruitrijden. Daarmee komt leverancier GPX Solutions In Erichem (Gld.) tegemoet aan een belangrijke wens van Nederlandse vollegrondstelers. De mogelijkheid van achteruitrijden maakt het mogelijk met een met iQuus uitgeruste trekker ook in te zetten in situaties met smalle kop- of wendakkers. De inpasbaarheid van zo’n autonoom werkende trekker op vollegrondsbedrijven wordt daarmee behoorlijk vergroot. En de belofte is dat die optie er komt. Lees ook hier de ervaringen van de NPPL-ers die deelnamen aan de Demotour.
Na een eerste praktijktest in 2023 stelde GPX Solutions dit jaar opnieuw een trekker beschikbaar met een iQuus-systeem. Het gaat om een Fendt 716 S4 die is ingezet op bij deelnemers van de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) (bedrijven met akkerbouw, vollegrondsgroenten, bloembollen en melkvee). De meeste van deze bedrijven testten ook de 2023-versie van het systeem.
Uitgebreider en autonomer
Het veelzijdiger iQuus Autonomy-systeem waarmee dit jaar gewerkt werd, omvat extra veiligheidscomponenten en is daarmee uitgebreider en autonomer dan het iQuus Control systeem waarmee in 2023 een Steyr demotrekker was uitgerust. Twee belangrijke verschillen springen in het oog. Allereerst: de gebruiker kan voorafgaand aan een bewerking zelf de route van de trekker plannen op basis van de bekende perceelsgrenzen/AB-lijnen. In 2023 met de iQuus Control was daarvoor de experthulp van GPX Solutions nodig, waarmee ook bij een goede planning al gauw een halve dag gemoeid was. Met het zelf plannen is de flexibiliteit en daarmee de inzetbaarheid van het systeem vergroot, oordelen gebruikers. Daarnaast is het veiligheidspakket op de machine uitgebreid met extra sensoren. De permanente menselijke supervisie (inclusief het permanent ingedrukt houden van een knop) die vorig jaar bij de Steyr nodig was, is hiermee komen te vervallen. De Fendt met iQuus Autonomy kan zelfstandig aan het werk. De operator kan wat anders doen. ‘We hebben er nu geen moeite mee de trekker aan het werk te zetten en er bij weg te gaan’, vertelt teeltmedewerker Aswin Dierx van groentebedrijf Swinkels. ‘Op percelen vanaf pakweg twee hectare kan dit systeem in onze ogen interessant zijn.’
Veel potentie
Koen van Boheemen, die vanuit Wageningen University & Research de demotour begeleidde, spreekt terugkijkend op seizoen 2024 van een ‘mooi systeem met veel potentie voor op bestaande trekkers’. Met name is Van Boheemen ingenomen met de mogelijkheid voor gebruikers om zelf de routing van de trekker op percelen in te stellen. ‘Met weinig moeite. Mij lukt het om een gebruiker in pakweg een kwartier uit te leggen hoe dat werkt. Een hele verbetering met hoe dat vorig jaar ging.’
Twee serieuze wensen
Tegelijk komen uit de demotour 2024 vrij unaniem twee serieuze wensen voor uitbreiding van het systeem naar voren. Nederlandse telers zouden graag zien dat de automatiek wordt uitgebreid met de mogelijkheid van achteruitrijden, zodat de trekker kan steken op de kopakker. Daarnaast zouden ze graag een koppeling zien tussen werktuig en onbemande trekker. Dit om te zorgen dat de trekker juist kan reageren mocht er iets mis gaan met de machine. Eerst over dat achteruitrijden, wat in de huidige versie van iQuus niet mogelijk is. Dat betekent dat om te draaien een ruime kop- of wendakker nodig is. Heel ruim als bewerkingen direct aansluitend naast elkaar moeten komen te liggen, denk aan wentelploegen, of wat minder ruim als de werkgangen tijdens het werk niet perse meteen hoeven aansluiten. Om deze reden werkt de routeplanning van het systeem met een brede kopakker. Afhankelijk van de trekker is al snel een kopakker van 9 tot 15 meter nodig om de draai te kunnen maken.
Kopakkerkwetsie
Dat betekent dat bijvoorbeeld aardappelen aanfrezen op een perceel met kopakkers van vijf meter breed niet mogelijk is. Maar ook bij een voorbewerking voor planten of poten van een gewas kan die brede kopakker een blokkade zijn. Vaak loopt de aangedreven eg of sneleg (om weerrisico te vermijden) maar een kwartier of half uur voor de plant- of pootmachine uit. Dat wordt dan lastig als voor het gewas wordt uitgegaan van een kopakker van vijf meter breed. Dan zou een chauffeur na het onbemande stuk eerst het stuk rondom moeten afwerken. Terwijl je in feite met de planter meteen achter de eg aan wil. Afgezien van de kopakker houdt uit veiligheidsoverwegingen de onbemande trekker ook aan weerszijden van het perceel een onbewerkte brede strook aan.
Langwerpig perceel
Overigens kan de kopakkerkwestie verschillend gewogen, afhankelijk van de vorm van het perceel en hoe het bewerkt wordt. Van Boheemen: ‘Zo’n laatste tien meter weegt zwaarder op een vierkant perceel van een paar hectare dan op een langwerpig perceel van bijvoorbeeld een kilometer lang. Daar zou je nu al met een heel ruime draai zonder achteruitrijden kunnen gaan wentelploegen en bijvoorbeeld aansluitend de kopakkers kunnen spitten, afhankelijk van de vorm van het perceel en hoe bewerkt wordt. Op ons eigen bedrijf zou het bij ploegen van een perceel van 24ha (300 x 800 meter) over de 800 meter geen enkel probleem zijn, omdat we de ploeg-kopakkers toch spitten. We moeten dan paar baantjes meer spitten, maar scheelt aanzienlijk inploeguren.
De Marke
Op WUR-melkveeproefbedrijf De Marke in de Achterhoek blijkt het achteruitrijden om andere reden gewenst. Daar hadden ze hem graag ingezet om met de McConnel Shakaerator, ook wel weideshaker genoemd, grasland te beluchten. Dat ging echter niet omdat (net zoals eigenlijk bij elke krompootwoeler) aan het eind van de werkgang bij het uitheffen de trekker een klein stukje achteruit moet rijden om niet een hoop grond mee naar boven te halen. Dat geldt voor bouwland, maar is in grasland nog meer een probleem.
Achteruitrijden in 2025
Bij GPX Solutions heeft de boodschap van de telers geleid tot de belofte van een voorziening voor achteruitrijden in de software. Uiterlijk medio 2025 zou deze in een testfase bij geselecteerde telers gereed moeten zijn. ‘We gaan er mee aan de slag’, vertelt Luco Hetebrij van GPX Solutions. ‘Dat programmeren en implementeren in het systeem is een ingewikkeld en tijdrovend proces. Daarbij heb je te maken met een reeks aan specifieke instructies van de teler.’ Zo speelt bijvoorbeeld een rol hoe je wilt keren aan het eind? Dat kan door een bocht van 90 graden te maken, stukje terug en weer een bocht van 90 graden. Maar als er beperkt ruimte is voor trekker en gedragen machine moet je het misschien in stapjes van 45 graden doen en een keertje vaker steken. Hoe wil je precies in de volgende werkgang staan? Mag er nog een laatste stuurcorrectie in de rij volgen of wil je er juist strak kaarsrecht voor staan? Het maakt verschil of je land aan het klaarleggen bent of met de onbemande trekker peen zaait in klaargelegde bedden.
Ingewikkeld en tijdrovend
Hetebrij: ‘Dat is in principe niet lastig programmeren, maar wel ingewikkeld en tijdrovend, omdat je graag met een product naar de boer wilt dat aan deze uiteenlopende wensen kan voldoen; die al deze verschillende situaties aan kan. Elke (denkbare) situatie moet dus idealiter geprogrammeerd worden. En de routeplanner die gebruikt wordt, moet deze bochten ondersteunen én tegelijk niet meteen mega-ingewikkeld worden. Je wilt zo efficiënt mogelijk. Welke techniek van bochten maken hoort daarbij? Of hoe ga je om met gerende percelen. Je wilt met het verste wiel liefst tot aan het randje van de sloot, maar niet met de trekker in de sloot. Heel lastig. Het testen volgend jaar samen met telers wordt belangrijk.’
Van Boheemen: ‘De ingeniositeit van de mens, het vernuft van de chauffeur, doe je niet zomaar na.’ Hierbij geldt ook dat het achteruit rijden veilig moet zijn. Dat is een sowieso complicerende factor; helemaal omdat die voor verschillende machines moet gelden.
Chauffeur hoort, ziet, voelt en grijpt in
Dat benodigde vernuft geldt ook voor de beoordeling van het werk dat een onbemande combinatie van trekker en werktuig maakt. Zelfs bij betrekkelijk eenvoudige klussen als woelen, houdt de chauffeur het resultaat in de gaten. Knapt een breekbout dan ziet, hoort of voelt de chauffeur dat. Idem dito als er voor de poten te veel opstroopt. De chauffeur grijpt in, lost het probleem op en rijdt verder. In het geval van een onbemand werkende trekker moet de combinatie zelf de waarneming doen. Dat kan via een sensor aan de breekbout zijn, of via het motormanagement van de trekker dat signaleert dat de trekker structureel zwaarder of lichter gaat draaien. Bij aangedreven werktuigen is een sensor op de aftakas nuttig. Mogelijkheden te over: er zijn olietemperatuursensoren, geluidssensoren, trillingssensoren, het motormanagement van de trekker, sensoren die een doorbuiging signaleren etc.
Luco Hetebrij, GPX Solutions
Wat kan mis gaan en hoe erg is dat?
‘Op het huidige iQuussysteem hebben we zeven ingangspoorten om sensoren op aan te sluiten’, zegt Hetebrij. ‘Dat is op zich het probleem niet. Vraag is wel of en in hoeverre je er gebruik van gaat maken. Dat is ook een kwestie van risico-inschatting.’ Hoe groot is de kans dat er iets mis gaat? En áls er iets misgaat, hoe erg is dat dan in het ergste geval. De kans dat op een perceel dat al honderd jaar probleemloos in gebruik is een breekbout van een ploegschaar knapt, is erg klein. En als het toch zou gebeuren is dat vervelend, maar ook weer niet dramatisch. Maar stel dat je onbemand zou gaan zaaien of planten, dan ziet die risico-inschatting er weer anders uit. Hierbij geldt dat het hebben van sensoren op aangehangen werktuigen strikt genomen geen zaak is voor GPX Solutions. GPX focust op de autonomie en de aansturing van de trekker. Al zal GPX hierbij wel meedenken.
Supervisie
Voor de langere termijn ziet Koen van Boheemen van WUR wel een systeem voor zich waarbij (rijk) met sensoren uitgeruste werktuigen de trekker aansturen. ‘Denk aan een combinatie van trekker-spitmachine die ongeacht zwaarte of nattigheid van de grond bij een variërende rijsnelheid voortdurend perfect werk met mooie vierkante hapjes blijft maken.’ Overigens kan de supervisie over een onbemand werkende trekker die land klaarlegt ook gebeuren door de chauffeur van een zaai- of pootcombinatie die er op hetzelfde perceel vrij kort achter komt.
Mag een trekker onbemand werken?
Het antwoord of een trekker onbemand en zonder fysieke aanwezigheid van een operator op het perceel onbemand mag werken luidt: Ja. Dat wil zeggen dat er geen regelgeving is die zegt dat het niet mag. Dus in principe ben je gedekt met een veiligheidsvoorziening en een paar bordjes Verboden Toegang langs je perceel. Die verbodsbordjes zijn nodig om een perceel te onderscheiden van de openbare weg, waarop autonomie niet is toegestaan. Er is op dit moment verschillende regelgeving maar niets is sluitend en/of precies van toepassing op autonoom/onbemand werken op een kavel. Luco Hetebrij van GPX Solutions: ‘De enige die op perceel komt is de bestuurder/operator. Die weet hoe het systeem werkt, wat het doet en heeft de afstandsbediening met noodstop bij zich. Het systeem checkt directe omgeving én of trekker niet buiten perceelsgrens komt. In theorie is dan menselijke veiligheid afgedekt. Honderd procent bestaat niet, hier niet en nergens niet en dat betekent dat bij het ontwerpen van regelgeving risico’s gewogen moeten worden.’ Tegelijk wil Hetebrij ook gezegd hebben dat met onbemand werken niet mis mag gaan. Het nog prille systeem heeft een kwetsbaar imago. ‘Het is een gegeven dat in Nederland jaarlijks tussen tien en twintig doden en enkele honderden gewonden vallen bij ongevallen met landbouwvoertuigen. Maar wat denk je wat er gebeurt als er één keer iets misgaat met een onbemande trekker. Er mag niks misgaan.’ Eén van de afwegingen is hoe strak een veiligheidssysteem rond de trekker moeten worden afgesteld. Niet al te strak. Tijdens de demotour stopte de onbemande trekker bijvoorbeeld op een gegeven moment doordat deze een te grote grasspriet als obstakel definieerde en stopte. Koen van Boheemen van WUR: ‘Moet de deur van de trekker op slot als je er bij weggaat of juist niet? Over dat soort dingen gaat het ook. Uitgangspunt is dat je bij ontwerpen van een systeem nadenkt over wat er mis kan gaan en naar redelijkheid maatregelen neemt om deze risico’s te beperken of te voorkomen. Mogelijk kan dit niet alleen met het systeem, maar vraagt het om maatregelen in de omgeving. Ingewikkeld, dat gaan we niet eventjes oplossen. Maar gezien potentie systeem/autonomie enorm belangrijk dat we er met elkaar aan werken.’
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.