Klaas Schenk sluit druppelaars aan op waterbuffer

Akkerbouwer Klaas Schenk in Anna Paulowna  (N.-H.) kan de druppelaars in zijn uien- en pootaardappelen aansluiten op een waterbuffer. Hij heeft hiervoor een hoofdleiding aangelegd, een pijp met een een diameter van 125 mm en een totale lengte van 500 meter.

Schenk heeft het doel bijna bereikt, al zij het met enkele opstartproblemen. De akkerbouwer slaat de agenda erop na. Begin mei werden de bedden aangelegd, de aardappelen gepoot en de druppelslangen ingegraven. Op dezelfde dag werden twee bronnen geslagen op 21 m diepte, tot op de zandbank waarna het water zouter wordt en dus ongeschikt is.

Stormschade

Op 14 mei is een silo geplaatst met een capaciteit van 900 kuub. Op 21 mei raakte deze echter door een zware storm beschadigd. Schenk: ‘’De silo stond vol met water dat we hadden opgepompt uit de bron. Toch is er een deuk in de wand gewaaid, waardoor de binnenzak over de rand ging en het water wegliep. Inmiddels is de zaak hersteld.’’

De silo bevat opnieuw grondwater. ‘’De bedoeling is dat we regenwater opvangen van de daken, maar daarvoor moeten we goten aanbrengen en PVC is nu gewoonweg slecht verkrijgbaar en dus te duur’’, licht hij toe.

Eigenlijk zou de hoofdleiding twee weken geleden worden ingegraven. Toen was het te nat en wilde Schenk het land niet op. Vandaag werd de klus alsnog geklaard. ‘’We hebben wat leertijd gehad, zo kun je het ook zien en als het droog wordt, kunnen we de druppelaars dit seizoen toch mooi gebruiken.’’ 900 kuub is volgens Schenk genoeg om 12 ha op één dag van 7,5 mm water te voorzien. Het aanvullen van de buffer duurt 2,5 dagen. Het moet dus niet dagen achtereen droog worden.

Wennen aan bedden

Het is het eerste jaar dat de pootaardappelteler op bedden teelt. ‘’We hebben de aardappelen op 12 tot 15 cm onder de grond geplant. Maar omdat de grond in mei behoorlijk koud was, duurde het lang voordat ze boven kwamen. In de ruggenteelt maak je eerste een kleine rug die je later ophoogt en gaat het sneller. We zoeken dus nog naar de ideale plantdiepte.’’
Een voordeel van bedden is volgens Schenk dat het vocht dat er valt beter beschikbaar is voor de planten. Zelfs in de droge periode, rond het kiemstadium van de knollen, was er hierdoor geen nijpend water tekort. Wel is er kort na planten op een lagere plek in één perceel waterschade ontstaan na een bui van 50 mm, omdat de grond in de bedden te lang nat was. Dat was bij de hevige regenval van twee weken geleden niet het geval. ‘’Daar zijn we goed doorheen gekomen. Er is staat nu genoeg gewas op, dat trekt aan het bodemvocht’’, besluit Schenk.