‘Precisielandbouw is effectief, maar ook lastig’
Jonge akkerbouwer Sten de Meijer (20) uit Zeeuws-Vlaanderen is enthousiast voor precisielandbouw. Zijn vader Martin is deelnemer aan het NPPL-project. “Ik groei erin mee.”
Het is af en toe lastig. Een taakkaart maken en vervolgens inladen in de terminal op de trekker kan veel tijd kosten. Toch is Sten de Meijer enthousiast voor precisielandbouw. Hij steekt die tijd er wel in.
Zijn vader Martin is vanaf het eerste jaar deelnemer aan het NPPL-project en experimenteert met verschillende toepassingen zoals variabel doseren van bodemherbiciden en variabel bemesten. Bedrijfsopvolger Sten doet daar actief aan mee. “Wij hebben percelen met zwaardere en lichtere stukken, grond met meer en minder potentie. Met precisietechnieken kunnen we in principe met minder meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen meer product van ons land halen. Dat is goed voor ons rendement én voor het imago van de akkerbouw.”
Hij zet er wel een kanttekening bij. “Soms twijfel ik toch over het rendement. Het maken van bodemscans en taakkaarten en het inhuren van adviseurs kost natuurlijk ook geld. Of de financiële uitkomst altijd positief is, vraag ik me soms af.”
Twee bedrijven
Met zijn vader Martin de Meijer en moeder Carla Haak zit Sten sinds begin 2019 in de vennootschap. De VOF heeft in Zeeuws-Vlaanderen twee akkerbouwbedrijven, een in Hoek en de andere in Waterlandkerkje. Ze bewerken zo’n 200 hectare. Na de MAS in Goes volgt hij nu de tweejarige opleiding Tuin- en Akkerbouw Ondernemerschap aan de Aeres Hogeschool in Dronten. Het eerste jaar heeft hij erop zitten. “Vanwege de coronacrisis heb ik de afgelopen maanden de lessen vanuit huis gevolgd. Zo kon ik meer op het bedrijf doen. Was mooi meegenomen! Maar ik heb wel al mijn examens gehaald.”
Variabel spuiten van bodemherbicide
Sten noemt een voorbeeld van een geslaagde toepassing van een precisietechniek. Vorig seizoen heeft hij samen met zijn vader op basis van historische luchtfoto’s en beelden van Boer & Bunder een taakkaart gemaakt om variabel bodemherbicide te spuiten in een perceel zaaiuien. “Achterop is de grond een stuk zwaarder dan aan de voorkant. De jaren daarvoor gebruikten we altijd een gemiddelde dosering. Met als gevolg gedeeltelijke plantuitval aan de voorzijde, terwijl achterop nog onkruid stond. Met onze John Deere-spuit kunnen we variabel spuiten. Je kon het resultaat in het veld zien. Met dezelfde hoeveelheid middel was de opbrengst van het hele perceel zeker hoger.”
Vorig teeltseizoen zijn ook pootaardappelen variabel gepoot. Op basis van historische beelden is door CZAV een taakkaart gemaakt. Op de zwaardere plekken was de afstand tussen de rijen 32 cm en op de lichte stukken 28 cm. De bedoeling was om in een deel van het perceel het verschil in opbrengst te meten. Door de droogte en de gevolgen daarvan voor de groei is dat er niet van gekomen. Sten: “We weten dus niet exact wat het rendement is. Maar ik weet vrijwel zeker dat we door variabel te poten met dezelfde hoeveelheid pootgoed een hogere opbrengst hebben gehaald.”
Satellietbeelden
Dit jaar stond variabel loofdoden op het programma. Eind juli is dat gebeurd. Sten wilde op basis van satellietbeelden een taakkaart maken. “Ik weet hoe dat moet, onze spuit kan het aan, maar de jongste satellietbeelden waren een maand oud. Heb je dus niks aan. We hadden als alternatief de biomassa met een drone kunnen laten opmeten, maar dat viel vanwege de kosten af. Toch zie ik wel perspectief in variabel loofdoden. Minder spuiten scheelt toch kosten.”
Dit seizoen is op percelen met uien en consumptieaardappelen variabel kunstmest gestrooid. De Rabe-kunstmeststrooier die hiervoor is aangeschaft heeft 15 secties, met een totale werkbreedte van 45 meter. “Zeker op percelen die niet rechthoekig zijn, werkt dat uitstekend. Zo voorkom je dat stukken dubbel worden bemest. Dat scheelt per hectare toch een behoorlijke hoeveelheid kunstmest.”
Vochtsensoren
Het bedrijf kan op beide locaties beregenen. Op het bedrijf in Waterlandkerkje gebeurt dat via diepdrainage, in Hoek wordt water onttrokken uit een nabijgelegen bassin van waterleidingbedrijf Evides. Via het NPPL-project kreeg de VOF begin 2019 de beschikking over twee vochtsensoren. Deze werden geplaatst in percelen met aardappelen en zaaiuien. “Dat werkte uitstekend”, zegt Sten. “De sensor meet het vochtgehalte in de bodem en geeft bij een dreigend vochttekort een signaal op je mobiele telefoon. Hier in Hoek hebben we lichte grond wat gauw verdroogt. Zonder sensoren ben je meestal te laat met beregenen. Dat kost opbrengst. Wij beregenen erg veel, zeker afgelopen jaren, en dan is het goed om te weten welke percelen voorrang moeten krijgen.”
De sensoren functioneren helaas niet meer. Na een jaar waren ze kapot. “We hebben twee nieuwe gekregen, maar die moet ik nog installeren. Ze kosten €150 per stuk. Als ze 10 jaar functioneren, kan dat natuurlijk wel uit. Het liefst zou ik dan in elk perceel een sensor installeren, misschien wel twee; een op een hoger stuk en een op een lager stuk. Wij proberen met een aantal van onze producten zo vroeg mogelijk op de markt te zijn. Efficiënt beregenen helpt dan wel.”
Niet erg gebruiksvriendelijk
Sten weet zeker dat hij verder gaat met precisielandbouw. “Ik vind het allemaal machtig interessant.” Dat geldt overigens niet voor de meesten van zijn klasgenoten. “Het leeft bij hun nog niet. Door het NPPL-project ben ik erin gegroeid, dat scheelt natuurlijk. Nu ben ik sympathisant van precisielandbouw.”
Die sympathisant heeft wel een advies aan de fabrikanten en programmeurs. “Het maken van taakkaarten en het inladen ervan in de terminal is best ingewikkeld. Soms ben ik uren aan het prutsen en het volgende seizoen ben je weer vergeten hoe het moet. Dat moet toch gebruiksvriendelijker kunnen.”
‘Wij kunnen beregenen, 2020 wordt daarom voor ons een prima jaar’
Sten de Meijer verwacht dat 2020 een prima jaar wordt. “Door te beregenen zijn we het droge voorjaar goed doorgekomen. Wij hebben de beschikking over grondwater en water van waterleidingbedrijf Evides. Dat geldt lang niet voor alle akkerbouwers in Zeeuws-Vlaanderen. Wij verwachten dit seizoen goede opbrengsten en hopen op goede prijzen.”
Zo’n 1,3 hectare van de totale bedrijfsoppervlakte van 200 hectare is bestemd als patrijzenrand. Het bedrijf neemt deel aan een project van de provincie Zeeland. Het gaat om een strook van 22 meter breed. Deze ligt tegen een dijk aan en bestaat uit een bloemenrand, een gras- en een foerageerstrook. Sten: “Het werkt, we zien patrijzen in die rand. Leuk om mee te maken. De bloemen trekken allerlei insecten aan. Voorbijgangers zien dat ook. Kortom, zo’n bloeiende perceelsrand is goed voor het imago van onze sector.”
Op 1 oktober 2019 stond Sten op het Malieveld in Den Haag. Hij deed die dag mee met de eerste grote boerendemonstratie. De meeste demonstranten waren veehouder, maar Sten ontmoette ook een aantal jonge akkerbouwers. “Wij hebben ook onze actiepunten. Steeds meer gewasbeschermingsmiddelen worden verboden. In de strijd tegen insecten mogen wij geen gecoat bietenzaad meer gebruiken. Dat leidt ertoe dat we meer chemische middelen moeten spuiten. Is niet goed voor het milieu, leidt tot hogere kosten en we hebben er veel meer werk aan.”
1 Comment
Prachtig en duidelijk verslag, dankjewel.
Ken jullie vestiging in de Braakman meer dan zestig jaar Veel succes, blijf jullie volgen!
Groet Rinus
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.