Uitbreiding druppelirrigatie verloopt niet vlekkeloos
NPPL-deelnemer Daniël Cerfontaine uit Berg en Terblijt (L.) wil na een positief resultaat in 2020 druppelirrigatie dit seizoen op grotere schaal toepassen. De uitbreiding verloopt tot nu toe niet vlekkeloos. “We leren weer veel bij.”
Van 5 naar 25 hectare
Cerfontaine voorzag vorig jaar 5 hectare uien van druppelirrigatie. Dat ging zo goed, dat hij dit jaar aan de slag ging met 25 hectare. NPPL sprak de Limburger in de hectiek over de laatste stand van zaken.
“Er zijn een aantal nieuwe zaken waar we tegenaan lopen. Daar moeten we van leren”, vertelt Cerfontaine, die met zijn bedrijf gevestigd is op de Zuid-Limburgse löss waar water door de jaren heen steeds schaarser wordt. “De inrichting van de percelen is vrij complex”, legt Cerfontaine uit. “We dachten dat er genoeg water uit bodembron te halen was, maar dat bleek niet het geval. Een putboring leverde niets op. We moesten daarom dus voor de beregening een andere oplossing zoeken.”
Tegenvaller
Dat er op sommige percelen geen water beschikbaar was, vond Cerfontaine een flinke tegenvaller. “Al werkt druppelirrigatie bij het ‘eerste’ perceel van 5 hectare als een trein. “Daar ziet het er nu heel goed uit. Dat ging eigenlijk vanzelf.” De overige hectares, verdeeld in twee percelen, kenden een uitgebreide voorbereiding. Het gaat om percelen in afwijkende vormen, waardoor het voor trekkers moeilijk is. “We hadden het plan van a tot z vooraf uitgeschreven en alles gereed gemaakt. In het veld loopt je dan toch ineens tegen een probleem aan waardoor water geven een uitdaging wordt. En dat terwijl de tijd schaars is.”
Cerfontaine had gehoopt dat hij zijn percelen eerder van water had kunnen voorzien dan nu het geval is. “Maar we blijven ons ontwikkelen. Ook hier leren we weer van. Ieder perceel heeft zo weer zijn eigen uitdaging. Volgend jaar proberen we het opnieuw met de kennis die we nu hebben.”
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.