Teler niet machteloos zonder chemische loofdoding

Loofdoding is in het post-Reglone tijdperk minder problematisch dan gevreesd. Spotlight Plus en Quickdown doen het ‘boven verwachting’. Het wegvallen van Reglone gaf tegelijk mechanische aanpak én elektrocutie een duwtje. Als meer middelen wegvallen, staat de teler niet machteloos.

De Electroweeder van Andela Techniek&Innovatie in Nagele (Fl.) is ook geschikt om er aardappelloof mee dood te maken. Het protocol voor de niet-chemische aanpak luidt dan: branden, paar weken wachten, dan het loof klappen en aansluitend met de Electroweeder er over. ‘Je moet na klappen stengels van 15 à 20 centimeter overhouden’, vertelt Paul Andela. ‘En die stengels moet je dan met de elektrocutiemachine allemaal raken. Dan staat het gewas in één keer stil.’

Looftrekken

Mechanische loofdoding is al sinds het midden van de vorige eeuw een bewezen techniek om met name pootaardappelen milieuvriendelijk van het loof te ontdoen. Het meest gebruikt is de looftrekker. Hierbij wordt het loof door een abrupte beweging losgetrokken van de aardappel. Daarna drukken diabolo-rollen de grond weer aan om de aardappelen te beschermen. Verschillende machinefabrieken leveren looftrekkers. Het basisprincipe is steeds ongewijzigd gebleven. De precieze uitvoering is door innovaties wel steeds verbeterd. Zo heeft Vegniek een machine ontwikkeld met een betere aanpak van de stengel, meer steun voor de rug (waardoor geen aardappelen meer uit de rug getrokken worden), en dus minder groene knollen.

Afwegen

De lengte van de periode tussen branden en klappen is voor de teler en kwestie van afwegen of nog veel extra kilo’s mogen groeien, of schade accepteren bij de aanhechting van de stengel op de knol. Andela: ‘Ga je een heel vers gewas gaat elektrocuteren, dan zie je daar wel wat schade. Dat is niet erg, het heeft geen effect op de kiemkracht. Aan de andere kant, als je lang wacht, kan het pootgoed uit de maat groeien. Bij meer dan een week groeit er na branden zomaar een kubskist per hectare bij.’ Voor de loofdoding in een grootschalige (poot)aardappelteelt met bijbehorende grote capaciteitsbehoefte, is de Electroweeder niet de meest voor de hand liggende machine. Paul Andela heeft de blik gericht op biologische bedrijven waar de elektrische loofdoding een extra bewerking kan zijn naast onkruidbestrijding tussen gewasrijen. ‘Ten opzichte van de elektrische loofdoding van Nucrop, is de onze efficiënt, in die zin dat wij alleen rijen geklepeld gewas behandelen.’ De Electroweeder vraagt een trekker met een vermogen van rond 100 pk. Voor een eventuele zes meter brede machine zou dat 130 à 140 pk zijn. Aanschafprijs basismachine €75.000. Een tool voor loofdoding kost daar bovenop €10.000.

Van de middelen Reglone, Finale SL14, Spotlight Plus en Quickdown zijn alleen de laatste twee nog op de markt. Anders dan aanvankelijk gevreesd doen ze het ‘boven verwachting’ goed. (foto 2010)

Klappen, spuiten, elektrocuteren…

Er zijn allerlei manieren om aardappelloof dood te krijgen: volvelds doodspuiten, klappen plus spuiten, klappen plus rijenspuiten, klappen plus looftrekken, branden, vol gewas elektrocuteren, klappen en dan rijen elektrocuteren, wortelsnijden en klappen… (Rijen)spuiten, in een groen of in een geklapt gewas, kan  dan ook nog variabel. Dat wil zeggen, minder middel waar het minder groen is, tot aan niet spuiten waar niks meer groen is. En dan was er vanaf pakweg 1990 voor pootgoed ook nog de methode van groenrooien en onderdekken. Afgedekt met grond konden de knollen dan afharden om vervolgens te worden opgeraapt en ingeschuurd. De methode stopte de groei weliswaar abrupt, maar verdween weer uit zicht doordat het effect op rhizoctonia tegenviel. Bovendien was er risico op lakschurft en oogstrisico als tussen groenrooien en oprapen het weer omsloeg.

Mogelijkheden te over

‘Mogelijkheden te over’, vertelt Stan Koning van machinefabrikant Vegniek in Emmeloord (Fl.) ‘Je kunt bijna zeggen dat iedere aardappelteler zo zijn eigen aanpak heeft.’ Vegniek heeft de DiscMaster in het programma. Een nieuw ontworpen looftrekker die in combinatie met een klapper voorop de trekker, chemieloze loofdoding mogelijk maakt. Looftrekken zie je in eerste instantie vaker terug in de pootgoedteelt gezien de voordelen als accute stop van de groei en daarmee nauwkeurig maatsortering in combinatie met een lagere kans op rhizoctonia. De snellere afharding van de schil wordt ook gewaardeerd door bioboeren en telers voor de versmarkt. Maatschap Peeks in Garminge (Dr.) schafte zo’n DiscMaster aan als alternatief voor doodspuiten van zijn zetmeelaardappelpootgoed. Hij teelt rassen die lastig afsterven. Om chemisch een gewas dood te krijgen, zou dat moeten doen door klappen en vervolgens de middelen Spotlight en Quickdown spuiten. Niet óf Spotlight óf Quickdown, maar allebei. ‘Dat betekent dat als één van deze middelen wegvalt, we meteen een serieus probleem zouden hebben’, licht Henry Peeks toe. ‘We kunnen het ons niet veroorloven om voor de pootaardappelen van maar één loofdoodmiddel afhankelijk te zijn. Met de middelen samen lukt het al bijna niet een gewas in één keer dood te krijgen. Meestal zijn twee bespuitingen nodig en dan soms nóg een nabespuiting. Wachten tot een middel wegvalt, is ons te risicovol.’ Daarom viel enige jaren geleden al de keus op mechanische loofdoding; loofklappen met een machine voorop de trekker en in dezelfde werkgang looftrekken met een machine achterop. Eerst in loonwerk, nu met een eigen machine.

Crown Crusher

Een andere mechanische aanpak van aardappelloof is die met de Crown Crusher. Een Deense machine geïmporteerd door mechanisatiebedrijf Wasse in Hijken (Dr.). Zonder eerst te klappen. Een soort horizontale gemonteerde ‘zaagbladen’ scheuren de aardappelstengel in, waarna de plant direct sapstroom laat uitstromen en zo als het ware ‘leegbloed’. Zwarte stompjes op de rug zijn het resultaat Er vindt daarna geen hergroei meer plaats en de knollen starten meteen met afharden. Wouter Truin van Wasse BV laat weten dat er de afgelopen drie jaren nog geen run op de machine is ontstaan. ‘De machine is pittig geprijsd (€50.000) en de kans dat je bij een subsidieaanvraag achter het net vist, is groot.’ Truin noemt de ontwikkelingen op de markt van loofdodingsmethoden en – technieken momenteel ‘niet zo spannend’. Net als bij klappen en looftrekken is ook deze methode honderd procent mechanisch.

Loofdoding zou problematisch worden

Zo’n lastig afstervend gewas is dus een reden om uit te kijken naar een alternatieve manier om de aardappelgroei stop te zetten. Waarbij looftrekken dan niet eens een alternatieve techniek is. Klappen plus looftrekken is al sinds de jaren vijftig een bewezen techniek om de aardappelgroei abrupt en chemieloos stop te zetten. Meer van dat soort taaie aardappelrassen, innovaties aan de machines, samen met de toenemende druk op chemische middelen, zouden een stimulans voor looftrekken kunnen zijn. Maar van een stormloop op de mechanische aanpak is nog geen sprake. Ruim vijf jaar geleden leek er een periode aan te breken met innovaties op het vlak van de loofdoding. Toen eind 2019 vanwege de giftigheid de toelating van het herbicide diquat (loofdoodmiddel Reglone) afliep, ontstond in de boerenpraktijk zorg over hoe – na de uitverkooptermijn en de opgebruiktermijn – het aardappelloof goed en goedkoop dood te krijgen. Alternatieven als Quickdown en Spotlight Plus zouden het niet halen bij het snelwerkende werkende en goedkope Reglone. De loofdoding zou behalve duurder, ook problematisch worden, zo viel bij boeren, adviseurs en ook bij onderzoekers in Wageningen te beluisteren. ‘Met de huidige toegelaten middelen wordt loofdoding het komend seizoen lastig’, liet voorlichtings- en onderzoeksorganisatie Delphy indertijd optekenen. Er zijn nieuwe lijnen uitgezet, maar het zijn nog geen echte oplossingen. Wageningen Universiteit & Research (WUR) startte onderzoek om met variabele dosering behalve het milieu ook de portemonnee van de aardappelteler te sparen. 

Discmaster looftrekker in zijaanzicht. Vegniek besteedde in het ontwerp van de machine extra aandacht aan het aangrijpingspunt van de stengels en aan het intact houden van de aardappelrug. Alle knollen blijven dan ondergedekt, dus geen groene.

Laat gepoot op gulle grond

In de praktijk viel het mee met de loofdoodproblemen. En daarmee bleef ook de innovatie-impuls in het in het post-Reglonetijdperk vrijwel uit. Zeker in de boerenpraktijk. ‘Spotlight Plus en Quickdown deden het beter dan verwacht’, vertelt Emiel Noordermeer, adviseur bij FarmPlus (tot eind vorig jaar CZAV). ‘Ze ondersteunen de afsterving van aardappelen goed. De vraag van hoe een gewas zonder Reglone dood te krijgen, is eigenlijk niet aan de orde.’ Tenminste niet in brede zin. Een van Noordermeers klanten heeft voorafgaand aan chemische loofdoding een gewas tafelaardappelen eerst laten elektrocuteren met de Nucrop-machine. ‘Je hebt enkele nieuwere rassen die je chemisch moeilijk dood krijgt. Soms moet je wel vier keer spuiten en dan is het resultaat nog niet naar je zin. Voor een tafelaardappel als Karelia is werken Spotlight Plus en Quickdown onvoldoende, helemaal als laat is gepoot op gulle grond. Elektrocutie vooraf heeft heel goed gewerkt. Die boer op Flakkee is er erg enthousiast over; volgend jaar gaat hij het weer zo doen.’  

Elektrocutie duurder

Electrocutie is een loonwerkactiviteit en duurder dan twee keer spuiten. De techniek wordt echter interessant als vier keer spuiten nodig is met een matig resultaat. Zeker als voorspelbaar op tijd rooien belangrijk is. Een grote vlucht heeft ook de Nucrop-elektrocutie echter nog niet genomen. Aan de vraag kan tot op heden gemakkelijk voldaan worden met twee loonwerkdemomachines, één in de Noordoostpolder, één in Zuid-Holland. Technisch adviseur Ronny Traas van Nufarm dat de Nucrop machine in de markt zet, is niet verbaasd. ‘Spotlight en Quickdown doen het gewoon goed, boven verwachting eigenlijk. En dus is er amper druk om in de loofdoding te innoveren. Er gebeurt heel weinig.’ Ondertussen doet hij met de demo’s wel voortdurend ervaringen op voor als om een of andere reden de vraag naar elektrocutie groter wordt. 

Nucrop elektrocutiemachine in Karelia-aardappelen in Dirksland (Z-.H). Het is één van de twee machines bij loonwerkers in Zuid-Holland en de Noordoostpolder. Drie dagen na de elektrocutie is het gewas nagespoten met Spotlight Plus. De teler gaat de aanpak dit jaar herhalen.

Amper variabele dosering

Chemische loofdoding kost aan middel €60 à €65 per hectare per bespuiting. Duurder dan wat Reglone kostte, maar op zichzelf geen reden van de boerenpraktijk om erg geïnteresseerd te raken in variabele dosering van de middelen. Noordermeer van FarmPlus: ‘Een enkeling met al een spuit die de afgifte kan variëren en met met sensoren op de boom, doet het. Maar dat zijn echt enkelingen. Maar de besparing bij loofdoding is te klein om er in te investeren. Ook als je via taakkaarten wilt zien waar meer en waar minder kan worden gespoten, valt de rekensom voor de boer negatief uit. Die kaarten kosten meer dan op middel is te bezuinigen. Afhankelijk van de hoeveelheid biomassa zou je tot zeventig procent kunnen besparen. Goed voor het milieu, maar niet goed voor de portemonnee van de boer.’

Looftrekken met de Vegniek Discmaster 300. Maatschap Peeks koos voor de methode om voorbereid te zijn als een chemisch middel wegvalt. ‘Met twee middelen krijgen we het loof van sommige rassen al moeilijk dood, laat staan met één.

Kleine verschillen

Ook een praktijkexperiment door de WUR onder zes NPPL-deelnemers in 2021 naar variabel doseren, levert niet een krachtig pleidooi voor variatie. De vrij vlakke rekenregels komen op basis van biomassametingen uit op maar kleine verschillen tussen minimum- en maximumdoseringen. Soms zo klein (0,55 versus 0,59 liter Quickdown per ha) dat een teler maar besloot één vaste dosering te spuiten. In andere situaties bleek het tijdsinterval tussen drone-opname en gewenst spuitmoment te groot om op de taakkaart te wachten. Met satellietbeelden is die interval weliswaar te verkleinen, maar daar was een lange periode met bewolkt weer de spelbreker. Overigens lieten de rekenregels ten opzichte van de adviesdosering middelbesparingen zien van rond dertig procent. Op zichzelf de moeite waard, maar let op: die winst is juist het gevolg van wat de teler zélf in het als gemiddelde doseringen ingeeft; gebaseerd op zijn eigen ervaring en vertrouwen in het spuitbeeld van zijn spuit en hoever het gewas al heen is.  Voor wat betreft het laatste, in één situatie is in het praktijkonderzoek een besparing op middel tachtig procent bereikt door enkel te spuiten op de twintig procent van het perceel waar nog wat groen stond.

Minder of geen chemie bij elektrocutie

De Nucrop-methode is, net als elektrocutie met de Electro Weeder van Andela een manier van loofdoding met weinig of zonder chemie. Een elektrische stroom gaat door het behandelde gewas. De loofdoding zet onmiddellijk in. Vanuit een tank en spuitdopjes (in het geval van Nucrop voorop de trekker) wordt voorafgaand aan de elektrocutie een geleidende vloeistof over het aardappelloof gespoten. Een paar dagen na de elektrocutie kan nog een bespuiting volgen. Net als bij looftrekken kan de elektrocutie voor de teler een belangrijk instrument zijn in het oogstmanagement (tafelaardappelen, pootgoed). Daartegenover staat wel dat de methode methode duurder is dan een tweevoudige chemische loofdoding. Tegenover de vermindering van chemie staat geen direct financieel voordeel in de vorm van bijvoorbeeld een beter score in de ecoregeling. Wel zal de druk op vermindering van het chemieverbruik in de vermarkting van de aardappelen een rol kunnen spelen. In de biologische teelt is chemieloze loofdoding een harde eis.

De Deense Crowcrusher is een mechanische loofdoder en wordt ingezet in een vol aardappelgewas. De getande bladen kneuzen en scheuren de stengels, waardoor de sapstroom stopt.

1 Comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.