Martijn Slabbekoorn: stappen gezet bij boomspecifiek spuiten
Voor fruitteler Martijn Slabbekoorn uit het Zeeuwse Kapelle-Biezelinge was het belangrijkste thema binnen de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) het boomspecifiek spuiten van zijn boomgaard. Reden om met hem rond het einde van het spuitseizoen terug te blikken op het eerste jaar als NPPL-deelnemer.
Voor Slabbekoorn was het spuiten op gps en taakkaart niet nieuw. Het op kaartkaart boomspecifiek spuiten op basis van dronebeelden, sensoren op de spuiten en de PWM-spuitdoppen was niet alleen echt nieuw voor de pionierende precisiefruitteler, maar ook voor de gehele fruitteeltsector.
Nieuwe detectiesensoren en PWM-techniek
In de afgelopen jaren spoot fruitteler Martijn Slabbekoorn al op gps en op taakkaart met zijn drierijenboomgaardspuit van Hol Spraying Systems (H.S.S.). De verbetering hiervan is vooral het automatisch openen en sluiten van spuitdoppen.
Dit seizoen ging hij een paar stappen verder met de Intelligent Spray Application® (I.S.A.) van Hol Spraying Systems. Martijn was de eerste fruitteler die met de nieuwste enkelrijige HSS-spuit met deze techniek ging rijden. Het nieuwe zit vooral in de detectiesensoren en de PWM-techniek.
Aantal vruchten per boom optimaliseren
Met het per boom of zelfs boomdeel spuiten had Martijn enkele praktische doelen in beeld. Voor bespuitingen zoals voor het bevorderen van de zetting met GA4/7 om meer peren aan een boom te krijgen en voor bespuitingen met vruchtdunningsmiddelen om minder vruchten aan de boom te krijgen. Als fruitteler wil je een goed evenwicht bereiken tussen de groeikracht en productie van de bomen. Bij een veelgebruikte plantafstand van 3 meter rijpad en 1 meter tussen de bomen in de rij is ongeveer 100 vruchten per boom het streven.
Extra vruchtzetting
Een boomgaard bestaat uit allemaal verschillende bomen die in bloei, groei en vruchtdracht sterk kunnen verschillen. Bij slecht of matig bloeiende perenbomen probeer je met vruchtzettingsbevorderingsmiddel als GA4/7 extra zetting te krijgen terwijl juist de goed bloeiende bomen vaak minder wil laten dragen voor een goed evenwicht tussen het aantal vruchten en wat een boom aan kan.
Vooral bij appels dit jaar zag je grote verschillen in de bloei tussen bomen. Een deel van de bomen zat na een (te) zware vruchtdracht in 2019 met weinig bloemknoppen in een zogenoemd beurtjaar.
In dezelfde aanplant heb je ook aantal wel bomen die dan wel goed bloeien. Door met een drone tijdens de bloei vliegen kun je op basis van meer of minder witte pixels de bloeirijkdom beoordelen. Op basis daarvan kun je een taakkaart maken waarbij je per boom een eigen behandeling aan bij peren zettingsbevordering of bij appels en peren vruchtdunning kunt realiseren.
Praktijk weerbarstiger
De praktijk is altijd wat weerbarstiger. Zo was op het moment van spuiten in het voorjaar de PWM-techniek nog niet klaar om een verschillende dosering per boom of per boomsectie te geven.
Toch lukte het Martijn om op het juiste moment boomgericht te spuiten. Op het matig bloeiende perenperceel begon hij met alle bomen gewoon met GA4/7 in een dosering van 0,5 liter/ha te spuiten. Vervolgens spoot hij in een tweede spuitronde die direct hierop volgde op taakkaart alleen de slechtbloeiende bomen nog een tweede keer met 0,5 l GA4/7. Dat was zonder PWM-techniek nog wel alleen nog een kwestie van de spuitdop open of dicht.
Nu PWM-techniek inmiddels wel geïnstalleerd is, kan hij het volgend jaar nog boomgerichter spuiten. Dan hoeft hij maar één spuitronde te maken waarbij de spuitdop per boom een aangepaste dosering kan geven. Soms zal de dop helemaal dicht staan, soms helemaal open en soms maar half open om een halve dosering te geven. In theorie kun je elke boom een andere dosering geven.
Taakkaart moet synchroon lopen
Een ander puntje waar Martijn tegen aan liep, was dat het nog best lastig was om elke vakje op de taakkaart helemaal synchroon te laten lopen met het vak waar de boom exact staat.
Op basis van dronebeelden die de witte kleur van de bloemen detecteert, maak je een kaart waarin elk vakje van het perceel gekoppeld wordt aan een bepaald percentage witte kleur. Op basis van het percentage wit laat je de taakkaart de dosering aanpassen. Het was best even lastig om elk vakje op de taakkaart volledig synchroon te laten lopen met het vakje waar één boom staat. Soms versprong dat teveel waardoor het wat vervuiling gaf.
Het idee is nu ook om op basis van de hoogtekaart te werken, waarbij met een drone de boomhoogte gemeten wordt. Vervolgens trek je voor de taakkaart daar een cirkel of boomvakje van ongeveer de boomdoorsnede omheen om het volledig synchroon te laten lopen. Op de plek waar de boom staat is het gewas immers het hoogst en dat is goed met een drone te zien.
Boomgericht vruchtdunnen
Bij appels heeft Martijn een perceel met het ras Junami boomspecifiek gespoten met een vruchtdunningsmiddel Globaryll. Het appelperceel bloeide dit voorjaar, net als veel appelpercelen, erg wisselend.
Net als bij de peren is er iets later in de appels ook met een drone gevlogen om de witte kleur van de bloemen te detecteren. Wel was het nog wel lastig hoe je de norm vaststelt van een percentage witte kleur ofwel bloemen om met wel of niet spuiten met vruchtdunningsmiddelen te starten. Dat is nog echt iets waar je meer ervaring mee op moet doen.
Wat het lastig maakt is dat als je bijvoorbeeld 25% wit als norm neemt dat het nog uitmaakt of het nu net een hard- of zwakgroeiende boom is. Een rustige boom geeft veel minder vruchtrui en moet je misschien al bij 20% witte kleur al spuiten. Terwijl je bij meer groeikrachtige bomen en dus meer vruchtrui een norm van bijvoorbeeld 30% witte kleur beter zou kunnen passen.
Met PWM-techniek beter sturen
In de toekomst zou je dat volgens Martijn met de spuit met PWM-techniek en sensoren beter kunnen sturen. Als je de taakkaart op twee indicatoren van witte pixels vanuit de dronebeelden en de groeikracht vanuit de opgeslagen data van de sensoren meeneemt, is dit per boom veel beter aan te passen.
De groeikracht meten kan op basis van dronebeelden maar kun je ook met de nieuwe spuit vanuit gedurende heel het seizoen opgeslagen data van de zes detectiesensoren op de spuitmast. Met deze info vanuit de sensoren krijg je inzicht in groei en daarmee kun je taakkaart per zelfs een deel van de boom vullen. Niet alleen voor het dunnen handig maar ook voor bijvoorbeeld boomgericht wortelsnoeien waardoor je alleen de hard groeiende bomen wortelsnoeit.
Boomgericht spuiten met Globaryll
In dit jaar heeft Martijn alleen de goedbloeiende witte bomen in zijn perceel met Junami er tussenuit gespoten toen hij een paar weken na de bloei met het vruchtdunningsmiddel Globaryll 100 SL ging spuiten. Martijn kreeg indruk dat de gericht gespoten bomen echt harder ruiden maar echt tellingen zijn er niet verricht.
Je zou dezelfde werkwijze ook kunnen toepassen voor gericht spuiten met bloemdunner ATS, maar omdat het middel wat verbranding geeft, is Martijn daarvan minder gecharmeerd.
Net als bij de GA4/7 op de peren was het bij deze toepassing op de appels jammer dat dat de PWM-techniek in het voorjaar nog niet klaar was. Nu was het bij het vruchtdunning op appel weer een kwestie van de spuitdop helemaal open of dicht. Maar sinds in juni de PWM-techniek wel op de spuit geïnstalleerd is, kan hij volgend jaar veel meer spelen in de dosering aan vruchtdunningsmiddel per boom.
Middelen besparen door PWM-techniek
Het grootste voordeel van de PWM-techniek en de bladdetecterende sensoren is dat je met alle bespuitingen heel gericht alleen de plekken in de boom gaat spuiten waar daadwerkelijk blad zit. En als er wat minder blad zit kan het met gepulseerde dopafgifte ook een kwestie zijn van wat minder doseren zijn. De eerste ervaring leert dat hij gemiddeld 25% middel bespaarT maar dat kan variëren van 10% bij volwassen bomen vol in het blad tot 50% bij jonge bomen op een vergelijkbaar tijdstip.
Dit geeft natuurlijk een mooie besparing aan dure gewasbeschermingsmiddelen maar het is ook direct milieuwinst. Het deel wat je normaal gesproken spuit waar geen blad is, draagt logischerwijs veel meer bij tot drift en emissie naar plekken waar het niet thuis hoort.
Eigen drone en eigen taakkaarten
Nieuw dit jaar was dat Martijn op basis van eigen dronebeelden zelf taakkaarten ging maken. Dit gebeurde nog wel met wat hulp van Bert Rijk van Areau Imaging. Martijn gebruikte al langer het registratieprogramma Agromanager maar sinds dit voorjaar kun je in Agromanager ook taakkaarten opstellen. Daarvan heeft hij volop gebruik gemaakt.
Het zelf vliegen met een eigen drone leverde nog wel een probleempje op. Het viel Martijn wat tegen op hoeveel momenten het in het windrijke Zeeland te hard voor de drone waaide. Het is goed voor te stellen dat je in de toekomst een week lang niet goed kunt vliegen en dus je de juiste dronebeelden voor iets als vruchtdunning mist.
Taakkaarten maken op basis van de gegevens die voortkomen uit de detectiesensoren komt er ook aan. De data kunnen ook worden gebruikt om de boomvorm en boomhoogte te registreren. In combinatie met gps is groeikracht van de aanplant te registeren, deze gegevens kunnen worden gebruikt als inputdata voor het maken van een taakkaart voor groeiregulatie of bemesting.
Autonome trekker
In de zomer is zijn Fendt Vario voorzien van het het IQuus autonoom pakket van GPX Solutions. Daarmee is het mogelijk om de trekker-spuitcombinatie volledig autonoom door de boomgaard te laten rijden. Dit seizoen was het nog experimenteel maar volgend jaar wil hij op de zijn locatie van 30 hectare in Kruiningen het gehele seizoen autonoom spuiten. Bij meer dan 30 hectare zou een tweede autonome trekker nodig zijn.
Voorlopig is de techniek van PWM en autonoom rijden op de enkele-rijige-boomgaardspuit toepasbaar. Dezelfde techniek ziet Martijn nog niet snel op de drierijige boomgaardspuit komen. Maar omdat vaste arbeid om te spuiten duur en schaars is, wil hij wel snel kunnen spuiten op zijn bedrijf van 70 hectare boomgaard. Daar zijn twee oplossingen voor. Of zelf spuiten met een meerrijige boomgaardspuit zoals hij afgelopen jaren deed. Of de enkelrijige spuit autonoom te laten werken. Voorlopig werkt hij op beide manieren.
Terugblik en vooruitblik op het NPPL-project
Door corona liep het NPPL-project allemaal wel wat anders. Door zelf te filmen in plaats van door een professionele videograaf viel het voor berichtgeving voor de volgers van de nieuwe techniek nog wel mee. Wel vervielen activiteiten door de corona-maatregelen. Martijn vindt het echt jammer dat de bijeenkomsten voor NPPL-deelnemers niet doorgingen. Want juist daar en zeker ook in het informele deel ervan kun je mooi de ervaringen met andere precisieboeren uit de andere sectoren veel meer uitwisselen dan nu het geval was.
Voor het volgende en tweede projectjaar voor Martijn zijn er niet direct nieuwe speerpunten. Hij benadrukt dat bij meerjarige gewassen als fruitteelt altijd meerjarige effecten spelen waardoor je zoiets altijd over meerdere jaren moet volgen. Speerpunt blijft boomgericht spuiten. En in het verlengde daarvan graag ook aandacht voor de problemen en ook de kansen rond toelating van gewasbeschermingsmiddelen in de precisiefruitteelt, Daar hebben zijn inziens organisaties als het ministerie van landbouw, CTBG en NFO toch nog wel wat stappen te zetten.
Middelen besparen door PWM-techniek
Het grootste voordeel van de PWM-techniek en de bladdetecterende sensoren is dat je met alle bespuitingen heel gericht alleen de plekken in de boom gaat spuiten waar daadwerkelijk blad zit. En als er wat minder blad zit kan het met gepulseerde dopafgifte ook een kwestie zijn van wat minder doseren zijn. De eerste ervaring leert dat hij gemiddeld 25% middel bespaarT maar dat kan variëren van 10% bij volwassen bomen vol in het blad tot 50% bij jonge bomen op een vergelijkbaar tijdstip.
Dit geeft natuurlijk een mooie besparing aan dure gewasbeschermingsmiddelen maar het is ook direct milieuwinst. Het deel wat je normaal gesproken spuit waar geen blad is, draagt logischerwijs veel meer bij tot drift en emissie naar plekken waar het niet thuis hoort.
Toelatingsbeleid van middelen
De toelating van middelen houdt steeds meer rekening met emissie van middelen. Zo mag je een aantal middelen die een negatief effect kunnen hebben op waterorganismen alleen spuiten als je boomgaardspuit en bijbehorende doppen aan een bepaald percentage driftreductie voldoet. Op het etiket van gewasbeschermingsmiddelen staat dan bijvoorbeeld dat het gebruik van driftreducerende venturidoppen verplicht is.
Met een nog betere driftbeperkende spuit als deze nieuwste HSS-spuit zou je nog meer rekening houden met de toelating. Zo zou je de toelating van middelen die nog wat ter discussie staan in de benen kunnen houden als je het alleen toestaat voor de jongste generatie aan boomspecifieke spuiten met de hoogste driftreductie.
Het liefst ziet Martijn enkele middelen die we door teveel emissie naar het oppervlaktewater of de bodem kwijt zijn zo weer opnieuw toegelaten worden. Dat is goed voor het milieu en de teler en zo beloon je ook de telers die wat betreft precisiefruitteelt en driftbeperkende spuittechniek voorop lopen.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.