Duidelijke taal bij NPPL on Tour 2021 in Andijk
De juiste hoeveelheid op de juiste plek. Bollenteler Stef Ruiter startte zijn introductie met het verhaal dat hij al van jongs af aan vraagtekens zette bij de inzet van middelen en op zoek was naar efficiëntie en optimalisatie. Door data te verzamelen en veel te experimenteren is hij ver gekomen.
Ruiter heeft met zijn broer Niels een bollenbedrijf in Andijk. Het teeltareaal van J.C.J. Ruiter Wever is 110 ha, daarnaast zijn er de takken export en broeierij. De ondernemer toonde aan dat hij niet schroomt om kennis te vergaren en opdrachten uit te zetten. Eén van de bezoekers zei na afloop dat Ruiter een open boek is en op zijn bedrijf laat zien wat volgens wetenschappers en fabrikanten mogelijk wordt geacht. ‘’Voor veel collega’s die ontwikkelingen in de vakbladen volgen zijn het lossen onderdelen, maar Ruiter weet het aan elkaar te koppelen tot één geheel.’’
Zeven interventies
Hoever Ruiter is met integratie van precisielandbouw bleek uit een duidelijk gestructureerde opening, waarbij WUR-expert Koen van Boheemen de essentiële vragen stelden. Bij zeven interventies werd kort ingegaan op het hoe en waarom. In een chronologische volgorde.
Ruiter start het seizoen met het detecteren van zuring en kweek in weilanden waar hij later bollen plant. Dronewerkers werkt hiervoor de algoritmes uit. De wortelonkruiden worden plaatselijk bestreden en Ruiter bereikt hiermee dat ze niet versmeren als naderhand mechanisch het grasland wordt vrijgemaakt. Deze toepassing acht hij voor 70% praktijkrijp. De volgende stap is het in kaart brengen van de bodem. Ruiter stapte over van de Veris bodemscanner van Vantage Agrometius naar de Passieve Gamma Techniek van Loonstra en Van der Weiden.
“We doen dit op elk perceel. Het levert belangrijke basisinformatie op.’’ Waarbij hij zich laat ontvallen dat het inplannen wel een klus is en dat ook de landeigenaren eraan hebben moeten wennen. Aan de hand van de bodemkaarten die hij zelf maakt wordt compost gestrooid. ‘’We trekken de basisbemesting gelijk, door de hoeveelheid organische stof gelijk te trekken met het oog op mineralisatie.’’
Variabel planten
De vierde stap is nog in ontwikkeling. Het betreft het variabel planten. Ruiter: “We willen dit beter afstemmen op de capaciteit van de grond. Daarvoor is meer kennis nodig van de groeipotentie. We studeren nog op welke eigenschappen nodig zijn en hoe die te meten zijn.”
Een vijfde stap is het inzetten van weerstations. Op elk perceel staat een station met vochtmeter die tot om de 10 cm op 5 dieptes meet. De gegevens worden gebruikt bij het plannen van beregening, daarnaast leveren weerstations informatie om spuitintervallen te bepalen.
Verfijning
Ruiter verzamelt steeds meer data om interventies te verfijnen. De insteek bij het variabel toedienen van kunstmest is dat plaatsspecifiek tekorten aan elementen worden aangevuld. Daarbij wordt nu ook rekening gehouden met een optimale verhouding van nutriënten in de grond. Ruiter noemde hierbij het voorbeeld van onderlinge concurrentie bij opname van bijvoorbeeld Kalium en Calcium.
Bij de toepassing van bodemherbiciden speelt nu ook het aanwezige gewas een rol. De bollenteler vertelde dat hij uitgaat van een lutumkaart, een kaart voor organische stof én het teeltplan (ras en maatvoering), waarop de spuithoeveelheid plaatsspecifiek wordt aangepast. “Als een gewas meer blad ontwikkelt, is er meer lichtconcurrentie en dus minder middel nodig”, lichtte hij toe. Hij zit nu gemiddeld op 65% van de standaardtoepassing. De milieubesparing is in zijn ogen groter, omdat wordt toegediend wat nodig is.
Demonstraties
Na dit duidelijke verhaal gingen zo’n 150 bezoekers uiteen in 4 groepen om een toelichting te krijgen op de Agrifac zelfrijdende spuit, de bodemscans van zowel Vantage Agrometius als Eddie Loonstra en het project Bollenteelt 4.0 gepresenteerd door de WUR. Maarten Visscher van Agrifac wist heel beeldend te vertellen hoe Stef Ruiter hem er toe had bewogen een versie van een spuitboom te ontwikkelen die paste bij zijn wensen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de PWM-techniek (pulsbreedte modulatie) en secties met één spuitdop. Bezoekers reageerden naderhand dat dit de praktijk ver vooruit is. Het is niet voor elke bedrijf weggelegd, we hopen dat vooral loonwerkers instappen”, reageerde een collega.
Eddie Loonstra ging bij zijn stand vooral in op de gebruiksvriendelijkheid van de scanners. “Als boeren iets niet prettig vinden, is dat het omgaan met bodemkaarten. Voor recht-toe-recht-aan toepassingen zoals gips strooien is het mogelijk metingen direct af te lezen en hier ook direct op te anticiperen.”
Voorloper
Bezoekers halen graag kennis bij voorlopers en waarderen een evenement als NPPL on Tour. Geconcludeerd mag worden dat precisietoepassingen langzaamaan gebruiksvriendelijker worden, maar dat het nog steeds een investering van geld en tijd betreft. Het laatste is vaak een struikelblok, aldus een aanwezige collega. “We zijn namelijk ook nog bezig met energietransitie, personeel, afzet en natuurlijk het uitvoeren van de werkzaamheden zelf.”
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.