NPPL-melkveehouder plaatst bodemvochtsensoren
Met behulp van bodemvochtsensoren wil NPPL-melkveehouder Gerard Uijterlinde meer grip krijgen op de ruwvoerproductie op zijn bedrijf. De sensoren zijn onlangs geplaatst.
Uijterlinde heeft samen met zijn vrouw Els een melkveebedrijf in het Twentse Deurningen. Op 80 hectare zandgrond produceren ze voedsel voor 200 melkkoeien. Zijn grond is erg droogtegevoelig. In 2020 heeft de haspel van april tot eind september vrijwel continu gedraaid, net als in 2019.
Via een demo met bodemvochtsensoren wil de veehouder meer grip krijgen op de ruwvoerproductie. De proef vindt plaats op twee melkveebedrijven en wordt mede mogelijk gemaakt door NPPL en het Twentse project Eiwit van eigen land.
Drie beregeningsregimes
In drie stroken op een van zijn percelen worden dit groeiseizoen verschillende beregeningsregimes toegepast:
- niet beregenen,
- gemiddeld beregenen: als de zuigspanning volgens de data van de sensor boven de 60 komt, wordt met behulp van een haspel beregend,
- optimaal beregenen: als de zuigspanning boven de 30 komt, wordt beregend.
Begin mei zijn de sensoren, gemaakt door het Oostenrijkse Pessl Instruments, geplaatst door de Nederlandse leverancier Agrometius. Het gaat om twee typen sensoren. De ene meet de zuigspanning, bodemvocht en bevat een regenmeter. De andere doet hetzelfde, maar heeft geen regenmeter en bevindt zich dus volledig onder de grond. “Het grote voordeel van dit laatste type is dat wij de sensor niet hoeven te verplaatsen als er wordt gemaaid of geweid op het perceel. Verplaatsing van de sensor verstoort mogelijk de data en dat willen we natuurlijk liever niet.”
Effect op bodemleven
Gedurende het seizoen wordt de productie droge stof en eiwit in de drie stroken een aantal keer gemeten. De demo moet de veehouder ook informatie opleveren over het effect van beregening op het bodemleven. Hiervoor worden later in het seizoen theezakjes in de bodem geplaatst. Deze worden na twaalf weken opgegraven om te zien in welke mate ze zijn verteerd.
Uijterlinde: “Hieruit kunnen we conclusies trekken over het effect van beregening op de activiteit in de bodem. Ik ga ervan uit dat optimale beregening later in het seizoen nog een positief effect heeft op het bodemleven en dus op de productiecapaciteit van de grond. Deze proef moet uitwijzen of die veronderstelling juist is.”
Vergelijkingstest
De WUR en Aeres Hogeschool Dronten zijn onlangs op twee verschillende grondsoorten gestart met een vergelijkingstest van negen verschillende bodemvochtsensoren. Uijterlinde is benieuwd naar de resultaten. “Wij hebben gekozen op basis van verzamelde informatie. En op gevoel. Uit de resultaten van die vergelijkingstest zal blijken of we de juiste keuze hebben gemaakt.”
Sensoren in de bodem geven aan wat de zuigspanning van de bodem is.
2 Comments
Beste,
Wordt de zuigspanning met een tensiometer gemeten? Bij drogere bodem willen tensiometers wel doorslaan met lucht, wordt dit voorkomen door op tijd te beregenen?
De zuigspanningen 30 en 60 zijn 30 en 60 cm (op welke diepte)? Dan wordt er al beregend als de grond nog relatief vochtig is.
Vriendelijke groeten,
Margit Gosen
Wetterskip Fryslân
Dag Margit,
De zuigspanning meten we inderdaad met een soort tensiometer. Deze geeft een waarde in kPa op ongeveer 15cm diepte. Ik ga er eigenlijk vanuit dat onafhankelijk van de beregening de sensor bestand is tegen de omstandigheden in de grond.
Bij 30kPa is de grond inderdaad nog relatief vochtig en verwachten we dat het gras goed door kan groeien. Bij 60 kPa verwachten we dat de grasgroei al onder druk staat.
Met vriendelijke groet,
Gerard Uijterlinde
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.