Strokenteelt lukt, maar afzet gaat niet vanzelf

Theo Nieuwenhuis staat met zijn strokenteeltbedrijf op een tweesprong. Blijft hij vol inzetten op de strokenteelt van vooral groenten en aardappelen, met bijbehorende lastige afzet, of kiest hij voor de extensievere teelt van graan-peulvruchtenmengsels. Gezien het arbeidsbeslag van zijn goedlopende adviespraktijk, lijkt de extensivering het meest voor de hand liggend. ‘Ik heb focus nodig.’

‘Weerbaar systeem’

Theo Nieuwenhuis (55) werkt in Didam (Gld.) in maatschap met zijn vrouw Esther (57). Naast zijn biologische akkerbouwbedrijf Haolderkamp met strokenteelt is hij met zijn adviesbedrijf Edaphon adviseur verduurzaming voor vooral de melkveehouderij. Theo Nieuwenhuis is het afgelopen jaar meer met de afzet van zijn producten bezig geweest dan met ontwikkelingen in de teelt ervan. Het valt hem nog niet mee een betrouwbare structurele afzet te vinden voor de biologische groenten uit zijn strokenteelt. Medio vorig jaar, zijn gewassen waren volop in de groei, sprak Nieuwenhuis al over de noodzaak van een ‘weerbaar systeem’ voor afzet van zijn producten. Hij meende dat toen voor 2022 in elk geval al geregeld te hebben. Maar de afspraken bleken uiteindelijk minder vast dan waarop hij had gerekend. ‘Uiteindelijk heb ik wel andere afzet gevonden, maar dat ging dan steeds met kleine hoeveelheden. Dat levert niet veel op en is ook niet de manier waarop ik wil werken. Zonder goede afzet is het ook lastig telen.’

Theo Nieuwenhuis (Didam) zit in het derde jaar van zijn deelname aan de Nationale Proeftuin Precisielandbouw. (NPPL). De voormalige melkveehouder is nu biologische akkerbouwer/groenteteler en daarnaast  bodemconsulent voor akkerbouwers, groentetelers en vooral melkveehouders.

Bodem cruciale factor

Nieuwenhuis heeft gekozen voor de teelt van biologische groentes in strokenteelt. Hij teelt verschillende koolsoorten, aardappelen, prei, knolselderij granen, gras, pompoen, courgette. Hij streeft naar een weerbaar, zelfregulerend teeltsysteem. De bodem, het bodemleven,  beschouwt hij daarvoor als een cruciale factor. Om dat te stimuleren werkt Nieuwenhuis aan verhoging van het gehalte aan organische stof. Door ook lignine (houtsnippers) toe te voegen hoopt hij schimmels in de bodem te stimuleren. Om onkruid te kunnen beheersen zaait hij groenbemestingsgewassen, zoals stoppelknollen, spinazie en klaversoorten tussen de teeltrijen. Zodra die te groot dreigen te worden, vernietigt hij deze plantenstroken met getande rollen. Nieuwenhuis heeft er vertrouwen in dat het hem qua teeltsysteem gaat lukken. ‘Ik zie de bodem veranderen. Er is veel wormactiviteit. De biodiversiteit in dit voormalige mais-en grasland is enorm toegenomen. Ook bovengrond zijn er meer reeën, hazen, patrijzen, velduilen, kevers, en insecten. En neer organische stof in de teeltlaag.’

De aanplant naast en achter de bedrijfsgebouwen in Didam. Tussen de rijen hazelaars staan gewassen.

Op een tweesprong

Zoals gezegd is de afzet een ander hoofdstuk van het jonge akkerbouw- groentebedrijf. Nieuwenhuis was er door collega-ondernemers die hem voorgingen voor gewaarschuwd hoe lastig die kan zijn als je met strokenteelt begint. Uit milieu- en biodiversiteitsoogpunt mag strokenteelt dan perspectief bieden, de teeltwijze verhoogt ook de kostprijs. Daar hoort dan ook een specifieke afzet bij. ‘Aan de ene kant heb je de relatief grote bio-afnemers als Odin, die in principe ook wel volumes kunnen afnemen.  Maar als je daaraan levert, ben je meteen de marge kwijt die je als strokenteler juist nodig hebt. Aan de andere kant heb je coöperaties waarin consumenten zich verenigen. Via het internet komen dan vraag en aanbod bij elkaar.  Dat komt alleen nog niet van de grond. Ik dacht iemand te hebben om het op te zetten, maar die liet verstek gaan. Evenzogoed blijf ik die aanpak wel interessant vinden. Als het goed loopt kun je op zo’n manier ook grotere hoeveelheden kwijt.’
Nieuwenhuis is daarmee min of meer op ‘een tweesprong’ terechtgekomen. ‘Ga ik door met de groenten en bijbehorende lastige en versnipperde afzet, of ga ik extensiever verder. Ik ben momenteel heel erg aan het zoeken. Ik heb focus nodig.’ Voor extensivering van teelten pleit dat Nieuwenhuis zijn advies- en coachwerk de melkveehouderij goed loopt. Minder werk op het boerenbedrijf is daarom welkom.  Extensief kan hier dan gezien worden als  de introductie van meer graan in het bouwplan. ‘Dat kan tarwe zijn, maar ook speciale graansoorten. Op mijn manier ga je daar geen 11 ton per hectare van dorsen, maar opbrengstprijzen kunnen aanzienlijk hoger zijn dan die van gangbare tarwe. Waar ik ook aan denk, is aan een mengteelt van granen en peulvruchten voor een afnemer die het mengsel verwerkt tot biologische pastaproducten, spaghetti en dergelijke. ‘In zo’n mengsel zitten tarwe en veldbonen, maar misschien ook gerst, rogge, linzen, kikkererwten, tuinbonen. Zo’n mengteelt zou ik dan doen op stroken van 9 meter breed. Dan kan ik er met de wiedeg en de combine goed in terecht.’ Groentes en aardappelen teelt Nieuwenhuis op stroken van 3 meter.

Hazelaar, struik geënt op boom onderstam. Om de naastliggende teelt niet te veel in de weg te zitten worden de struiken smal gehouden.

Hazelnoten

Met wat Theo Nieuwenhuis al bij aanvang van zijn teeltbedrijf voor ogen had, agroforestry, de productie van hazelnoten, heeft hij inmiddels een begin gemaakt. Achter de boerderij heeft hij 950 hazelaars geplant. Ze staan in rijen van dertig meter. Dat wil zeggen twee rijen hazelaars op zes meter van elkaar, en dan na dertig meter weer twee rijen. De zes meter ruimte tussen de twee rijen wordt opgevuld met akkerrand. In de brede dertig meter stroken blijven andere teelten mogelijk. ‘Over een jaar of vier moeten die per struik 5, 6 of 7 kilo hazelnoten leveren. Lever ik ze af aan een grote afnemer, dan kunnen ze vijf euro per kilo opbrengen. Zou ik er zelf wat mee doen, dan kan dat een stuk meer zijn.’ Naast de directe bijdrage aan het bedrijfssaldo passen de bomen in Nieuwenhuis’ duurzaamheidsfilosofie voor zijn bedrijf. ‘De bomen versterken de biodiversiteit, ze gaan zorgen voor een beter microklimaat in het veld, minder last van wind regen en droogte. Bovendien leggen ze CO2 vast in de bodem.’

Twee rijen hazelnootstruiken met daartussen akkerrand. De volgende twee rijen liggen op 30 meter. Over een jaren of vier zijn de hazelaars in productie. Meer aanplant volgt. Op een gegeven moment leveren struiken  ongeveer zes kilo noten per struik. Nieuwenhuis wil de rijpe noten van de grond opzuigen en schonen in een waterbad, waarin ze blijven drijven.

Profiel

Theo Nieuwenhuis (Didam) zit in het derde jaar van zijn deelname aan de Nationale Proeftuin Precisielandbouw. (NPPL). De voormalige melkveehouder is nu biologische akkerbouwer/groenteteler en daarnaast bodemconsulent voor akkerbouwers, groentetelers en vooral melkveehouders. ‘Melkproductie kan een stuk extensiever en daardoor duurzamer, waarbij door kostenverlaging het inkomen op peil blijft.’ Hij teelt biologische vollegrondsgroenten in strokenteelt , totaal 50 hectare. Bouwplan met koolsoorten, aardappelen, prei, knolselderij granen, gras, pompoen, courgette.

Beeld van juni vorig jaar. Om onkruid te kunnen beheersen zaait Nieuwenhuis groenbemestingsgewassen, zoals stoppelknollen, spinazie, klaversoorten tussen de teeltrijen. Zodra die te groot dreigen te worden, vernietigt hij deze plantenstroken met getande rollen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.