Toekomst van spuittechnologie is meer dan ooit afhankelijk van regelgeving
Al bijna 25 jaar werkt Jørgen Audenaert als expert spuittechnologie bij de toonaangevende landbouwmachinefabrikant John Deere. Op het Europese hoofdkantoor draagt hij al jaren zijn steentje bij aan technologische doorbraken. Data verzamelen, kunstmatige intelligentie, sensortechnologie en pulserende doppen kunnen spuittechnologie in de toekomst nog verder brengen, zo verwacht hij. “Maar regelgeving is doorslaggevend.”
Audenaert bracht zijn jeugd door op een akkerbouwbedrijf in het zuidwesten van Nederland waar onder meer tarwe, suikerbieten en aardappelen worden verbouwd. Na een studie landbouwtechniek in Wageningen kon hij aan de slag bij spuitmachinefabrikant Douven in Horst. Eerst op de afdeling productengineering en vervolgens als productmanager. “Ik ben inderdaad al vanaf begin af aan intensief met spuitmachines bezig geweest”, vertelt Audenaert. Hij was nog maar net begonnen toen Amerikaanse grootmacht John Deere in Horst op de stoep stond voor een overname.
Bijzondere specialisatie
Onder leiding van Audenaert werd een compleet nieuwe reeks veldspuiten ontwikkeld en op de Europese markt gebracht. Na een paar jaar volgde er een functie op het Europese hoofdkantoor, in het Duitse Mannheim. “Voor John Deere werkte ik de afgelopen jaren in het ‘grote akkerbouw-segment’ en het loonwerksegment. Na een grote organisatieverandering richt ik me nu op complete productiesystemen in spuittechnologie”, zo vertelt hij. De titels voor zijn functie wisselden van tijd tot tijd, maar spuittechnologie is al zijn hele carrière zijn voornaamste specialisatie. “Het is wat dat betreft een bijzondere baan, waar ik ook veel voor moet reizen. Ik rijd op en neer vanuit Nederland naar Mannheim, maar soms ook naar Kaiserslautern of Zweibrucken. De John Deere-vestigingen in de VS bezoek ik ook met enige regelmaat.”
Verschillende trends per land
Toen Audenaert begin jaren negentig aan de slag ging, stonden spuitmachines er technologisch nog heel anders voor, legt hij uit. “De focus lag toen op het vergroten van capaciteit. Boerenbedrijven schakelden over van gedragen naar getrokken spuitmachines. Schaalvergroting is nog steeds een belangrijk thema, maar we kijken in West-Europa wel steeds meer naar het verhogen van de precisie, en de automatisering van proces waaronder vullen, reinigen en verminderen van de milieubelasting.”
In de spuittechnologiewereld zijn trends per land verrassend verschillend, vertelt Audenaert. “In Nederland zie je bijvoorbeeld veel grote spuitbomen, in Duitsland vooral heel grote spuittanks. In Frankrijk lopen ze voorop met hoge spuitsnelheden en in Engeland wordt juist veel in lage volumes gespoten. Wat overal geldt, is dat automatisering met spuitcomputers en elektronica voor een enorme ontwikkeling heeft gezorgd.”
‘GPS is misschien wel de grootste doorbraak geweest’
De ontwikkelingen in automatisering zijn zo snel gegaan, dat sommige logische ‘tussenstappen’ zoals de spuitmonitor of stuurhulp min of meer zijn overslagen. Audenaert zag in enkele jaren steeds meer automatisch gaan: rechtrijsystemen, automatische sectiebesturing, exacte vulsystemen, automatisch reiniging- en spoelsystemen, automatische boomhoogte-instelling en stabiliteitscontrolesystemen. De meeste van die zaken zijn nu standaard bij machines.
“De introductie van GPS is misschien wel de grootste doorbraak geweest die ik heb gezien. Dat maakte plaatsspecifiek te werk gaan mogelijk.”
Er ontstonden voor akkerbouwers mogelijkheden om secties af te sluiten, of individuele dopafsluiting toe te passen bij het spuiten. Audenaert vervolgt: “We zitten nu in een fase van de ontwikkeling waarin gewasbescherming steeds selectiever en gerichter wordt. De focus ligt op de verdeling, dosering en bedekking. Alles optimaal afgestemd op de plaatsspecifieke behoefte in het perceel.”
Wetgeving een drijfveer voor vernieuwing
Aan die trend liggen volgens Audenaert meerdere oorzaken ten grondslag. “De eisen aan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen nemen vanuit wetgeving, afnemers en publieke opinie fors toe. De maatschappij verlangt die eisen, maar ook de boeren zelf hebben er groot belang bij. Minder middelen brengen kosten omlaag en opbrengstpotentieel kan worden vergroot, door minder gewasgroeiremming en effectievere bestrijding.” Vroeger draaide de ontwikkeling van spuittechnologie vooral om het vergroten van de spuitcapaciteit, nu draait het om steeds specifieker en gerichter spuiten, zo constateert Audenaert.
Striktere regelgeving in gebruik van middelen is dus een belangrijke drijfveer voor vernieuwing, maar wat Audenaert betreft mag er door de beleidsmakers wel wat minder eenzijdig worden gekeken. “Het belang van de teler mag nooit uit het oog verloren raken. Met name naar driftbeperking en de optimale bedekking en werking van middelen. Die zaken zijn in mijn ogen niet altijd goed op elkaar afgestemd.”
Huidige ontwikkelingen
Pulserende doppen zijn momenteel het technologische neusje van de zalm. Soms kunnen ze tot op plantniveau spuiten. Kan het ooit nog preciezer worden? Audenaert lacht geheimzinnig: “Ik kan natuurlijk niet alles vertellen over de plannen van John Deere, maar met hoogfrequent pulserende doptechnologie, de John Deere ExactApply, zijn wij heel ver.” Daarmee is het voor het eerst mogelijk om de dosering én de druppelgrote onafhankelijk van elkaar te besturen, zo legt hij uit. “Met verschillende snelheden kun je dezelfde afgifte instellen en omgekeerd, zonder dat hierbij de druppelgrootte verandert”.
Voor precisielandbouw is dit natuurlijk een grote doorbaak. “Omdat hiermee de dosering snel en over een groot afgiftebereik precies gevarieerd kan worden en voor ieder plaats in het perceel.”
Hoe ziet Audenaert in grote lijnen de toekomst voor spuittechnologie? “Dan denk ik vooral aan de ontwikkeling rondom data verzamelen en sensortechnologie, om nog gerichter te kunnen meten welke behandeling ieder plantje op een perceel moet hebben. Onkruiden detecteren en onderscheiden biedt grote mogelijkheden tot forse besparingen van herbiciden. Op termijn sluit ik niet uit dat technologie in staat zal zijn om in een heel vroeg stadium ziekteherkenning te verrichten. De waarneming en de voorspelling van gewasgroei wordt steeds exacter en dat gaat allerlei nieuwe kansen bieden.”
Einde aan steeds grotere spuitbomen
Spuitbomen zijn soms wel 45 meter in Nederland. Dat ze nog breder worden, verwacht Audenaert niet meer. “Als ik in andere landen vertel over de spuitbomen in Nederland vragen ze me: kun je die wel uitklappen?” Maar die ontwikkeling is zeker wel zinvol geweest. Het aantal spuitsporen vermindert daarmee en het opbrengstverlies wordt tegengaan. Ik denk dat -met name in het buitenland- de gemiddelde breedte nog wel zal toenemen, maar de maximale breedte niet meer. Nederland is daar altijd een voorloper in geweest, ik denk onder meer door het grote aandeel rooivruchten en dure grond met hoge kosten voor de gewassen. Ook worden hier meer vaste rijpaden toegepast.” De ontwikkelingen van schaalvergroting en precisielandbouw tegelijkertijd, staan volgens hem dan ook haaks op elkaar.
Regelgeving is doorslaggevend
De toekomst voor spuittechnologie is volgens Audenaert voor een belangrijk deel afhankelijk van regelgeving. “Dat geldt vooral voor de onbemande machines in gewasbescherming. In hoeverre mag het onbemand zijn? Is er altijd iemand nodig die het gezichtsveld voor de machine in beeld moet hebben? Nu zijn regels rondom gebruik van gewasbeschermingsmiddelen vaak afgestemd op het behandelen van een compleet perceel terwijl er met technologie veel preciezer kan worden gespoten. In de toelatingsregels voor de middelen moet daar meer rekening mee worden gehouden.”
Inzet van drones
De vraag blijft ook of de voordelen wel interessant genoeg zijn ten opzichte van de huidige mogelijkheden, zegt Audenaert. “Met drones bijvoorbeeld, denk ik dat met name scouting en data verzamelen interessant is voor boeren. Als je alles met drones zou kunnen doen, heb je geen spuitsporen én je kunt ook spuiten onder vochtige bodemomstandigheden. Maar sommige zelfrijdende machines realiseren nu meer dan 50 hectare per uur. Als je dat ooit met een drone wil gaan doen, moet je een heel scala inzetten om dat te halen.”
Winst behalen met algoritmen
Algoritmen kunnen voor telers nog veel meer winst opleveren in de toekomst. “Het is belangrijk om goede beslissingsalgoritmen te ontwikkelen, die bijvoorbeeld een vertaling kunnen maken tussen een biomassakaart en een benodigde dosis gewasbeschermingsmiddel. Onderbouwing en de validatie van spuiten wordt steeds belangrijker.”
Als algoritmen goed onderbouwd zijn, kan de overheid met goede regelgeving ook meer mogelijk maken, verwacht Audenaert. “Een middel als Reglone is nu bijvoorbeeld verboden, voor loofdoding in aardappelen maar wanneer je op basis van biomassa spuit, heb je maar 40 of 50 procent nodig. Met een goede onderbouwing voor het gebruik was dit middel wellicht wel beschikbaar gebleven.”
Of spuitmachines nog wel relevant zijn met de steeds verder toenemende restricties voor chemie? Audenaert denkt van wel. “Vaak denken mensen: er wordt steeds minder middel toegelaten, dus ook minder gespoten. Ik denk omgekeerd: wil je met minder middel tóch effectieve gewasbescherming willen uitvoeren, dan zul je juist vaker moeten spuiten, maar in mindere hoeveelheden.”
Betaalbaar houden van technologie
Het ‘technologisch einddoel’ voor spuittechnologie is volgens Audenaert ieder plantje in kaart te hebben, voorzien van de ideale hoeveelheid bescherming. “Met het oog op de geldende regels dus. Dat is inderdaad waar we naartoe willen. Natuurlijk spelen kosten en baten ook een belangrijke rol. Wat ik door de jaren heen heb geleerd is dat er eerst vaak sceptisch naar gekeken wordt en gesteld wordt dat iets niet de moeite waard is, of ‘dat het toch niet zo ver komt’, zoals met automatische rechtrijsystemen of individuele dopafsluiting met GPS. En later zie je dan toch dat het doorbreekt.”
Maar zijn machines die tot op het plantje nauwkeurig kunnen spuiten wel betaalbaar voor boeren? Audenaert denkt even na. “Die vraag houdt ons natuurlijk altijd bezig. Er moet altijd een terugverdienmodel zijn voor de klant, anders heeft het geen toekomst. Bepaalde technieken komen eerst op, lijken niet door te breken maar komen pas door in combinatie met andere, nieuwe machines. Ook loonwerkers spelen een grote rol. Zij kunnen de investeren in de machines en zo de technologie onder klanten verspreiden.”
‘Adoptie gaat sneller dan gedacht’
Wat Audenaert betreft gaat de adoptie van precisiespuittechnologie ongemerkt veel sneller dan gedacht. “We kunnen het glas half leeg, maar ook half vol zien. Ik herinner me nog goed dat ik voor het eerst reed met een combinatie van automatische sectiecontrole, rechtrijsystemen en automatische boomcontrole. Dat was, toen rond het millennium, zo’n enorme stap. Nu is dat overal inbegrepen.”
Wanneer het voordeel er is en begrijpelijk kan worden overgebracht naar de klant, komt er altijd een doorbraak, aldus Audenaert. “Plaatsspecifiek spuiten en werken met taakkaarten zijn niet altijd meteen helder voor de teler en het was in het verleden vaak complex om systemen aan elkaar te koppelen, toch gaat het steeds makkelijker naarmate de jaren vorderen. En wanneer sensoren beschikbaar komen die in gewassen onkruid herkennen en gericht spuiten verwacht ik dat dit een forse vlucht zal nemen.”
De grootste hobbel? Dat blijkt wat hem betreft toch onzekerheid van regelgeving rondom gewasbescherming. “Omdat telers niet weten waar dit naartoe gaat. Een boer weet nu niet of hij met een nieuw systeem ook klaar is voor de toekomst.”
Internationale concurrentie
Volgens Audenaert staat Nederland ondanks sterke regelgeving internationaal nog altijd goed op de kaart in de wereld van spuittechnologie. “We hebben de kennis, toonaangevende universiteiten en intensieve landbouw met hoge gewasopbrengsten. Wat hier gebeurt, wordt soms vijf jaar later pas elders in de wereld in gebruik genomen.”
Landen in opkomst zoals China, waar regelgeving over het algemeen minder een probleem is, ziet Audenaert niet per se als bedreiging. “Je moet altijd kritisch kijken naar andere spelers in de markt. Vroeger keek je naar andere fabrikanten. Nu meer naar ketens als geheel. Er zijn meerdere spelers niet met één oplossing bezig, maar met complete productiesystemen. Dus niet alleen de technologie om een middel spuiten, maar ook het advies voor gewasbehandeling eromheen. Bij deze totaaloplossingen ontstaan dus ook grote kansen, en dan maakt het niet uit of fabrikanten uit China of Brazilië of waar dan ook vandaan komen.”
Uitdaging voor John Deere
De grote uitdaging voor de komende jaren voor John Deere is volgens Audenaert dezelfde als die van de gehele agrarische sector. “In de komende jaren een flink hogere voedselproductie realiseren met nagenoeg dezelfde hoeveelheid grond en tegelijkertijd op een duurzamere manier. De hogere opbrengsten moeten dus bereikt worden met een meer efficiënte inzet van meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en water.”
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.