Vertraging door technische problemen drone
Verkrijgen van data met een drone viel wat tegen. Volgend jaar hoopt Henk Verdegaal stappen te zetten met plaatsspecifieke onkruidbestrijding.
Het aflopen van het bollenseizoen betekent nog geen rust op het bedrijf van Henk Verdegaal. Begin november is de ondernemer alweer druk met het planten van de bollen. Ondanks de drukte blikt hij samen met Fedde Sijbrandij van Wageningen University & Research terug op het afgelopen NPPL-seizoen.
Middelengebruik reduceren
Het belangrijkste NPPL-doel is om via plaatsspecifieke bestrijding het middelengebruik te reduceren. De focus ligt daarbij vooral op de onkruidbestrijding, omdat daar qua middelen de meeste beperkingen zijn en komen. “Vooral distels zijn een vervelend onkruid waar veel tijd en middel aan gespendeerd wordt.” Het lastige is dat het onkruid vaak onder de planten zit. Met camerabeelden zouden de plekken in beeld moeten zijn te brengen, waarna een pleksgewijze bestrijding mogelijk moet zijn.
Afwijkingen herkennen met automatisch systeem
Secuur spuiten is ook van toepassing op het bestrijden van schimmels, maar daar heeft de teler nog wel wat meer middelen beschikbaar. Een belangrijke aandoening in de bollenteelt is ‘vuur’; een botrytisstam. De bespuitingen tegen deze en andere ziekten zijn tot nu toe vooral preventief. Hij zou graag naar een automatisch systeem willen om afwijkingen te herkennen en, afhankelijk van de plaatselijke druk, de benodigde bespuiting laten bepalen. Het idee is om met biomassabepaling een nauwkeurig toedienen van de hoeveelheid fungicide te bepalen. Een kleine plant heeft immers minder nodig. Voor bollen is een gedetailleerde biomassakaart nodig om variabel fungiciden toe te passen. Daarom is gekozen om een drone te gebruiken in plaats van satellietbeelden om taakkaarten te maken.
Aanschaf van drone
Tot zover de theorie en de verwachting die Verdegaal voor het NPPL-seizoen 2019 had. De eerste stap naar de praktijk was de aanschaf van een drone. Hij kocht de DJI Phantom Pro 4 V2.0. VanBoven Drones programmeert daarbij de vluchtplannen voor de percelen en verzorgt de dataverwerking.
In eerste instantie is gekozen voor een standaard gemonteerde kleurencamera. Daarmee zijn onder andere gewashoogte en eventueel ook onkruid vast te stellen. Deze levert echter geen informatie waarmee bijvoorbeeld de NDVI (een veelgebruikte biomassa-index) berekend kan worden. Met de informatie van een multispectraalcamera is dat wel mogelijk. Deze is naast de andere camera gehangen.
Technische problemen
Dat ging echter anders dan verwacht. Zo liep de levertijd enorm uit en bleek de accutijd beperkt door de extra camera. Door technische problemen, met name door een slechte gps-ontvangst, is de drone maar één keer met de multispectraalcamera naar boven geweest en heeft geen enkel beeld gemaakt.
Wat wel goed ging, is dat VanBoven voor alle gevraagde percelen een vluchtplan had klaargezet. Die wordt per smartphone gekoppeld aan de drone, waarna deze het plan uitvoert. Dat werkte goed volgens de ondernemer en de beelden zijn de volgende dag te zien op de eigen beveiligde website. Het zijn foto’s van het perceel waarop tot pixelgrootte 8 millimeter is in te zoomen.
Mogelijkheden verkennen
Door de technische problemen en de korte tijd dat het nog zin had om te vliegen, beschouwt Verdegaal dit seizoen vooral als het opdoen van ervaring en de mogelijkheden verkennen. De foto’s van de percelen hebben hem wel wat inzicht gegeven in met name de groei van onkruiden, maar concreet op spuiten is precisielandbouw nog niet van toepassing.
Nieuwe veldspuit
Dat hij wat minder ver is dan verwacht, komt wel op een slecht moment. De ondernemer is zich namelijk aan het oriënteren op de aanschaf van een nieuwe veldspuit, met name in verband met strengere eisen per 1 januari rondom gebruik van driftarme doppen en drukregistratie. Hij had dit graag samen laten lopen met het kunnen gebruiken van taakkaarten, maar dat is dus niet helemaal helder.
Om plaatsspecifiek te kunnen spuiten, moeten individuele doppen aan en uit kunnen. Bij variabel doseren, per bed, is ook sturing van de afgifte per dop nodig. Er zijn meerdere mogelijkheden zoals het automatisch wisselen van doppen en een frequentiegestuurde dop waarbij de afgifte automatisch wordt aangepast. “Als ik daarin investeer, wil ik wel weten of het uitvoerbaar is met taakkaarten zoals we voor ogen hebben.” Het is ook een economische afweging: verdient hij de grotere investering terug met minder middelen?
Kwaliteit van de bodem
Voor volgend jaar willen Verdegaal en Sijbrandij het vliegen verder optimaliseren en zij hopen de beelden ook te kunnen gaan verwerken. Als alles technisch goed werkt, hopen ze aan het begin van het seizoen in het voorjaar direct van start te kunnen gaan.
Ondanks het moeizame eerste jaar blijft de bollenteler enthousiast over de mogelijkheden van precisielandbouw voor zijn bedrijf. Naast het verlagen van het middelengebruik blijft een belangrijk aandachtspunt de kwaliteit van de bodem. Zo is hij al langer op zoek naar mogelijkheden om de mechanisatie ‘te downsizen’, dus gebruik van minder zware machines. Een precisie-aspect is rijpadenplanning en het combineren van werkgangen in de typerende beddenteelt bij de bollen. Verdegaal wil dit jaar meer ervaring met AB-lijnen op gaan doen.
Andere nieuwe mogelijkheden
Ook het gebruik van weerpalen wil hij verder uitbreiden, om een beter spuitadvies voor zijn locatie te krijgen. Voor komend jaar wil hij daarvoor een koppeling maken met het adviesprogramma van Agrovision.
Verder ziet hij mogelijkheden in een robottrekker. Vorig jaar heeft de teler al ervaring opgedaan met de zogenoemde ‘Greenbot’; een kleine vierwielbestuurde en hydrostatisch aangedreven zelfrijdende trekker. Hij heeft nu een offerte liggen voor de aanschaf van een zelfrijdend apparaat. Wordt dus vervolgd.
‘Moeilijke start zegt weinig over de toepassingsmogelijkheden’
Ondanks de moeizame start op het bedrijf van Verdegaal blijft begeleider Fedde Sijbrandij enthousiast over de mogelijkheden.
De tegenvaller met de werking van de drone is volgens hem vooral een samenloop van omstandigheden en zegt weinig over de toepassingsmogelijkheden in de bollenteelt. “Het was mooi geweest om van een heel teeltseizoen de biomassakaarten van de percelen te hebben. Hiermee hadden we kunnen kijken hoeveel middel bespaard kan worden door variabel te doseren. Zeker omdat aanpassingen aan de spuit of aanschaf van een nieuwe spuit een aanzienlijk kostenplaatje is.”
Een andere punt van aandacht is dat een drone met de standaard gps een nauwkeurigheid van circa anderhalve meter heeft. Dit is met een aantal referentiepunten op te lossen. Dat is bij één perceel getest. “Hier hebben we een aantal referentiepunten op de grond met RTK-gps ingemeten. In samenwerking met VanBoven zijn de data bekeken en zoals verwacht lagen de ruwe beelden niet exact op de goede locatie.” VanBoven Drones heeft met behulp van de referentiepunten het beeld uitgelijnd. Hierdoor verschoof het beeld een bed opzij. “Dit onderstreept het belang van een goede plaatsbepaling en uitlijning van het beeld. Dat is zeker belangrijk bij plaatsspecifiek doseren.”
Om meer kennis en ervaring te delen tussen de bollentelers binnen NPPL, vinden af en toe gezamenlijke bijeenkomsten plaats. Henk heeft aangegeven dat hij meer contact wil met de andere bollentelers, ondanks dat het vaak aan tijd ontbreekt. Het is wel iets wat Sijbrandij gaat bekijken.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.