Door het vaker voorkomen van droge zomers is uien beregenen een belangrijke teeltmaatregel geworden. Om uien te telen in gebieden met een lage waterbeschikbaarheid is efficiënt omgaan met zoet water steeds belangrijker. Druppelslangen zouden een oplossing kunnen bieden voor de uienteelt.

Deze proef is in 2020 uitgevoerd. De proef bestond uit 6 objecten:

• Niet beregend
• Bovenover beregenen met beregeningsboom (60 mm)
• Bovenover beregenen met beregeningsboom (100 mm)
• Druppelirrigatie met 2 slangen (30 mm)
• Druppelirrigatie met 3 slangen (30 mm)
• Druppelirrigatie met 2 slangen (50 mm)

De uien zijn op 1.5 meter brede bedden met 5 zaairijtjes per bed geteeld. De druppelslangen zijn tussen rij 1 & 2 en tussen rij 4 & 5 aangelegd. Bij het object met 3 slangen lag de middelste slang dicht bij het middelste rijtje.

De zomer van 2020 was vrij droog. Na een extreem droog voorjaar viel er gedurende de zomer af en toe een buitje maar niet voldoende om de gewasverdamping bij te kunnen houden. 

Opbrengst

In 2020 resulteerde beregenen in een tot 25% hogere uienopbrengst ten opzichte van alleen regenval. De hogere watergiften bij de verschillende beregeningsmethodes (50 mm bij druppel en 100 mm met de boom) resulteerden in betere opbrengsten dan de lagere watergift (respectievelijk 30 en 60 mm).

Waterefficiëntie

Met druppelslangen was de watergift efficiënter. De opbrengst bij een totale watergift van respectievelijk 30 en 50 mm via druppelslangen had eenzelfde opbrengst als 60 en 100 mm via de beregeningsboom. Hiernaast lijkt het leggen van 3 druppelslangen per 1,5 meter breed bed te resulteren in een betere opbrengst dan 2 druppelslangen door de betere verdeling.