Gevraagd: meer experimenteerruimte voor drones
Over vier jaar zal het gebruik van drones in de landbouw een grote vlucht hebben gemaakt. Die verwachting spraken vier drone-specialisten uit in het NPPL-webinar: toepassingen van drones in de landbouw. Met wel een kanttekening: er is meer experimenteerruimte nodig.
Veel potentie
Afgaand op het aantal aanmeldingen voor dit webinar (365) leeft het onderwerp onder landbouwondernemers. Wat kan? Wat mag? Wat mag niet? Wat zijn de perspectieven voor drones? Op die vragen gaven Tamme van der Wal (WUR), Leks Bolderdijk (ABdrone), Eelco van Putten (spruitenteler) en Arjan Jansma (Qlobel) antwoord. Alle vier zijn ze positief over de inzet van drones in de nabije toekomst. Eelco: ‘Ik heb net een nieuwe veldspuit gekocht, en die zal ik ook over vier jaar nog nodig hebben. Maar de drone is over vier jaar zeker een aanvulling op de mogelijkheden van gewasbescherming.’ Leks: ‘Ik verwacht een enorme groei, zeker op het gebied van spotspraying. Drones als maatwerk oplossing.’ Arjan: ‘Ik denk dat we vooral veel meer zaaien met drones.’ Tamme: ‘Ik verwacht zeker een groei als drones makkelijker in gebruik worden en de regels ruimer.’
Alternatieven nodig
Wereldwijd wordt de drone steeds breder ingezet binnen de landbouw. In Amerika worden zelfs al grote velden bewerkt met drones die in toerbeurt 100 km vliegen en Brazilië heeft zelfs regelgeving voor drones grotendeels losgelaten. De mogelijkheden zijn ook enorm, lieten de webinarsprekers met voorbeelden zien. Inspectie van gewassen, minder bodemverdichting door drones dan met rijdend materieel, de drone als vogelverschrikker, omheiningen controleren, zaaien, voorspellen van de oogst, gebieden in kaart brengen… Eén beperking in dat geheel op dit moment: dronespuiten mag in Nederland niet. Nog niet. Er zijn nieuwe regels op komst, waarbinnen wel wat mogelijk is, maar daar is nog wel veel te winnen. Op Europees niveau wordt nu gewerkt aan ruimere regelgeving. Om dat allemaal te kunnen onderzoeken, spraken de webinarsprekers de wens uit om meer experimenteerruimte te krijgen. ‘Als de overheid gewasbeschermingsmiddelen gaat verbieden (2030), hebben we alternatieven nodig. De drone kan daarin belangrijk worden. Maar daarvoor moeten we dus wel testen en onderzoek doen.’ Dan gaat het over zaken als drift (als je spuit met een drone hoe ver verspreiden de (chemische) middelen zich dan), maar ook wat is het effect van bijvoorbeeld een nieuw middel als brandnetelthee of zeewier als gewasbeschermer. Die middelen moeten veel vaker gespoten worden dan chemische middelen en wat is het effect van de drone dan op de gewassen? Vooralsnog kan de drone als ‘observer’ akkers beoordelen en dan moet de veldspuit het nog oplossen. Maar in Duitsland mogen wijnranken bijvoorbeeld al wel met een drone bespoten worden, waardoor de fysiek belastende rugspuit overbodig wordt. Voordeel van de drone bij vaker bespuiten is onder meer dat er veel minder bodemverdichting is en je ook met natte akkers uit de voeten kunt met een drone. Dus kansen: ja. De verwachtingen zijn hooggespannen, maar er moet nog wel het een en ander gebeuren voordat de drones gemeengoed zijn in de landbouw. Zowel op het gebied van regelgeving als de effecten van toepassingen van drones.
Zaaien met drone al verder
De drone is nu veelal nog ‘inspecteur’ in Nederland. Het biedt overzicht. Maar op heb gebied van zaaien wordt de drone inmiddels al best vaak ingezet. Onder meer om groenbemesters te zaaien in de maïs voordat die geoogst wordt. Tamme adviseert vooral met drones ‘laaghangend fruit te plukken als het kan’. Drones toepassen waar het al mag. Komende jaren wordt de regelruimte vanzelf groter, luidt de verwachting. Al zal veiligheid altijd een issue blijven. Zo mag vliegen bij een luchthaven vaak niet. ‘Maar er is nu ook al een gratis app om te kijken of het luchtruim vrij is of niet.’ En ook de drone-businesscase moet kloppen. ‘De kosten met de inzet van drones moeten lager liggen dan nu.’ Maar ook dat komt dichterbij. En nu moet vaak een observer het luchtruim in de gaten houden en iemand de drone vliegen. Als er een vaste vliegroute is, mag dat met één persoon. Op termijn zullen drones vermoedelijk autonoom vliegen zonder bemanning. En in kassen worden drones inmiddels ook al ingezet voor insectenbestrijding. Dus ja, de toekomst van de drone is er. Zeker als de maatschappelijk druk op bestrijdingsmiddelen groeit en alternatieve gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn. ‘Daar maak ik me best zorgen over’, stelde Leks. ‘De fabrikanten zijn aan zet om met nieuwe middelen te komen, maar ik zie ze nog weinig tot niet.’ Maar belangrijkste conclusie aan de webinar-tafel onder leiding van Corné Kempenaar, was toch wel dat er nog veel testen en onderzoek nodig is om de drone effectief en efficiënt in te zetten. Kortom. Gevraagd derhalve: experimenteerruimte.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.