Zoeken naar beste methode voor perceelinformatie
Henk Verdegaal wil met precisietechniek zijn middelengebruik verlagen. Hij zoekt naar alternatieven voor de drone om data te verkrijgen.
‘Deze combi van drone en camera is kansloos’. Henk Verdegaal windt er geen doekjes om; zijn zoektocht naar een systeem om perceelinformatie met een drone te verzamelen is nog vruchteloos. In het tweede NPPL-jaar probeert de bollenteler met precisietechniek het middelengebruik verder te reduceren. De focus ligt daarbij vooral op de onkruidbestrijding omdat daar qua middelen de meeste beperkingen zijn en komen maar ook slimmer gebruiken van fungiciden wordt onderzocht.
(tekst gaat onder kader verder)
Bollenteler Henk Verdegaal in Noordwijkerhout (Z.-H.).
Bedrijfsgegevens:
- 50 hectare grond in gebruik
- 20 miljoen bollen (tulpen, hyacinten, narcissen per jaar
- 5 miljoen stelen tulpen per jaar
- 7 mensen jaarrond personeel
Spuiten tegen onkruid
Met de dronebeelden zijn onder andere de gewashoogte en eventueel ook onkruiden vast te stellen. Zodoende kan hij mogelijk alleen die plekken tegen het onkruid bespuiten. Een tweede camera (mulispectraal) meet meerdere individuele banden, waaronder de NIR-band waarmee een biomassa-index zoals de NDVI is te berekenen.
Slechte gps-ontvangst
Tot zover de theorie. Want net als vorig jaar had Verdegaal afgelopen seizoen slechte gps-ontvangst als gevolg van de extra multispectraalcamera. De set was wel voor die bedoeling verkocht. Zodoende is de drone een aantal keer ‘verdwaald’ of zijn tijdens vluchten geen opname door de multispectraalcamera gemaakt. Een aantal keer ontstond een onjuist interval tussen vliegsnelheid en benodigde overlap in beelden. Ook was de verbinding met de camera niet altijd goed genoeg. Van één perceel zijn met moeite gelijktijdig RGB (kleuren) en multispectraalbeelden gemaakt, maar regelmatig vliegen op alle percelen is niet gelukt.
Hoe verder
De vraag voor komend seizoen is: hoe nu verder? Dronebeelden hebben de voorkeur vanwege de actualiteit en de kwaliteit van de data. Ook zijn ze op elk gewenst moment te verkrijgen. Een voor de hand liggende optie is een andere drone met camera aanschaffen. Met de huidige ervaring is hij echter wat terughoudend in weer investeren in deze techniek. Bovendien is mogelijk dan een andere partij dan zijn huidige leverancier nodig die de beelden kan bewerken.
(tekst gaat onder foto verder)
Data via satellieten
Een andere mogelijkheid is om beelden verkrijgen via satellieten, weet NPPL-expert Fedde Sijbrandij (zie kader). “Dat is wel iets grofmaziger en hierdoor kunnen in de randen wat afwijkingen zitten. Door de grotere afmetingen van 10 x 10 meter (voor Sentinel-beelden), nemen de pixels aan de randen ook een deel buiten het perceel mee.” Ook komen alleen beelden door als het onbewolkt is en juist afgelopen jaren was er veel bewolking in het voorjaar. Een voordeel is wel dat een deel van de digitale opnames gratis door de overheid beschikbaar wordt gesteld.
Bollenrevolutie 4.0
Naast satellietinformatie heeft hij nog twee alternatieven in beeld. Voor ‘bollenrevolutie 4.0’ heeft Verdegaal dit jaar een camera op zijn spuit geïnstalleerd. Dit project is gericht op verduurzaming van de bollenteelt met behulp van nieuwe technieken. Mogelijk biedt deze ook kansen om onkruid in beeld te brengen. Een nadeel is wel dat de camera niet de hele breedte van de spuitboom bestrijkt.
(tekst gaat onder foto verder)
Handmatig met telefoon
Een ander optie waar Verdegaal over nadenkt is lopend tijdens controle in het veld probleemonkruiden met een druk op de knop van de telefoon vastleggen. Een nadeel is de nauwkeurigheid van de GPS. Het is niet helemaal duidelijk of dit uiteindelijk tot bruikbare taakkaarten kan leiden, maar hij gaat deze opties met Sijbrandij bekijken.
Nieuwe veldspuit
Concreter werd afgelopen seizoen de aankoop van een nieuwe veldspuit. De gebruikte spuit is afkomstig uit Duitsland en gemonteerd op een Franse Unimog U1600. Daarmee kan hij via de snelweg naar zijn percelen in de kop van Noord-Holland rijden. De spuit is een Dammann UMP3024 met het DAS-luchtondersteuningssysteem. De machine is voorzien van 25 centimeter dopafstand voor een hoge driftreductieklasse en ringleiding.
De spuit werkt nu niet met taakkaarten maar kan wel worden aangepast voor dat doel. Dat geldt voor zowel de terminal in de cabine als de spuitdoppen. Er zijn meerdere mogelijkheden zoals het automatisch wisselen van doppen en een frequentiegestuurde dop waarbij de afgifte automatisch wordt aangepast. “We gaan dat pas doen als we een goede praktijkrijpe toepassing hebben.”
Variabel spuiten bodemherbicide
Zo’n toepassing zou het variabel spuiten van de bodemherbicide kunnen zijn. Tot nu toe gebruikt Verdegaal een standaarddosering voor alle zandgronden. Er zijn bij hem en zijn begeleider wat vraagtekens over de hoogte van de dosering per liter omdat verschillende partijen verschillende adviezen geven. Aangezien de variatie organische stof in de percelen vrij beperkt is, lijkt het geen voordeel te hebben om op basis van taakkaarten met bodemherbicide te spuiten. Wel wil hij proefondervindelijk kijken welke verlaging mogelijk is; begin 2021 gaat hij daarom een paar banen met halve dosering spuiten om te kijken wat het effect is.
Moment van spuiten
Een ander aspect dit NPPL-seizoen was het beter onderbouwen van het moment van bespuiten. Daarvoor worden het adviessysteem van CropVision en het slimme weerstation van Sencrop gebruikt. Hij verwacht daarmee met name de middelen voor de bestrijding van vuur, luizen en onkruiden beter gericht in te kunnen zetten. Dit is goed gegaan. “Het voordeel is dat de informatie via de telefoon direct beschikbaar is. Het gaat dan veel meer leven.”
Dat geeft hem een stuk bewustwording rondom nieuwe technieken; hoe concreter en dagelijkser de toepassing; hoe gemakkelijker het in de bedrijfsvoering is te integreren.
Ondanks dat het geen spannend vuur-jaar was, verwacht Verdegaal zeker wel een spuitronde uitgespaard te hebben. Maar net zo belangrijk gaf het hem meer rust. “Met meer informatie durf je toch wat gemakkelijk wat af te wijken van de eigen planning en oprekken van het spuitinterval.”
‘Bepaalde nauwkeurigheid van data is nodig’
Fedde Sijbrandij, NPPL-expert namens Wageningen Economic & Research Foto: Peter Roek
Het verkrijgen van bruikbare data voor precisietoepassingen blijft de komende tijd de uitdaging op het bedrijf van Henk Verdegaal. Fedde Sijbrandij, de NPPL-expert namens Wageningen Economic & Research, ziet wel kansen voor Verdegaal om bruikbare perceelsinformatie binnen te krijgen.
“Afhankelijk van het doel van de toepassing is een bepaalde nauwkeurigheid nodig van de data. Als hij in de bollen wil gaan variëren, moet hij door de verscheidenheid van soorten en bolmaten per bed gaan werken. Voor het plaatsspecifiek besttijden van probleemonkruiden is het best mogelijk wat grofmaziger te werken. Daarbij is elke besparing ten opzichte van volvelds bespuiten winst.”
Verlagen van middelengebruik
Het doel van Henk blijft onverminderd staan; het verlagen van het middelengebruik. Zijn deelname aan het project ‘bollenrevoluatie 4.0’ kan daarvoor ook een extra impuls geven. “Het is erg interessant om naar de mogelijkheden te kijken van de camera (de SpectraCam) die dit jaar op de spuit wordt gemonteerd”, aldus Sijbrandij. Deze sensor meet onder anderen de biomassa van het gewas.
Na twee jaar kijken waar de mogelijkheden liggen, wordt er op het bedrijf van Verdegaal nog niet op basis van drone beelden gespoten. “Dat komt door de technische uitdagingen waar we mee te maken kregen. Wel is duidelijk geworden dat bij het bij de bollenteelt echt nodig is om per bed te kunnen variëren om variabele bespuitingen toe te kunnen passen. Maar door de timing van de bespuitingen te variëren wordt er al bespaard op bestrijdingsmiddelen.”
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.