Potentie drones in de lelieteelt

Afgelopen vrijdag 21 juni zat ik samen met Kaz Vermeer (VanBoven) en Sjaak Huetink om tafel om te kijken wat we met drones in de lelieteelt kunnen doen.

VanBoven richt zich op de ontwikkeling van machine learning algoritmen om RGB-beelden (kleurencamera) te verwerken tot agrarische toepassingen. Tijdens het gesprek kwam ook de multispectrale camera even naar voren. Taakkaarttoepassingen zoals in de aardappelen loofdoding, variabel phyptophthora en bijbemesting werken vooral met NDVI- of WDVI-gewasindexen en behoeven dan ook een nabij infrarood (NIR)-band in de camera.

Gewaskenmerken in beeld brengen

VanBoven heeft een andere visie, namelijk gewaskenmerken in beeld brengen, zoals hoogte, bladbedekking, kleur, onkruiden. Hiervoor gebruiken ze een RGB-camera. Deze is vaak goedkoper dan een multispectrale camera en heeft daarnaast ook vaak een hogere resolutie. Beide zijn prima in gebruik. Maar ik denk dat met NIR toch net iets sneller achterstallige groei te detecteren is dan met RGB.

3 percelen

Al vrij snel gingen we het veld in. We bezochten 3 percelen lelies: een perceel met graspollen, een perceel met een valplekje en een perceel met plekjes haagwinde. Ons doel was om te verkennen wat we met de drone vanuit de lucht kunnen detecteren en potentie heeft om plaatsspecifiek te behandelen.

Bij het eerste perceel aangekomen gaf Kaz uitleg hoe de drone te gebruiken. Net als de ervaring van Henk Verdegaal was de indruk van Sjaak en mij dat een kind de was kon doen. We vlogen alle 3 de percelen op 25 en 10 meter hoogte, van elk perceel een blok van circa 40 bij 40 meter. 25 meter voor een gewasoverzicht, 10 meter om tot op detail de planten te kunnen onderscheiden (resolutie van 8mm/pixel).

Positieve ervaringen

Met name de ervaringen in het lelieperceel met haagwinde waren zeer positief. Haagwinde kun je pas goed (chemisch) te bestrijden, wanneer deze boven de lelieplanten uitkomen. De bestrijding heeft echter als nadeel dat het middel ook de lelieplant even terugzet. Op de beelden kun je heel goed te zien dat de haagwinde plaatsgewijs voorkomt. Grote potentie dus om plaatsspecifiek middel in te zetten. Met niet alleen middelbesparing tot gevolg, maar ook zeker ontlasting voor het leliegewas en hopelijk een stuk kwaliteitsverbetering tot gevolg.

Het plan is om het gehele perceel te vliegen en een taakkaart maken. Daarna wil Sjaak kijken wat hij kan met zijn getrokken Amazone spuit om plaatsspecifiek te spuiten (spuitboombreedte of 3m secties). En hij zou graag met een spuit welke op dopniveau met dopafsluiting kan werken een test uitvoeren. Een mooi vergelijk wat beide machines kunnen doen.