Cornelis Mosselman zet biologische aardappelen af naar Voedselbank
Om de kosten van zijn laatste 100.000 kilo aardappelen en wortelen van oogst 2022 deels vergoed te krijgen, heeft NPPL-deelnemer Cornelis Mosselman samen met zijn afzetcoach Susanne Dekker een bijzondere actie opgezet. Bi-Jovira, Mosselmans bedrijf in Ooltgensplaat (Z-.H.), schenkt de aardappelen en wortelen aan de Voedselbank.
Tegelijk is een inzamelingsactie georganiseerd om de kosten voor teelt, verwerking en logistiek deels enigszins vergoed te krijgen. Het beoogde bedrag is €45.000. Afgelopen zaterdagavond, 8 dagen na de start stond de teller op €45.323 uit zo’n 2.000 donaties. Mosselman spreekt van een bemoedigend resultaat.
Overgeschakeld op biologische strokenteelt
Cornelis Mosselman, deelnemer aan de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) heeft in Ooltgensplaat (Z-.H.) zijn biologische bedrijf Bi-Jovira. In 2020 schakelde hij om naar biologische strokenteelt op toen 15 hectare. Later werd het strokenareaal uit tot 35 hectare. Inmiddels is hij op alle 50 hectare van het bedrijf overgegaan op wat hij noemt regeneratieve akkerbouw. Mosselman teelt in een één-op-acht rotatie op stroken van 3.00 meter akkerbouw- en groentegewassen. Hij werkt vanaf vaste rijpaden op 3.20 meter en heeft daar zijn mechanisatie vergaand op aangepast. Om bij grote neerslagtekorten de bodem vochtig te kunnen maken zijn er twee beregeningsbomen van 51,5 meter breed, met de mogelijkheid om per strook de waterafgifte te variëren. Voor de afzet milt de akkerbouwer op vooral de ‘kleine korte keten’ waarin zijn gedachtegoed over gezonde volhoudbare voedselproductie wordt gedeeld, en waar men ook bereid is er voor te betalen.
Spoelen verslechtert kwaliteit
Het probleem bij Mosselmans afzet komt er kortgezegd op neer dat het niet lukt om het deel te slijten, waarvan de afzet niet vooraf was geregeld. “Normaal als wij voor onze vaste klanten in de kleine korte keten een partij voor afzet verwerken, sorteren we pakweg 10% uit. Soms wat minder, soms wat meer. Maar als voor andere afnemers gewassen wordt, dan wordt iedere onvolkomenheid zichtbaar. Qua eetbaarheid is dat meestal geen enkel probleem, maar supermarkten willen het simpelweg niet.
Bovendien, door het spoelen zelf verslechtert de kwaliteit; een klein plekje droogrot gaat in enkele dagen over in rot. Let op: het is een goed recht van de afnemers dat ze hun eisen stellen, maar tegelijkertijd stel ik vast dat burgers dit dwaas vinden. Maar ook heeft de consument er mede voor gezorgd dat dit zo gegroeid is.
Wij werken op inhoud en smaak van onze producten en juist daar wordt in het gangbare afzetkanaal niet of nauwelijks naar gekeken. Ook in de biologische afzetkanalen niet.”
Concreet gaat het om gebreken als pok, spikkel, zilverschurft, slakkenvraat, zulk soort zaken. Voor de Agria-aardappelen is in markt nog wel een plek te vinden; voor de phytophthoraresistente Alouette en Vitabella is het lastig.
Gezonde bodem en smakelijke producten
“Wij investeren fors in onze bodem en gezonde smakelijke producten. Maar een deel voldoet niet aan de strenge eisen aan het uiterlijk van het product. Daarom dreigen deze in de schuur te verpieteren. Tegelijkertijd is het is het wekelijks voor meer dan 100.000 mensen lastig om een gezonde maaltijd op tafel te krijgen door prijsstijgingen. Voedselbanken kampen met tekorten en hebben moeite om voldoende groente en fruit aan hun klanten te bieden.”
Een en andere gecombineerd resulteerde dus in de schenking aan Voedselbank Nederland. De groente en fruitbrigade haalt het op en distribueert het over de vele lokale afdelingen in Nederland. Het bedrag van de flankerende inzamelingsactie voorziet in compensatie van ‘een deel van’ de kosten voor teelt en levering. “Grofweg kun je zeggen dat we exclusief BTW en inclusief verwerken de helft van de opbrengst hebben die we eigenlijk nodig hebben. Onze kosten zijn hoog, omdat ons systeem nog niet geoptimaliseerd is en vrijwel al het leergeld en de ontwikkelkosten zelf hebben moeten betalen. Ik wil ook niet dat mensen denken dat wij geld verdienen aan de Voedselbank. Maar dit is wel een tegemoetkoming in de kosten.”
Biodiversiteit gaat voor minder ziekten en plagen zorgen
Vraag is nu of genoemde stagnatie in de afzet als gevolg van uiterlijke onvolkomenheden iets is waarmee Cornelis Mosselman mee moet leren leven, een gevolg van de biologische teeltwijze op smalle gewasstroken. Of dat die van voorbijgaande aard is? Hij gaat uit van het laatste. “De kwestie maakt maar weer eens duidelijk dat een zo radicale omschakeling als ik op mijn bedrijf heb doorgevoerd, niet in een paar jaar gepiept is. Ik ga er vanuit dat de biodiversiteit op mijn bedrijf op een gegeven moment voor een zodanig evenwicht zorgt dat minder ziekten en plagen optreden. Ik heb vijf jaar geleden de basis gelegd voor een radicale omschakeling van mijn bedrijf, maar ben er nog niet. De bank geeft voor de omschakeling van gangbaar naar biologisch een overbruggingskrediet voor twee jaar. Dat is veel te weinig, Zeven jaar zou reëeler zijn. Opmerkelijk is trouwens dat ik de afgelopen jaren bijvoorbeeld bij de aardappelen nauwelijks last heb gehad van ritnaalden en rot. Ook niet waar tot voor kort grasland heeft gelegen. Het meeste gaat goed.”
Qua teelttechniek heeft Mosselman met zijn bedrijfssysteem met biologische strokenteelt geen knoppen, waarmee hij in de oorzaken van de stagnerende afzet acuut kan oplossen.
Omschakelen kost veel geld
Het is niet voor het eerst dat Cornelis Mosselman de afzetmogelijkheden en de prijsvorming van alternatieve producten aan de orde stelt. Al eerder betoogde hij dat biologische teelt in combinatie met strokenteelt in zijn optiek op termijn weliswaar financieel mogelijk is, maar dat ook hier de kosten voor de baat gaan. Zeker voor wie zoals hij een voortrekkersrol vervult. Op zijn bedrijf zou het gaan om een kostenpost voor omschakeling van meer dan een miljoen euro. “Omdat ik veel heb moeten uitproberen en heb moeten ontwikkelen is dat aan de hoge kant. Maar ook nieuwe omschakelaars moeten zich realiseren dat de omschakeling veel geld kost.”
Mosselman vindt dat de transitie naar minder milieubelastende teeltsystemen voor financiële ondersteuning van de overheid in aanmerking zou moeten komen. Uiteindelijk moet het allemaal wel worden betaald”, zei hij eind 2020 tegen, toen nog, landbouwminister Carola Schouten. “Op termijn zal dat uit de markt moeten komen. In de omslagperiode is ondersteuning nodig. Anders zullen niet veel boeren hiermee beginnen.”
Die boodschap is onveranderd. Dat producten van zijn bedrijf een hogere kostprijs hebben dan ‘gewone’ biologische producten, en dat die uit de markt moet komen, staat volgens Mosselman als een paal boven water.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.