Verbod op Reglone remt experimenten precisielandbouw af

Deelnemers van de Nationale Proeftuin Precisie Landbouw (NPPL) overwegen experimenten met variabel loofdoden stil te leggen vanwege het verbod op het bestrijdingsmiddel Reglone. Zij vrezen dat andere middelen niet effectief genoeg zijn.

Variabel loofdoden is een precisielandbouwtoepassing die het mogelijk maakt om met doseringen loofdoodmiddelen op specifieke plaatsen binnen een perceel te spuiten. Dat gebeurt op basis van biomassakaarten van een satelliet, drone of eigen sensoren. Het levert besparingen op in het gebruik van bestrijdingsmiddelen.

NPPL-deelnemer Pieter van Leeuwen Boomkamp noemt het wegvallen van Reglone ‘onhandig’. “Ik ga dit jaar niet verder met variabel loofdoden. Het verbod op Reglone is voor mij een ingrijpend besluit geweest, ik denk dat de beleidsmakers geen idee hebben van de gevolgen.” Het loofdoden wordt hoe dan ook lastiger met alternatieven, denkt Van Leeuwen Boomkamp. Hij maakt zich zorgen over de onvoorspelbaarheid van het gebruik van andere middelen. “Reglone was noodzakelijk. De andere middelen werken trager of minder effectief, of ze hebben een ander nog onbekend effect op de aardappelen. Zo’n risico wil je niet nemen. Het is afwachten hoe het uitpakt. Omdat het nu nog niet duidelijk is, ga ik voorlopig op de oude manier verder en zie ik af van variabel loofdoden.”

Zoektocht naar nieuw middel

Akkerbouwer Gert Sterenborg wil eind augustus beginnen met loofdoden, maar ook voor hem is het voorlopig nog een zoektocht naar het ‘juiste’ middel. “We hebben altijd Reglone gebruikt, zoals veel andere aardappeltelers.” Of hij loofdoden variabel gaat doen, laat hij afhangen van het succes dat andere middelen hebben.

Onderzoeker Corné Kempenaar van Wageningen University & Research is projectleider van de NPPL. Hij herkent de signalen van de deelnemers. “Ik begrijp ze ook goed. Tot eind vorig jaar gebruikte misschien wel 99 procent van de aardappeltelers Reglone. Er is relatief weinig ervaring met de middelen die nog wel toegestaan zijn. We zullen eraan moeten werken om meer bekendheid te krijgen met de middelen die nog wel mogen.”

Spotlight en Quickdown

Kempenaar noemt Spotlight en Quickdown als middelen die nog wel gebruikt mogen worden bij loofdoden. “Bij Spotlight gelden dezelfde rekenregels met doseringen als bij Reglone. Er zijn dus alternatieven. Het lijkt mij verstandig als boeren daarmee zoveel mogelijk ervaring op gaan doen. Waar we bij Reglone al met honderden velden ervaring hebben, zijn dat er voor andere middelen maar heel weinig. In gesprek met de deelnemers van NPPL zullen we dit ook uitleggen.”

Kempenaar ziet het wegvallen van Reglone ook als een mogelijke motivatie voor het variabel loofdoden. “Bij de toegestane middelen is het financiële gewin van variabel loofdoden een stuk groter, simpelweg omdat ze een stuk duurder zijn. Wanneer je door variabel spuiten 25 procent minder Reglone verbruikt, scheelt dat nog niet zoveel in de kosten. De besparing bij andere bestrijdingsmiddelen gaat meer opleveren. Kempenaar schat voorlopig in dat de andere middelen 2,5 keer zo duur zijn. “Een besparing van 25 procent Reglone staat gelijk aan ongeveer 10 procent besparen met alternatieven die nu nog wel mogen.”

Langzamere werking

NPPL-deelnemer Mischa Raedts deed vorig jaar al ervaring op met Quickdown. “Voor variabel toedienen werkt dat eigenlijk hetzelfde. Het duurt alleen langer voordat het effect heeft. De werking is langzamer, dus het heeft meer tijd nodig.”