Inzetbaarheid van robotwieder testen in ijsbergsla

Lost robotisering het capaciteitsprobleem van in de rij schoffelen op? IJsbergslateler Nico Knibbe in Wieringerwerf (N.-H.) gaat de uitdaging aan.

Nico Knibbe van maatschap Knibbe en Boerma in Wieringerwerf probeert graag nieuwe dingen. Hij en zijn broers zijn jonge ondernemers die staan voor grote investeringen, dus duurzaamheid staat hoog in het vaandel.

Pratend over precisielandbouw en de doelstelling binnen NPPL, wordt de bouwtekening van een nieuwe aardappelsorteerder terzijde geschoven. Op het computerscherm lichten diverse modellen robots en robottrekkers op. Doel is het onkruid wieden in ijsbergsla te automatiseren. Een tweede doel dat later aan bod komt, is besparingen op middelen door de vervanging van volvelds spuiten. Het behalen van de doelen hangt in de eerste fase af van het leggen van de juiste contacten. In mei, zo is het streven, moeten prototypes gedemonstreerd worden.

Automatisering

Dit jaar teelt Knibbe 120 hectare ijsbergsla. Het cameragestuurd wieden, waarbij dicht langs de plantenrij, maar ook tussen de planten in de rij wordt geschoffeld, doet hij sinds 2016 met de Steketee IC. Knibbe: ‘’Alleen in de probleempercelen. Als er weinig onkruid staat, pakken we de gewone schoffel.’’

Liever zou hij het hele areaal doen, maar daarvoor is de rijsnelheid niet toereikend. Bovendien waren er geregeld technische mankementen. “We hebben gemiddeld 3 hectare per dag kunnen halen en in totaal in drie jaar 120 hectare. Het is nog zeer de vraag of een robot een hogere rijsnelheid heeft, maar het idee achter robotisering is dat de robotwieder dag en nacht doorgaat en dat er arbeid wordt uitgespaard. Hoe dit in de praktijk uitpakt, moet nog worden bewezen.’’

Knibbe laat zich bij het maken van de keuze adviseren door WUR-onderzoeker Bram Veldhuisen. De akkerbouwer weet maar al te goed dat leveranciers het een en ander ontwikkelen en hij wil op tijd aanhaken.

Sinds enkele jaren wiedt Nico Knibbe in de percelen met ijsbergsla het onkruid met de cameragestuurde Steketee IC.

Verbeelding

Net als destijds de drones, spreken robots tot verbeelding. Filmpjes van leveranciers laten vooral het ideaalbeeld zien. Op het computerscherm verschijnt nu Dino van NAIO technologies, naar Nederlands gehaald door leverancier Abemec. Ogenschijnlijk brengt deze wieder het er goed vanaf in de ijsbergsla. De werkbreedte zal echter aangepast moeten worden van 1.80 naar 2.25 meter. Abemec lijkt welwillend naar de ijsbergslatelers en besloten wordt Veldhuisen contact opneemt om te vragen naar de mogelijkheden.
Kanttekeningen bij robots worden ook gemaakt. Het schoffelmechanisme is weer anders dan  bij de Steketee IC, dat vraagt in de eerste plaats gewenning.

Knibbe wil vooral ervaren hoeveel tijd hij nog kwijt is aan het positioneren van de weedrobot en het instellen. Kan de weedrobot de planten vinden, wisselen diverse GPS-systemen de gegevens wel uit? En hoe zit het met de controle op het schoffelen? Knibbe: ‘’Er zou een camera op moeten zitten die een signaal geeft naar de telefoon als het misgaat of als het gaat stropen.’’

Daarnaast kan volgens Veldhuisen ook de veiligheid nog roet in het eten gooien. “De veiligheid moet gegarandeerd zijn. Het is nog niet duidelijk hoe de robots dit waarborgen.” Knibbe laat zich hierdoor niet afremmen. ‘’Als ik dat zou doen, gebeurt er nooit wat.

Nico Knibbe oriënteert zich op robots die in staat zijn om te wieden in de percelen met ijsbergsla.

Autonome trekker

De optie die het dichtst bij de huidige praktijk ligt, is de Steketee IC laten trekken door een autonoom aangestuurde trekker. Ook hierbij gaat het in eerste instantie om het leggen van contacten. Knibbe weet dat op verschillende plaatsen systemen worden ontwikkeld, zoals Gotrac GPS en systemen van Probotic. De meeste werken op een vooraf gereden route en dat is niet wat hij zoekt. “Bij GPX solutions zijn ze bezig om het aansturen zo in te richten dat van tevoren op de computer een Preplan wordt gemaakt, waarbij lijnen en keerpunten worden ingevoerd en de volgorde van acties, zoals aftakas aan en hydrauliek aan of uit.’’ Dit systeem is bedoeld voor Fendt 200 en 300-series heeft hij vernomen. De Greenbot van Precisionmakers, een opzichzelfstaande autonome trekker, heeft niet zijn voorkeur.

Precisiespuiten

Dan pakken ze het precisiespuiten bij de kop. Sinds vorig jaar staat er bij Maatschap Knibbe en Boerma een nieuwe spuittrekker van Amazone op de dam. De spuitboom is uitgerust met meervoudige dophouders op 50 cm. Dit zijn feitelijk de secties.

Het AmaSwift-systeem maakt het mogelijk om afhankelijk van de toepassing een dop te kiezen. Om kort na opkomst precies op de plantrij of juist alleen op kale grond te spuiten, zijn slechts twee aanpassingen nodig. Knibbe: “Het brugsysteem op de dophouder waarbij de afgifte wordt geleid naar doppen op 25 cm is bestelbaar. Ik wacht nog op het juiste type. Daarnaast heb ik AmaSelect Row nodig om in de computer de juiste secties in te stellen.’’ Is de techniek aangepast, dan wil hij dit om te beginnen inzetten bij de eerste phytopterabespuiting in aardappelen.

De drijfveer achter precisiespuiten is enerzijds het uitbuiten van mogelijkheden en anderzijds meegaan in maatschappelijk en duurzaam ondernemen. De verwachte besparing varieert van 33% bij bodemherbiciden tot 66% bij een eerste gewasbespuiting. ‘’We doen het ook omdat afnemers binnen Global-Gap het van ons vragen. Van een betere opbrengst en verbetering van het bodemleven, hebben we geen bewijzen. ‘’

Maatschap Knibbe en Boerma beschikt sinds vorig jaar over een nieuwe spuittrekker van Amazone . De spuitboom is uitgerust met meervoudige dophouders op 50 cm.

Akkerweb

Wanneer Veldhuisen de mogelijkheden van Akkerweb toont als model dat beslissingen ondersteunt, is Knibbe aan het scherm gekluisterd. In de teelt van aardappelen is zoveel onderzoek gedaan dat, mits de gebruiker teeltregistratie en andere data kan invoeren, er gerichte spuitadviezen uit voortkomen. Zo is er bijvoorbeeld de een phytophtera-applicatie ontwikkeld door de WUR en Agrifirm, maar er zijn ook loofdoding en andere applicaties. Knibbe: “Blijkbaar is het vooral bekend bij handelspartners. Het lijkt me geschikt om bijvoorbeeld een spuitschema op te rekken.’’ Direct maakt hij een account aan. Data kan hij halen uit zijn teeltregistratie van Cropvision.

Alle componenten voor robotisering zijn aanwezig

Bram Veldhuisen van Wageningen University en Research (WUR) heeft de taak om de kennis die er is over robotisering en vooral de mogelijkheden ervan inzetbaar te maken. Voor het project NPPL volgde hij alle ontwikkelingen online en in de praktijk.

Internationaal zijn er veel robots ontwikkeld, licht hij toe. Filmpjes zijn te vinden op Youtube. De meeste zijn geplaatst door leveranciers. ‘’Bedrijven brengen het ideale plaatje naar buiten. Zo makkelijk is het in de praktijk meestal niet.’’ Met name de effectiviteit van schoffelen, de gebruiksvriendelijkheid en veiligheid moet Knibbe zelf ondervinden.

Veldhuisen volgt onder meer de AgroIntelli Robotti, Greenbot en Dino van NAIO technologies. ‘’Ervaring moet leren hoe de robot moet worden ingesteld zodanig dat deze de plantjes vindt. Matchen de GPS-systemen en wat als dat niet zo is? Ook moeten we ervaren hoe je de robot op locatie brengt en in hoeverre je erbij moet blijven. In de Dino hangt een NAIO-schoffel en daar moet je als akkerbouwer ook weer vertrouwd mee raken.’’ De AgroIntelli Robotti is net als de Greenbot een autonome tractor met een hefrichting waar je werktuigen inhangt. De Robotti voegt zich om het werktuig heen. Daarom kan deze de Steketee IC van Knibbe niet trekken.

Robots onderscheiden zich ook op het gebied van aandrijving. ‘’Een Robotti heeft een dieselmotor, de Dino een accu. De vraag voor de teler is dan hoelang hij er meerijdt en wat de kosten zijn van brandstof, tanken of een uitgebreid accupakket.’’

Bram Veldhuisen van Wageningen University en Research (WUR) volgt de ontwikkelingen op de voet op het gebied van robotica in de agrarische sector

Drone blijft in de kast

Enthousiast gemaakt door berichten in de media kocht Nico Knibbe twee jaar geleden een drone die ook bio-massa onderscheidt. Dit was zijn eerste ervaring met precisieteelt en eigenlijk kwam hij bedrogen uit. “Leveranciers beloven meer dan mogelijk is”, is zijn conclusie. Kanttekeningen heeft hij genoegd. Zo beïnvloedde de schaduw van een wolk op het gewas het beeld en duurde het van uitvliegen tot het afleveren van een gewaskaart drie dagen. Bovendien heb je met een beeld van de biomassa nog geen idee waarmee je kunt variëren en hoeveel. “Het voelde als rommelen in de marge en je weet niet wat je nodig hebt voor winst.’’ De drone is een mooi speeltje volgens de akkerbouwer maar dit jaar blijft hij net als vorig jaar in de kast.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.