‘Schoffelrobot is een mooi ding, maar voor mij nog niet af’
Nico Knibbe nam afgelopen week een kijkje bij de schoffelrobot Dino bij Pater Broersen in de teelt van ijsbergsla. Het was de akkerbouwer zelf niet gelukt om een proefveld te realiseren met bedbreedte 1.80 meter. Knibbe teelt op 2.25 meter brede bedden. Niels Danenberg van Pater Broersen is nu de eerste in de regio (Noord-Holland) die ervaring opdoet met het gerobotiseerd schoffelen.
Danenberg ziet er voordeel in dat hij er als eerste mee aan de slag gaat. Het is een kwestie van ontdekkend leren. Hoewel Pater Broersen goed is voor 210 ha ijsbergsla werd tot op heden gebruik gemaakt van een gedateerde schoffelmachine, zonder enig besturingssysteem. Knibbe maakt op 150 ha ijsbergsla gebruik van de Steketee achter een tractor die op gps rijdt. De Steketee schoffelt tussen en in de rij, maar volgens Knibbe is de capaciteit te laag en de bediening ingewikkeld. “Je kunt er niet iedereen mee wegsturen”. Beiden zijn nieuwsgierig naar de te behalen winst. De Dino van Naio Technologies is geleverd door Abemec.
Flexibiliteit
Danenberg: “Wat ons interesseert is de flexibiliteit bij het inzetten van een robot. We kunnen dan mogelijk eerder schoffelen en ook vaker zonder dat er steeds bestuurder op de tractor moet. Niet voor elk onkruid zijn goede middelen beschikbaar en ook daarom is dit interessant. Bovendien rijdt zo’n robot ook in de pauzes door en als het moet tot zonsondergang.” Dag en nacht rijden is nog niet aan de orde, omdat de camera op de robot enerzijds lichtafhankelijk werkt en omdat de accu (lithiumbatterij) na 8 uur moet worden opgeladen. Knibbe hoopt op een robot waar je als akkerbouwer niet te veel omkijken naar hebt.
Eigen gps-systeem
De robot volgt de gps-lijnen die eerder zijn opgetekend. Helaas communiceert de software van de robot niet met veel gebruikte gps-systemen. Naio heeft zijn eigen gps-systeem Septentrio. Volgens Thijs van de Ven van leverancier Abemec is het gebruikelijk dat de gps-ontvanger op de plantmachine wordt gemonteerd, zodat tijdens het planten een gps-kaart wordt gecreëerd voor de robot.
Danenberg maakte hier geen gebruik van en heeft met de hand, tijdens het handmatig schoffelen, de coördinaten gemeten door de ontvanger op ieder kopeinde in het midden van de rij te plaatsen. De coördinaten werden ingeladen in Naio mapping en daarbinnen zijn AB-lijnen getrokken. “Dit werkt ook, maar het heeft wel tijd gekost”, aldus Danenberg over zijn creatieve oplossing.
Safety-stops
Zowel Daneberg als Knibbe zijn vooral geïnteresseerd in de mate van zelfstandigheid van de robot. Rijdt de robot ongestoord door, keert hij goed op de akkers en vindt hij het spoor terug? Dat laatste blijkt zeker het geval, al mag het keren volgens de telers wel wat sneller gaan.
Wat de ijsbergslatelers zien is een robot die het ene moment 16 bedden achter elkaar schoffelt en het andere moment meerdere safety-stops per ha maakt. Volgens van de Ven heeft het te maken met de stand van de sensoren. Achterop aan beide zijden zendt een Lidar-sensor een infrarood lichtsignaal uit. Als dit wordt onderbroken krijgt de robot het signaal te stoppen. Danenberg is ook niet tevreden over het aantal stops en gooit het op onwennigheid met de juiste afstelling. Een safetystop wordt gemaakt als de camera’s achterop binnen een straal van 2 meter een obstakel zien, dat kan ook een gaskanon, een stok of wildlint zijn.
Camera goed instellen
De camera onder de robot detecteert het gewas en stuurt de schoffelbalk via een siteshift op 2 centimeter langs de plantrij. Ook deze is gevoelig voor ongewenste objecten. Wat Danenberg nog niet heeft ontdekt is hoe hij deze camera gebruikt in een spuitbed met slechts 3 plantrijen. Ook dat is volgens Van de Ven een kwestie van instellen. “De camera richt zich op het midden van de 3 of 4 rijen. Helaas past de robot zich naderhand, als het aantal plantrijen weer verandert, niet vanzelf aan.” Overigens is de camera ook een beperkende factor op rijsnelheid. “Boven de 3,14 km/uur kunnen de data niet meer worden verwerkt”, aldus de leverancier. De maximale rijsnelheid zonder camerasturing is 4 km/uur.
Afstandsbediening
Om de robot naar het juiste perceel en het eerste bed te sturen gebruikt Danenberg een afstandsbediening. Deze gebruikt hij ook om de Dino na een safety-stop te herstarten. Is er een safety-stop, dan ontvangt hij hiervan een melding op zijn mobiel. Dan dient hij naar de Dino te gaan en het probleem te verhelpen en/of het obstakel te verwijderen. Knibbe: “Als dit niet te vaak voorkomt kan je tussentijds andere dingen doen, zoals haspels verzetten en dergelijke. Zoals ik het nu zie, kun je echter niet ver uit de buurt gaan.” Van de Ven benadrukt dat het een leerproces is, waarbij de juiste instellingen en afstellingen leidend zijn. In Californië en in Duitsland hebben telers grote vorderingen gemaakt.
Resultaat
Over het schoffelresultaat zijn de telers tevreden. Vooraf deed Danenberg de nodige instellingen, zoals plantdiameter, planthoogte en afstand tussen de rijen. De camera zorgt dat de schoffel op 2 centimeter langs de planten schoffelt tussen de rijen en niet in de rij. Van de Ven: “Die toepassing is recentelijk ontwikkeld en ook beschikbaar, maar gezien de levertijd niet meer in dit seizoen toepasbaar. ”
De diepte van schoffelen blijkt goed ingesteld, maar een automatische controle hierop is er niet. Dat vinden de telers wel jammer. Danenberg: “Het zou fijn zijn als je van afstand precies kon uitlezen waar de Dino mee bezig is, waar hij staat, hoe snel hij gaat en wat het resultaat is.”
Voor Knibbe blijft het een mooi ding, dat nog niet af is. Zo wacht hij ook op een aanpassing van de werkbreedte tot 2.25 meter. Waarop Van de Ven aanvult dat de Dino 225 in Frankrijk wordt gebouwd en naar verwachting volgend jaar op de markt komt.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.