Precisiespuiten, variabel spuiten of plaatsspecifiek spuiten?

Is het precisiespuiten, variabel spuiten of plaatsspecifiek spuiten? En wordt in de Nationale Proeftuin precisielandbouw (NPPL) gewerkt aan precisieberegenen of Beregenen op Maat?

Na drie jaar nationale proeftuin blijkt het tijd om de namen van precisietechnieken tegen het licht te houden. De termen lopen in de praktijk door elkaar heen en er zijn weinig mensen die de verschillen duidelijk kunnen uitleggen. Helderheid hierover is niet alleen belangrijk voor een goede samenwerking tussen onderzoek en boerenpraktijk, maar ook bijvoorbeeld voor wet- en regelgeving. In de toelating van gewasbeschermingsmiddelen wordt al rekening gehouden met vollevelds-toepassing (en mogelijk dus variabel) en pleksgewijze toepassing.

Meer uniformiteit

Om die reden hebben experts van Wageningen UR en de redactie van NPPL gezocht naar meer uniformiteit. Dat bleek een weerbarstige zoektocht te zijn. Halverwege hebben we een tussenresultaat voorgelegd aan de deelnemende boeren van de nationale proeftuin. Daarmee wilden we toetsen of we een juiste koers bewandelden. De enquête maakte echter duidelijk dat de visie van NPPL-boeren sterk uiteen kan lopen. Neem bijvoorbeeld de vraag of het ‘variabel doseren fungiciden’, ‘variabele ziektebestrijding’ of ‘precisie ziektebestrijding’ zou moeten zijn. Het leverde een kleurrijke grafiek met uitkomsten op.

De meningen van NPPL-deelnemers zijn zeer divers.

Nieuwe afspraken binnen NPPL

Tijd om nogmaals kritisch te kijken naar de gebruikte termen. In samenspraak met de experts van Wageningen hanteren we nu de volgende redeneerlijn:

‘Precisie’ gebruiken we als paraplubegrip, in aansluiting op de al veelgebruikte term precisielandbouw. Zo kom je uit op precisiespuiten, precisiezaaien en precisiebemesting.
Deze precisietechnieken kunnen op verschillende wijze worden gerealiseerd. Vandaar dat we vervolgens onderscheid maken tussen ‘variabel’ en ‘plaatsspecifiek’. Variabel hanteren we als bijvoorbeeld een spuit meer of minder spuit.  ‘Plaatsspecifiek’ gebruiken we als de spuit per sectie of dop echt aan en uitgaat, afhankelijk of er bijvoorbeeld een onkruid is gedecteerd of niet.

Met deze redeneerlijn voor NPPL komen we dan uit op de volgende benamingen van technieken en toepassingen die in de nationale proeftuin worden getest:

Precisiespuiten

  • Variabel doseren bodemherbiciden
  • Plaatsspecifiek onkruiden bestrijden via onkruiddetectie
  • Variabel doseren fungiciden
  • Variabel loofdoden
  • Variabel strooien granulaat
  • Precisiespuiten fruitteelt

Precisiezaaien

  • Variabel poten/planten/zaaien
  • Plaatsspecifiek zaaien in optimale bodem

Precisiebemesten

  • Variabel bekalken
  • Variabel bemesten

Overige precisietoepassingen/technieken

  • Precisieberegening
  • Optimalisatie rijpaden
  • Robottoepassingen in open teelten
  • Sensor- en monitoringsystemen
  • Bescherming vogelnesten en fauna
  • Plaatsspecifiek wortelsnoeien
  • Strokenteelt

Nieuwe ontwikkelingen

We beseffen dat bij de naamgeving nog steeds een grijs gebied blijft. En ook dat het in de nabije toekomst noodzakelijk kan zijn om nogmaals kritisch naar de benamingen te kijken. Neem de ontwikkeling in de fruitteelt als voorbeeld. Nu passen sommige fruittelers een variabele bemesting toe. Maar er wordt ook wel gedacht aan technieken waarbij door alleen de zwakgroeiende bomen worden bemest en de sterkgroeiende bomen worden overgeslagen. Dan zou er dus sprake zij van plaatsspecifiek bemesten.

Kortom, de ontwikkelingen in de precisielandbouw staan niet stil en dus ook de benaming van deze technieken en toepassingen niet. Maar voor dit moment kiezen we dus voor de eerdergenoemde benamingen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.